Strafrechtadvocaten Geert-Jan Knoops en zijn kantoorgenoot Carry Knoops-Hamburger zullen de mariniers, die betrokken waren bij bevrijding van de treinkaping bij De Punt in 1977, bijstaan in een civiele procedure tegen de staat.
De rechtbank Den Haag heeft in een tussenbeslissing bepaald dat een aantal mariniers dat betrokken was bij de beëindiging van de treinkaping als getuige dient te worden gehoord. Het echtpaar Knoops wordt geassisteerd door Eva Vogelvang en S. Clerc van hetzelfde kantoor.
Executie. Zo omschrijven nabestaanden van de treinkapers Max Papilaja en Hansina Uktolseja de afloop van de bevrijdingsactie van de Molukse treinkaping op 11 juni 1977 bij De Punt. De staat is aansprakelijk voor die ‘executie’, stellen zij: de twee Molukkers zijn in de trein door mariniers doodgeschoten terwijl ze al waren uitgeschakeld. Als ze waren aangehouden waren hun levens gespaard gebleven, aldus de nabestaanden.
Dat was voor de rechtbank voldoende reden om nader onderzoek te gelasten en aanvullende stukken op te vragen. De staat wil niet dat de betrokken mariniers door de rechter worden gehoord. Dat zou voor hen belastend zijn en een extra onderzoek is ‘tijdrovend en kostbaar’. De rechtbank veegde die argumenten van tafel. Mariniers zullen anoniem en afgeschermd worden gehoord.
De staat moet op 24 mei de transcripties van geluidsbanden van de mariniers tijdens de bestorming van de trein overhandigen, alsmede foto’s van de omgekomen Max Papilaja en tekeningen van de kogelbanen in de trein. Van die laatste twee heeft de staat al aangegeven dat ze daar niet over beschikt. Liesbeth Zegveld treedt op als advocaat van de nabestaanden.
