Advocaat en integriteit, een glibberig pad

Delen:

Germ Kemper
Germ Kemper

Een advocaat die twijfelt of een bepaalde handeling wel of niet kan, moet direct van die handeling afzien. Het probleem is alleen dat bij veel advocaten die vraag, namelijk hoe je op gedachte komt dat je moet gaan aarzelen, eenvoudigweg niet opkomt.

De zes jaar dat hij deken was van de Amsterdamse Orde, heeft er bepaald niet voor gezorgd dat Germ Kemper een positiever beeld kreeg van de advocatuur in het algemeen. In een openbaar college, het eerste van een serie van drie over integriteit in togaberoepen, gisteren bij de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam, vertelde Kemper over vragen van ethiek en integriteit waartegen hij was aangelopen in zijn eigen carrière als advocaat en vervolgens als deken. Sinds zijn dekanaat is Kemper (“een advocaat die doceert over integriteit is toch een beetje een pastoor die voorlichting over het huwelijk geeft”) onder meer actief als docent bij de Beroepsopleiding Advocatuur en de Law Firm School.

Kemper (“Ach ja hoe raak je verzeild in het tuchtrecht. De één verzamelt postzegels, de ander vindt tuchtrecht leuk”)  maakte de studenten duidelijk dat er in het tuchtrecht vaak geen duidelijke oplossingen zijn. “Het is dus niet zo dat voor elke vorm van overtreding, een nauwkeurig omschreven strafmaat staat. Ik heb als deken wel eens een advocaat geadviseerd een bepaalde regel te overtreden, omdat de regel in dit geval simpelweg niet werkbaar bleek en de integriteit van de advocaat buiten elke vorm van discussie stond.”

Ook scheelt het bij de beoordeling van de overtreding en de vaststelling van de strafmaat of de schuldige zijn fout inziet en tot inkeer is gekomen: “Het is soms een glibberig pad waar je je als advocaat op begeeft. Dus voor wie zijn fouten inziet en er actief aan meewerkt om herhaling te voorkomen, daarvoor past enige clementie.” Volgens Kemper is het met name de kernwaarde ‘partijdigheid’ die advocaten er toe kan brengen om de grenzen op te zoeken van wat wel of niet kan: “En niet alle advocaten zijn even slim. En soms, als het hectisch wordt, neem je dan een beslissing die je beter niet had kunnen nemen.”

Kemper deelt de schenners van het tuchtrecht in drie categorieën in: “Eerst komen de boeven. Mensen die willens en wetens de regels schenden. Uiteindelijk lopen die altijd tegen de lamp. Dan komen de domkoppen van wie er helaas ook heel veel rondlopen. Het opvallende van dat soort is dat ze veel fouten maken, maar eigenlijk altijd in hun eigen voordeel. Die moet je vooral korthouden. En dan is er de laatste soort: de glijbaners. Iemand die iets redelijk onschuldigs doet om een cliënt tegemoet te komen. En die vervolgens door die cliënt in de tang wordt genomen en vervolgens niet meer terug kan.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven