In een gepeperde brief aan voorzitter Jan Loorbach van de Commissie Herijking Gedragsregels heeft eigenaar Jan-Hein Strop van matchingsite LegalDutch zijn ongenoegen geuit over de ‘hetze’ die de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) voert tegen websites die ondernemers aan advocaten koppelen.
Verschillende geledingen binnen de NOvA hebben gesteld dat dergelijke sites in strijd zijn met het provisieverbod en dus taboe voor advocaten. Om problemen te voorkomen, laat Strop advocaten voorlopig niet betalen.
Hij wil naar de Autoriteit Consument en Markt stappen wegens ongeoorloofde beperking van de mededinging. Ook overweegt hij een civiele procedure tegen de NOvA.
Zwaard van Damocles
De Commissie Herijking Gedragsregels onder voorzitterschap van voormalig algemeen deken Jan Loorbach heeft een voorstel gedaan voor vernieuwing van het provisieverbod, vervat in Gedragsregel 2, lid 2. Strop richt zijn pijlen op Loorbach, omdat deze in het Advocatenblad van juni dit jaar bij Strop de indruk wekte dat onder de nieuwe gedragsregels een milder regime zou gelden voor koppelsites.
Maar uit het inmiddels gepubliceerde Consultatiedocument leidt Jan-Hein Strop af dat de voorgestelde provisieregeling net zo beperkend zal zijn als de oude. “Zo blijft het tuchtrecht als een zwaard van Damocles boven de markt hangen,” schrijft Strop. Het stuit hem ook tegen de borst dat de dekens van Den Haag en Den Bosch in juli advocaten hebben benaderd die zijn aangesloten bij LegalDutch. “Advocaten moesten zich verantwoorden voor hun aanwezigheid op het platform, onder uitdrukkelijke vermelding van het tuchtrecht.”
Digitale diensten weren
Strop vervolgt: “De reactie op marktinitiatieven lijkt er eerder op te wijzen dat ook u het provisieverbod misbruikt om nieuwe digitale diensten te weren die een deel van de markt veroveren.” Hij schrijft dat Loorbach het beeld bevestigt van de advocatuur als een ‘een in zichzelf gekeerde beroepsgroep die de markt afschermt ten koste van de klant’. “Mede om deze reden is het provisieverbod op langere termijn onhoudbaar.”
In een reactie laat Jan Loorbach weten dat de commissie de brief van Strop beschouwt als een individuele bijdrage aan de consultatie. “We zullen alle reacties in samenhang beoordelen, en niet tussentijds het debat aangaan,” verklaart Loorbach. Hij zegt verder dat koppelsites een verschijnsel van deze tijd zijn. “Koppelsites die aan alle voorwaarden voldoen, zijn wenselijk.”
In een opiniestuk op mr-online kaartte Strop de kwestie eerder aan.
