De toekomst van het middelgrote kantoor: Change or Die

Delen:

MR11 CVR 2De omzetten in de advocatuur staan stevig onder druk; in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten is inmiddels al menig kantoor gesneuveld. Veel Nederlandse kantoren lijken zich niet zo bewust te zijn van de nieuwe waarheid in de advocatuur. De stilte voor de storm? Mr. sprak voor het nummer dat aanstaande vrijdag verschijnt drie bestuurders van middelgrote kantoren. “Over tien jaar ziet de advocatuur er compleet anders uit.”

Er zijn boeken over volgeschreven: het einde van het brede full service kantoor in de advocatuur, gedreven door de behoefte aan superspecialisten, de steeds kritischer houding van bedrijfsjuristen en de opkomst van andere aanbieders voor het basale juridische werk. Terwijl mening kantoor in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten het loodje heeft gelegd, lijkt er in Nederland voor de buitenstaander niet veel aan de hand te zijn. De advocatuur ziet er in vergelijking met tien jaar geleden nog min of meer hetzelfde uit, er zijn hooguit een aantal buitenlandse spelers en nichekantoren bijgekomen. Er is nog geen fusiegolf gaande onder de middelgrote kantoren, de hoek waar volgens enkele deskundigen de klappen gaan vallen. Blijft het Angelsaksische scenario de Nederlandse kantoren bespaard? Olaf van Haperen, managing partner van Kneppelhout & Korthals in Rotterdam, denkt van niet. “Binnen nu en tien jaar zal er een heftige herschikking te zien zijn, zeker in het middensegment van de advocatuur. Ik denk dat tweederde van de middelgrote kantoren over tien jaar niet meer in de huidige vorm bestaat. Bij te veel kantoren denkt men nog steeds dat het wel zal overwaaien. Dat heeft ook te maken met de samenstelling van partnergroepen; die hebben vaak een kortere horizon dan voor een kantoor op de langere termijn goed is.” Hij ziet voor de middelgrote kantoren maar drie toekomstscenario’s: “Uit elkaar vallen in niches, een geheel eigen positie in de markt veroveren of doorgroeien middels een fusie met een ander kantoor. Twee middelgrote kantoren samen zijn echter zeker geen garantie voor succes; dat kan ook een ongeleid projectiel worden.”

Ook veel kansen

Volgens Rutger Ploum, managing partner van Ploum Lodder Princen, zal de komende jaren duidelijk worden welk kantoor van de nieuwe werkelijkheid weet te profiteren. “Er liggen namelijk ook veel kansen voor kantoren van onze grootte. In pitches kunnen we concurreren met de grote Zuidas-kantoren; bedrijfsjuristen kopen hun dienstverlening veel gedifferentieerder in en zijn niet meer bang om nieuwe kantoren uit te proberen. Je bent welkom om bij grote bedrijven op gesprek te komen en de laatste jaren haalden wij met name uit die trend onze groei. Dat betekent echter wel dat je keuzes moet maken en investeringen moet doen. Kantoren die niet willen investeren in onder andere ICT-oplossingen, gaan het verliezen.”

Johan Koggink, directeur bij Van Benthem & Keulen: “Investeringen in onder andere ICT vergen een bepaalde schaalgrootte. Schaalgrootte is echter een randvoorwaarde. Bovenal gaat het om de juiste strategische keuzes maken en ik zie niet dat al die kantoren deze keuzes maken. Dat zou kunnen komen door een groep partners die liever alles bij het oude houdt. Bij mindere resultaten is dan de eerste reflex om in de kosten te snijden. Dat is echter niet voldoende: het draait om strategisch kiezen. Welke doelgroepen wil ik bedienen, welk type werk wil ik voor ze doen, op welke branches gaan wij ons richten en met name: waar zit het onderscheid in onze dienstverlening? Kort gezegd, je moet kiezen om gekozen te worden!”

Geen Bijenkorf en Action tegelijk

Welke positie hebben de kantoren van de gesprekspartners zelf ingenomen om de komende jaren succesvol te doorstaan? Koggink: “Wij zetten heel duidelijk in op specialisatie en niet op commodity work. Je kunt geen Bijenkorf en Action tegelijk zijn.” Verder boort Van Benthem & Keulen nieuwe markten aan, is men al jaren bezig met het opbouwen van een partnership met bedrijfsjuristen en is het excelleren in bepaalde branches een speerpunt.

Dat laatste geldt ook voor Ploum Lodder Princen. Ploum: “Wij willen in een aantal sectoren tot de beste kantoren van het land behoren en daar willen wij ook in het aannamebeleid op aansturen, door nog meer goede mensen op bepaalde branches te zetten. Uiteindelijk ontkom je niet aan keuzes als je succesvol wilt blijven; alleen met echte specialisten kan een advocatenkantoor in de toekomst zijn meerwaarde bewijzen en ben je minder snel inwisselbaar. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is daarnaast iets dat echt kleur aan ons kantoor geeft; kantoorgenoten zijn heel bewust bezig met een maatschappelijke rol buiten de advocatuur. Er wordt heel veel ondernomen op dit gebied.”

Kneppelhout & Korthals ten slotte heeft gekozen voor customer intimacy; de tevredenheid van de cliënt is de leidraad voor alle keuzes die het kantoor maakt.  “Het vak van advocaat verschiet van kleur: service wordt steeds belangrijker en de cliënt wil zich bovenal begrepen voelen”, aldus Van Haperen. Hij voegt daaraan toe: “In dat licht bezien, kun je je afvragen of het nog wijs is om vijftig advocaten te hebben die allemaal onder het juk van de Orde van Advocaten zitten, met de bijbehorende stagiaireverplichting. Als slechts twintig procent van de inkomsten uit litigation komt, is het dan nog nodig om iedereen advocaat te laten zijn?”

Lees het hele artikel in het nieuwe nummer van Mr. dat vrijdag 6 november verschijnt.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven