De belangrijkste doelstelling van het Internationale Strafhof in Den Haag is om de ernstigste misdaden te vervolgen die de internationale vrede en veiligheid bedreigen. De Aanklager van het hof kan zelf bepalen welke situaties en zaken worden onderzocht, en heeft ook criteria opgesteld om die keuze te maken. De Aanklager wordt echter zwaar bekritiseerd om zijn selectiebeleid, omdat hij zich vooral zou richten op Afrikaanse politieke leiders. Landen van de Afrikaanse Unie hebben gedreigd zich daarom terug te trekken uit het Internationale Strafhof.
Om na te gaan of de Aanklager zich in de praktijk inderdaad richt op de ernstigste internationale misdrijven, gingen de onderzoekers na in welke landen de ernstigste mensenrechtenschendingen zijn gepleegd in de periode 2002-2011. Dit omdat extreme mensenrechtenschendingen een belangrijke indicatie zijn voor internationale misdrijven. De onderzoekers concluderen dat de aanklager van het Internationale Strafhof zijn eigen selectiecriteria in acht neemt en in de meeste landen waar de ernstigste mensenrechtenschendingen hebben plaatsgevonden en waar het ook rechtsmacht heeft, inderdaad actie heeft ondernomen. De kritiek dat het hof zich ten onrechte vooral op Afrika zou richten is ongegrond. Dat veel Afrikaanse landen de aandacht van het hof hebben, komt doordat in Afrika ook veel geweld plaatsvindt en omdat deze landen het statuut van het Internationale Strafhof ook hebben geratificeerd, in tegenstelling tot andere landen met brandhaarden.