Bestuurdersaansprakelijkheid in de semipublieke sector: duwen met een touwtje

Delen:

Aansprakelijkheid van oud-bestuurders en toezichthouders bij instellingen – veelal stichtingen – in de semipublieke sector staat volop in de belangstelling. De veroordeling van “Maseratiman” Möllenkamp van woningcorporatie Rochdale tot tweeënhalf jaar gevangenisstraf zal vermoedelijk een uitzondering blijven. Anders ligt dit bij civiele aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door wanbeheer. Het gaat dan om schade van de instelling zelf en daarmee – indirect – van belanghebbenden, zoals huurders (Vestia, Servatius, Rochdale), zorgbehoevenden (Philadelphia, Meavita), patiënten (Slotervaart Ziekenhuis) en leerlingen (Inholland, Amarantis, ROC Leiden). En uiteraard de schade van de overheid die in het verleden subsidie heeft verstrekt, of die voor noodfinanciering moest zorgen om een faillissement te voorkomen. Zoals laatst bij het ROC Leiden voor € 40 miljoen.

Belanghebbenden noch overheid hebben echter kansrijke rechtsmiddelen om hun schade rechtstreeks op oud-bestuurders te verhalen. De procedure zal door de instelling zelf aanhangig moeten worden gemaakt op grond van art. 2:9 BW (onbehoorlijk bestuur). Probleem is echter dat bestuurders bij hun vertrek gewoonlijk decharge bedingen van het huidige – of tussentijds aangestelde – bestuur of de Raad van Toezicht van de instelling. Daarmee ziet zij dan af van schadeclaims tegen hen. De vernietiging van zo’n dechargebesluit is niet eenvoudig en moet binnen één jaar worden ingeroepen (art. 2:15 lid 5 BW). De praktijk wijst bovendien uit dat de nieuwe leiding doorgaans andere prioriteiten heeft dan het opstarten van kostbare rechtsprocedures tegen het voormalige bestuur met een onzekere uitkomst. Dat leidt maar tot ongewenste publiciteit en onrust in de organisatie, die al zo geteisterd is.

Natuurlijk, het dechargebesluit kan ook door de Ondernemingskamer, zelfs buiten de termijn van één jaar, in een enquêteprocedure worden vernietigd, zoals bij Meavita gebeurde. Maar die procedure was een initiatief van de vakbonden en zij zijn daartoe zelden bereid. Sinds 2013 kan weliswaar ook de rechtspersoon zelf, inclusief een stichting met ten minste vijftig werknemers, om een enquête verzoeken, maar nogmaals … het is lastig duwen met een touwtje.

Om al deze perikelen in de toekomst te voorkomen heb ik tijdens het Kluwer Ondernemingsrecht Diner 2014 voorgesteld het voorontwerp van wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen aan te vullen. Bepaald zou moeten worden dat een dechargebesluit van een rechtspersoon, die goeddeels wordt gefinancierd met publieke middelen, geen rechtsgevolgen heeft zolang het overheidsorgaan in kwestie geen goedkeuring heeft verleend. Een eenvoudige aanpassing, maar van groot praktisch belang, lijkt mij zo.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven