Het aanbieden van een online opnamedienst voor televisie-uitzendingen vormt een inbreuk op het auteursrecht. Dat besliste het Europese Hof van Justitie (HvJ EU) op 28 november 2017 (ECLI:EU:C:2017:913) in de zaak VCast/RTI.
VCAST stelt een systeem beschikbaar voor het in de cloud opnemen van vrij beschikbare uitgezonden programma’s van Italiaanse televisieomroepen. Met andere woorden: een online-videorecorder. Het door VCAST aangeboden systeem ontvangt het via de ether verspreide televisiesignaal met behulp van eigen antennes. De gebruiker kiest een uitzending en een tijdvak. VCAST neemt het tijdvak van de gekozen uitzending op, waarbij die opname op de door de gebruiker aangegeven, maar door een derde beheerde, gegevensopslagruimte in de cloud wordt geplaatst.
De vraag was of een online videorecorder een inbreuk op het auteursrecht vormt of onder de privékopie-exceptie valt.
Volgens het HvJ EU heeft de dienst die VCAST biedt een dubbele functie: enerzijds het maken van een reproductie en anderzijds het ter beschikking stellen van de betrokken werken en voorwerpen. Dat laatste is volgens het Hof een ‘mededeling aan het publiek’. En aangezien de oorspronkelijke doorgifte door de omroep (via de ether) en de latere doorgifte door VCAST (via de cloud) technisch op een verschillende manier plaatsvinden, zijn zij gericht op een ander publiek.
De wederdoorgifte door VCAST is volgens het Hof dan ook een andere mededeling aan het publiek dan de originele doorgifte, zodat daarvoor toestemming vereist is van de rechthebbenden. Het Hof heeft hiermee geen oordeel gegeven over het enkele aanbieden van cloud-opslagdiensten. Daarvoor geldt vermoedelijk dat het wél onder de privékopie-exceptie kan vallen, mits er door een particulier kopieën voor eigen gebruik op worden gezet die afkomstig zijn uit een legale bron.
