Mr.

10 / Mr. 3 2018 NIEUWS Ze zijn ruim twee maanden van kracht, de nieuwe gedrags- regels voor de advocatuur. Zijn advocaten er tevreden over? Zijn ze werkbaar? D e gedragsregels 1992 waren aan vervanging toe, onder meer door de herziening van de Advocatenwet in 2015, gewijzigde opvattingen binnen en buiten de beroepsgroep, ontwikkelingen in de tuchtrechtspraak en technologi- sche trends. Volgens de Bredase tuchtrechtadvocaat Inge Schouwink hebben de nieuwe ge- dragsregels niet tot grote veranderingen geleid. Ze spreekt van een ‘herformule- ring, een betere indeling en enkele ver- nieuwende elementen’. “We zullen waar- schijnlijk zien dat – als de jurisprudentie eenmaal komt – de nieuwe gedragsregels geen grote verande- ringen in het tuchtrecht hebben teweeggebracht. De bestaande jurisprudentie is erin verwerkt. Ze zijn aangepast aan de stand van het recht. En voor buitenstaanders leesbaarder.” Ook straf- rechtadvocaat Noa de Leon (Advocatenkantoor De Leon) vindt de nieuwe indeling van de gedragsregels duidelijker. Dat er nu 29 in plaats van 39 regels gelden vindt ze goed; verder is ze “gema- tigd positief”. “We moeten wel afwachten hoe het in de prak- tijk gaat lopen.” De Leon, tevens secretaris van Disciplina, de Nederlandse Vereniging van Tuchtrecht- advocaten, is er tevreden over dat de kernwaarden duidelijker en concreter zijn verwoord. “De betamelijkheidsnor- men uit de Advocatenwet zijn ingekleurd met gedragsregels, zoals de kwaliteit van het werk in gedragsregel 13. De toe- lichting anticipeert op de nieuwe rege- ling rond verplichte feedback. Prima zo.” Correspondentie Een van de vernieuwende elementen is de confraternele corres- pondentie. Die mag voortaan aan de rechtbank worden overhan- digd, tenzij vooraf is afgesproken dat het níet mag.” Schouwink noemt dat niet wereldschokkend, wel een verbetering. “Maar het moet nog wel een plaats binnen de praktijk krijgen.” Melis van der Wulp (Libertas Advocaten) voorziet weinig problemen:“In onze strafrecht- en bestuursstrafrechtpraktijk kan het voorkomen dat confrater- neel wordt gecorrespondeerd, bijvoorbeeld als iemand een be- paald vraagstuk eens met een col- lega wil bespreken. Maar de wens om vervolgens op die correspon- dentie in rechte een beroep te doen, is in onze praktijk moeilijk denkbaar.” Van der Wulps kantoorgenoot Erik Wit- jens stelt dat op sommige punten de tuchtrechtspraak verdere verduidelijking moet bieden, zoals bij de gedragsregel over de onverenigbaarheid van bepaalde openbare functies met het beroep van advocaat. “De reikwijdte van deze nieu- we regel is niet erg duidelijk. In de toe- lichting wordt opgemerkt dat het een advocaat vrij staat zijn kunde en ervaring naast zijn praktijk op andere wijzen in te zetten. De grens zal daarbij moeten worden gevonden in het respecteren van de kernwaarden en het waarborgen van het pu- blieke vertrouwen in de advocatuur.” Hij vraagt zich af in hoe- verre de explicitering van deze regel werkelijk een toegevoegde waarde vormt. “Ik denk dat advocaten zelf het beste in staat zijn de inschatting te maken waar de grenzen liggen en hun eigen verantwoordelijkheid daarvoor – ook vroeger al – namen. Deze regel wijzigt daar niets aan.” De Leon vindt dat de herijkte gedragsregel 28 – over het overne- men van cliënten – niet volledig is. “De inhoud ervan is in lijn met de vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline. Ik had mij kunnen voor- stellen dat, gelet op de welwillendheid tussen advocaten onderling, niet alleen aan de overnemende advocaat een ver- plichting wordt opgelegd op welke wijze een lopende zaak dient te worden overge- nomen, maar ook aan de advocaat van wie de zaak wordt overgenomen de ver- plichting om zo snel mogelijk te overleggen en bij de cliënt te verifiëren of er inderdaad een wens is tot overname. Ik vind dat ook van de advocaat van wie wordt overgenomen mag worden verwacht, met het oog op zorgvuldige en niet-onbetamelijke wijze van overnemen, dat niet wordt getalmd. Dit nu mis ik in de gedragsregels of de toelichting .” Eigen geweten Zijn er zaken niet geregeld die wel geregeld hadden moeten worden? Van der Wulp beantwoordt die vraag met een weder- vraag. “Zijn er in de nieuwe gedragsregels niet ook zaken gere- geld die, met name gezien de kernwaarden van de advocaat (onafhankelijkheid, partijdigheid, deskundigheid, inte- griteit en geheimhouding), eigenlijk niet geregeld zou- den moeten hoeven worden? Ik moet in dit verband denken aan wat mijn patroon ooit zei over de regels waaraan je je als advocaat hebt te houden. Als advocaat moet je je houden aan de wet, de gedragsregels en je eigen geweten. Als het goed is, dan is dat laatste de strengste toets.” NIEUWE GEDRAGSREGELS: BALIE GEMATIGD POSITIEF Inge Schouwink Noa de Leon Melis van der Wulp Erik Witjes ADVOCATUUR

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=