Door het aantrekken van talentvolle jonge Oost-Europese juristen hoopt Bierens Incasso Advocaten een dekkend netwerk voor incasso-advocatuur in heel Europa te creëren. Op de vestiging van Bierens in Amsterdam werken op dit moment juristen uit twintig Europese landen, maar met de komst van trainees uit Slovenië, Hongarije, Bulgarije, Rusland en Oekraïne wil Bierens de dienstverlening aan buitenlandse incasso-cliënten nog verder verbeteren. Uiteindelijk wil het kantoor incasso-advocaten uit de 27 belangrijkste Europese economieën kunnen inzetten.
Het voordeel daarvan is dat ondernemers met een grensoverschrijdende vordering kunnen communiceren in hun eigen taal. “Als een Russische ondernemer een vordering heeft op een Spaanse debiteur, kan hij op een Russischtalige website zijn zaak overdragen en met een Russischtalige advocaat van ons communiceren,” zegt woordvoerder Laurens van der Lof. “Die advocaat kan vervolgens met onze Spaanstalige advocaat overleggen over de incasso.”
De buitenlandse advocaten van Bierens, inclusief de trainees, werken allemaal vanuit Amsterdam. “Wellicht dat ze in de toekomst via een franchise-formule worden uitgezonden naar hun land van herkomst, maar dat is nu nog niet aan de orde,” zegt woordvoerder Van der Lof. “Op dit moment zitten de trainees volledig in de scholingsfase. Ze volgen een intensief programma waarbij ze zowel business trainingen als juridische trainingen krijgen.”
Om de beste studenten te vinden werkt Bierens samen met universiteiten in Oost-Europa. Na een grondige selectie gaan ze aan de slag in Amsterdam. “Het recruteren van uitzonderlijk talent is aan het begin van hun carrière nog goed te doen,” zegt Van der Lof. “Als ze hun loopbaan eenmaal zijn begonnen in hun eigen land, wordt het moeilijker.”
Eén van de trainees is Tadej Francelj (27) uit Slovenië. Hij kwam na zijn rechtenstudie aan de universiteit van Ljubljana in oktober 2016 naar Nederland en heeft het erg naar zijn zin bij Bierens in Amsterdam. “Naast het traineeship leer ik ook veel van mijn collega-advocaten,” zegt Francelj. “Het werken in Nederland bevalt me goed. Veel dingen gaan hier sneller dan in Slovenië, waar het soms enkele maanden kan duren voordat je een reactie krijgt van de rechtbank.”
Als hij is opgeleid, kan hij Sloveense bedrijven helpen die vorderingen hebben op organisaties buiten Slovenië of, andersom, adviseren over internationale vorderingen op bedrijven in Slovenië. Francelj weet nog niet of hij na zijn traineeship in Nederland voor Bierens blijft werken of teruggaat naar zijn vaderland om daar onder de paraplu van Bierens een kantoor te beginnen.
