GELOVEN OP GEZAG (VAN ORIE?), met aantekeningen over het nut van boekdrukkunst

Delen:

“Een boek is als een tuin die je in je zak draagt”, zeiden de Arabieren al. Nu moet je een wel erg grote jas- of broekzak hebben om Paul McNeils monumentale The visual history of type bij je te steken, maar wat een geweldig boek is dat. Onnavolgbaar mooi wordt er in uitgelegd hoe drukletters ontstonden en zich ontwikkelden tot in het digitale tijdperk. Terloops wordt nog eens verhelderd hoe de boekdrukkunst niet alleen de wereld veranderde maar ook de persoonlijke beleving: voor het eerst was het voor bredere lagen van de bevolking mogelijk zich hoogstpersoonlijk te verdiepen in een boek. Wat een nieuwe autonomie! Die samenhang van veranderende persoonlijke belevingen en de wereldgeschiedenis is bekend: denk aan de verspreiding van de Lutherbijbel en de reformatie. Wij mogen nog steeds leven in een tijd waarin we zelf dingen kunnen opzoeken en niet moeten geloven wat boven ons gestelden decreteren.

Hoe kom je eigenlijk aan zo’n boek? Simpel: besproken in The Times Literary Supplement (TLS), al zoveel jaren een wekelijks baken van intellectuele en artistieke beschaving in oceanen van onzin. Wie het een beetje bijhoudt en ook nog maandelijks The New York Review of Books doorneemt hoeft weinig van woordelijke waarde te missen, al blijft het de vraag waar de tijd vandaan komt om alles te lezen wat wordt aangeprezen.

Soms worden die boeken en bladen verdrongen door nog belangrijker opgaven. Zo mocht schrijver dezes nog onlangs hardop nadenken over stijlen van strafadvocatuur, aan de hand van overigens interessante verhalen van Miranda de Meijer en Patrick de Meij (de een p.-g., de ander advocaat, voor wie dat nog niet wist). Het viel niet mee om snel op zo veel iets zinvols te zeggen, en dat voor een zaal vol strafjuristen en andere deskundigen, onder wie zeer geleerd gangmaakster van deze en dergelijke beroepsethische discussies Iris van Domselaar (verbonden aan de Amsterdamse rechtenfaculteit maar ten onrechte nog niet bevorderd naar hogere rangen: decaan doe er iets aan!).

Een grondthema dezerzijds in de discussie was de principiële overbodigheid van de strafadvocaat, gegeven de – weer principiële – onpartijdigheid van het OM en de inquisitoire rol van de strafrechter. (Als bekend wijst de praktijk wel eens anders uit.) Uw columnist dacht een en ander te illustreren aan de hand van de opmerking dat advocaten in de strafvordering niet verplicht zijn, afgezien dan van cassatie want dat kan niet zonder advocaat. Het punt was en is dus dat OM en rechter geacht worden rechten en belangen van verdachten – ook rechtsgenoten – in het oog te houden. In de mate dat zij dat doen worden advocaten tenminste in de strafvordering minder belangrijk, hoe veel verdachten en gedetineerden in andere opzichten ook kunnen hebben aan die advocaten.

Zo verliep de gedachtewisseling in redelijke rust en vrede, totdat een man vanaf de achterste rijen baste dat ook voor cassatie in strafzaken advocaten helemaal niet nodig zijn (!). Met als bozige ondertoon dat het eigenlijk onzin was wat die Kaptein beweerde – al vergat hij erbij te zeggen dat die verongelijkt beweerde overbodigheid van advocaten zelfs in cassatie het hoofdpunt van diezelfde Kaptein alleen maar versterkte.

