Het aantal rechtszaken is vorig jaar in vrijwel alle rechtsgebieden afgenomen. Het is een trend die al een paar jaar zichtbaar is. Dat staat in het jaarverslag van de Rechtspraak.
In 2017 werden er ruim 1,5 miljoen zaken afgehandeld; een jaar eerder waren dat er bijna 1,6 miljoen. “Op het eerste gezicht een goed teken: minder rechtszaken, minder conflicten,” schrijft de Rechtspraak in het jaarverslag.
Vermoedelijk is de daling volgens de Rechtspraak het gevolg van de verbeterde betalingsmoraal na de economische crisis. Omdat meer mensen op tijd de rekening betalen, komen zij minder in aanraking meer met incassobedrijven of de rechter. “Maar dit is helaas niet het hele verhaal.” Aan de daling zou namelijk ook de toegang tot de rechter ten grondslag liggen. “Steeds meer mensen vinden de gang naar de rechter te duur, te ingewikkeld en te ongewis.”
In een al moeilijk financieel jaar voor de Rechtspraak – met als grote boosdoener het digitaliseringsproject – heeft het verminderd aantal zaken verder bijgedragen aan de negatieve balans. De Rechtspraak krijgt per zaak betaald en minder zaken betekent minder geld.
Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, pleit er daarom voor dat de gang naar de rechter “eenvoudiger en minder formeel wordt”. Vorige week sprak Bakker zo al de wens uit de griffiekosten te verlagen. In hetzelfde kader stemde de ministerraad vrijdag in met een voorstel van Sander Dekker (Rechtsbescherming) de rechterlijke macht meer ruimte te geven om te experimenteren met flexibele vormen van rechtspraak.
Rechters hebben in 2017 wel meer tijd gehad per zaak, als gevolg van een uitbreiding van het personeelsbestand. Sinds eind 2016 is de werving van rechters geïntensiveerd, en in 2017 zijn ruim 100 nieuwe rechters in opleiding aangenomen.
