De overgang van papier naar digitaal procederen is bij de Hoge Raad goed verlopen. Dat schrijft minister Blok (Veiligheid en Justitie) in de voortgangsrapportage KEI aan de Tweede Kamer.
Sinds 1 maart 2017 is digitaal procederen verplicht voor vorderingszaken in cassatie bij de Hoge Raad. “Ter voorbereiding op de inwerkingtreding heeft de Hoge Raad verschillende voorlichtings- en oefenbijeenkomsten voor civiele cassatieadvocaten georganiseerd,” schrijft Blok. “Deze zijn druk bezocht. Mede hierdoor hebben zich nauwelijks bijzonderheden voorgedaan bij de overgang. Het aantal vragen om ondersteuning is zeer beperkt gebleven.”
Instroomcijfers
Het aantal digitale civiele vorderingszaken schommelt tussen 20 en 25 per maand. Het webportaal van de Hoge Raad is ook opengesteld voor de afhandeling van prejudiciële vragen in fiscale en civiele zaken. De Hoge Raad beziet nog wanneer in de overige civiele zaken en de fiscale zaken digitaal kan worden geprocedeerd.
Raad van State
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gaat op 12 juni van start met digitaal procederen op vrijwillige basis in asiel- en bewaringszaken. Dit sluit aan op het landelijk uitrollen van verplicht digitaal procederen in asiel- en bewaringszaken in eerste aanleg. Eerst krijgen enkele advocaten de kans om gebruik te maken van het digitale portaal van de Raad van State. Daarna wordt de kring van digitale deelnemers stap voor stap uitgebreid.
Duurder
Invoering van het verplicht digitaal procederen, kortweg KEI genoemd, wordt duurder dan verwacht, schrijft Blok verder. Door latere inwerkingtreding van de wetgeving lopen de ontwikkelkosten langer door en komen de besparingen later. De financiële consequenties daarvan zijn nu nog niet bekend.
Bij de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland wordt op 1 september digitaal procederen verplicht bij civiele vorderingen boven de 25.000 euro.