Wat denk je dan inderhaast, staande achter het spreekgestoelte voor zo’n goedgevulde zaal? Die man zal wel gelijk hebben, dit detail komt immers volstrekt onvoorbereid uit oude opslag in de bovenkamer, dus beter maar die knorrepot bedanken voor de verbetering, kort uitleggen dat het mijn hoofdzaak niet was en terugkeren naar de kwesties zelf…

De grote man werd er niet door gerustgesteld, integendeel: ten afscheid bromde hij nog dat het eigenlijk allemaal onzin was wat uw columnist had verteld. Intussen had iemand mij al toegesist: Dit is de grote Orie, pas op! Slik… Na afloop denk je toch enigszins geslagen: wees voorzichtig met improviseren, voor je het weet sla je weer eens niet ter zake doende onzin uit en ondergraaf je daarmee je eigenlijke betoog. Law is what judges do so law must be what Orie says it is… Vervelend, kan gebeuren, volgende keer nog behoedzamer opgetreden…

Maar ’s avonds laat die nare kwestie voor alle zekerheid toch nog eens even opgezocht, zie bijvoorbeeld de volgende uitleg voor leken uit redelijk onverdachte bron.

Wat krijgen we nu?! Toch geen cassatie in strafzaken zonder advocaat? Kletste die grote man maar wat uit zijn nek in een kennelijke poging een hem onwelgevallige spreker als niet ter zake deskundig weg te zetten? Schrijver dezes had de grote Orie niet herkend – op zich al een lelijke fout – de rest van de zaal wél en daarmee was de toon gezet, ten ongunste van het eigenlijke verhaal over onpartijdig OM, inquisitoire strafrechter, relatief belang van advocatuur en rechtsstatelijkheid.

Wat is er nog aan te doen? Orie is al een tijdje weg uit de Hoge Raad, dus in die sferen zal zijn misverstand niet veel kwaad meer kunnen. Ook verder is het maar de vraag of het effectbejag van zijn ijdele woorden in die verder zo genoeglijke zitting ongunstige gevolgen heeft voor het functioneren van de strafrechtspleging in het algemeen. (Wat krijg je als werking belangrijker wordt dan waarheid? Bullshit, als uitgelegd in het gelijknamig prachtboekje van Frankfurt.)

Terug naar The visual history of type, de revolutie van de boekdrukkunst en de verlossing van zo velen uit de onmacht van geloven op gezag. Staan types als Orie boven de wet? Luistert allen eerbiedig naar hoog boven ons gestelden en de verlossing van alle onrecht is nabij? Soms zou je hopen op een nieuwe hervorming die alle valse schriftgeleerden zal wegvagen uit de tempels van gerechtigheid. In een rechtsstaat maken niet mensen maar wetten de dienst uit.

Zonder drukletters geen wetten of wat voor redelijke regels dan ook. Goede lettertypes, hoe mooi ook, verdwijnen voor de lezer en laten de eigenlijke inhoud verschijnen. Voor goede juristen geldt hetzelfde. Het gaat niet om het medium, het gaat om mededeling van recht en waarheid. Geloven op gezag leidt nergens toe, zo veel werd weer eens duidelijk.

Orie is op dit punt nu wel voldoende gecasseerd, voor zover hoe dan ook nog aan de orde. (Of eindigt schrijver dezes alsnog in een strafzaak voor de Hoge Raad wegens heiligschennis?) Het gaat ook niet om vereffening met Orie, ook niet om al die andere types in het rechtsbedrijf, laat staan om uw schrijver, het gaat om rechtmatige en rechtvaardige vereffening in de strafrechtspleging. Daaraan is nog wel iets te doen. Al die belangrijke juristen (en rechtsfilosofen) zijn niet van rechtswege verheven boven de domme resten van de mensheid. Respect voor recht is niets anders dan respect voor medemensen. Wetten, niet mensen moeten de dienst uitmaken maar toch: uiteindelijk is recht niet meer dan wat mensen er van maken: doe dat juist daarom zo goed mogelijk. Geloof dus niet op gezag en zegen alleen daarom al de uitvinding van de boekdrukkunst.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven