Fiscus wantrouwt trustkantoor

Delen:

Normaal gesproken spreekt de Ontvanger met de hem toekomende, bijzondere verhaalsinstrumenten de belastingplichtige aan bij (het vermoeden van) belastingontduiking. Valt daar niets meer te halen, bijvoorbeeld bij faillissement, dan dreigt de fiscus met lege handen te staan. Een recent vonnis van de rechtbank Amsterdam leert echter dat in zo’n geval ook het trustkantoor dat aan de belastingontduiking heeft meegewerkt, kan worden aangesproken (ECLI:NL:RBAMS:2018:796).

In februari 2008 heeft het wereldwijd opererende trustbedrijf TMF het in 1991 opgerichte trustkantoor Tradman Netherlands BV overgenomen. Het ongetwijfeld bij deze overname verrichte due diligence-onderzoek blijkt alras lacunes te vertonen. In maart 2008 start de Belastingdienst een onderzoek naar de frauduleuze praktijken van (de mensen achter) Broers Holding BV en de Luxemburgse vennootschap Marsannay Sárl. Omdat betalingen aan deze laatste vennootschap blijken te lopen via een aan Tradman gelieerde Stichting Derdengelden breidt de fiscus het onderzoek uit naar Tradman.

Het onderzoek leert dat Tradman, alsook haar oprichter/bestuurder en een medewerker/relatiebeheerder, meer dan hand- en spandiensten hebben verricht bij opzet en uitvoering van de handel in kasgeldvennootschappen en het buiten het zicht van de fiscus houden van geldstromen. Met behulp van gefingeerde schulden werd bijvoorbeeld het actief van deze vennootschappen weggesluisd, met als gevolg dat de fiscus hen geen aanslag heeft opgelegd, dan wel dat zij ten onrechte teruggaaf kregen van reeds betaalde vennootschapsbelasting.

De rechtbank houdt zowel Tradman als haar bestuurder en medewerker hoofdelijk aansprakelijk uit onrechtmatige daad voor de nader bij staat op te maken schade. De rechtbank rekent Tradman aan dat zij haar zorgplicht tegenover de Belastingdienst heeft geschonden door onvoldoende onderzoek te doen naar aard en strekking van de transacties, althans dat zij zich daarbij “verwijtbaar passief” heeft opgesteld (r.o. 4.71-4.74). Bovendien treft Tradman als bestuurder van de betrokken kasgeldvennootschappen een ernstig verwijt (r.o. 4.75). Dit laatste geldt ook voor de twee medegedaagden als respectievelijk medebestuurder en feitelijk beleidsbepaler (r.o. 4.78 en 4.80). TMF zelf blijft buiten schot (r.o. 4.37).

Interessant is de verwijzing door de rechtbank in r.o. 4.67 naar het arrest van de Hoge Raad inzake de ministerieplicht van een notaris (ECLI:NL:HR:2015:831). Ook het trustkantoor dient, als “redelijk handelende en redelijk bekwame opdrachtnemer” (r.o. 4.64) zijn medewerking aan een transactie te onthouden indien het geen bevredigend antwoord krijgt op de vraag met welk doel de dienst wordt verricht. Dat mogen ook andere zakelijke dienstverleners zich aantrekken.

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven