Go Fred Teeven, Go!

Delen:

Toen ik begin van deze eeuw een initiatief wetsvoorstel schreef dat slachtoffers de mogelijkheid bood om te spreken tijdens de behandeling van de rechtszaak tegen de verdachte, ontmoette ik forse tegenstand. Men vond het voorstel revolutionair. Ons strafrecht is dadergericht. Een rol voor het slachtoffer introduceren zou allerlei onvoorziene gevolgen te weeg kunnen brengen, zoals emotionele toestanden in de rechtszaal. Niet alleen waarschuwden het Ministerie van Justitie en politici van andere politieke partijen voor de gevaren van een sprekend slachtoffer, maar ook de beroepsgroepen die bij het strafproces betrokken zijn, lieten zich niet onbetuigd, op het arrogante af. De teneur was : De officier van Justitie kan toch op de zitting vertellen hoe het met het slachtoffer gaat? De rechter kan toch voorlezen uit de schriftelijke slachtoffer verklaring? Waarom moeten de mensen zelf aan het woord komen? Wij professionals kunnen dat beter doen. Wij weten hoe het er op een zitting aan toe gaat. Het slachtoffer een rol geven, gaat alleen maar leiden tot secundaire victimisatie.

Kort voordat de behandeling van mijn initiatief in de Eerste Kamer plaatsvond, stuurde de NVVR een brandbrief naar de senatoren. De rechters en officieren hadden uitgerekend dat slachtoffers die spreken enorm veel extra behandeltijd vergen. Ze hadden uitgerekend hoe erg de zittingen zouden uitlopen en hoe veel rechters extra er nodig zouden zijn om de toevloed aan sprekers in goede banen te leiden. De senaat werd bang gemaakt dat er onbeheersbare toestanden in de Nederlandse rechtszalen zouden ontstaan. De files zouden alleen maar langer worden. Er zouden aanhoudingen plaats moeten vinde, omdat slachtoffers niet goed zouden zijn opgeroepen. De doorlooptijden nemen toe. R treedt verlies aan zittings- en voorbereidingscapaciteit op. Kortom, de hele emmer met angstvisioenen werd leeggekieperd. Het was een overduidelijke poging om mijn initiatief de grond in te boren. Hoezo doen rechters en officieren van justitie niet aan politiek?

Om de kans van slagen zo groot mogelijk te maken, had ik het spreekrecht zo beperkt mogelijk gehouden. Alleen het slachtoffer of een van de nabestaanden zelf mocht het wood voeren en dat alleen bij ernstige misdrijven. Nog vreesden de Tweede en later de Eerste Kamerleden dat de poorten wagenwijd open gezet zouden worden. De brief van de rechters en officieren van justitie had invloed. De fracties van het CDA, Groen Links, Christenunie en de SGP stemden tegen, maar in 2004 was dat een minderheid in de Eerste kamer en werd mijn voorstel wet.

Inmiddels zijn we bijna zes jaar sinds de invoering per 1 januari 2005 verder. Het is een zonnige middag in New York. Ik zit achter mijn computer en bekijk de Nederlandse kranten. Mijn oog valt op een voornemen van de nieuwe staatssecretaris van Justitie, Fred Teeven, in 2004 nog officier van justitie. Hij kondigt aan het spreekrecht voor slachtoffers in de rechtszaal uit te breiden. De staatssecretaris vindt het bijvoorbeeld onrechtvaardig dat de ouders van verstandelijk gehandicapte kinderen, slachtoffer van een zedenmisdrijf, in de rechtszaal niet namens hun kind het woord mogen voeren. En waarom zouden er niet meer nabestaanden het woord mogen voeren?

Ik kan een glimlach niet onderdrukken. De massieve tegenstand van toen was angst voor het onbekende. Van alle opgeworpen obstakels is weinig gebleken. De wet werkt naar behoren en van onhanteerbare toestanden in de rechtszaal is in al die jaren niet gebleken.

Go Teeven, Go!

Boris Dittrich

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven