Mr. van de week: Stefan Sagel

Delen:

Stefan SagelMr. van de week is Stefan Sagel. Aanstaande donderdag promoveert hij op zijn proefschrift over het ontslag op staande voet aan de Universiteit Leiden. Sinds 1999 is Sagel advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek. Hij is gespecialiseerd in arbeidsrecht en civiele cassatie op arbeidsrechtelijk gebied. Verder is Sagel onder meer raadsheer-plaatsvervanger bij het Gerechtshof Den Haag.

Tot welke conclusies/aanbevelingen komt u in uw proefschrift?

De belangrijkste conclusie is wel dat het ontslag op staande voet voldoende “zeker” is, in die zin dat de drie wettelijke vereisten voor zo een ontslag (te weten onverwijldheid, mededeling van de reden bij ontslag en het bestaan van een dringende reden) een duidelijke betekenis hebben. In het algemeen is met voldoende zekerheid te voorspellen of zij vervuld zijn en een ontslag op staande voet dus rechtsgeldig gegeven is. De kritiek die in dit verband wel is geuit op het ontslag op staande voet, komt mij dan ook niet juist voor. Afgezien van een aantal juridisch-technische aanbevelingen, kom ik tot de “algemene” aanbeveling dat het ontslag op staande voet een rechtsfiguur is, die behouden zou moeten blijven. Het is bij uitstek een middel dat bijdraagt aan generale preventie, door middel waarvan de werkgever kan laten zien wat hij wel en niet toestaat binnen zijn onderneming. Die zekerheid is uiteindelijk ook in het belang van de werknemer: die weet waar hij aan toe is.

Raadt u anderen aan om naast hun baan te promoveren?

Alleen als je een onderwerp hebt, dat je zo interessant vindt dat ze je er midden in de nacht voor wakker mogen maken. Want nachtarbeid ligt wel in het verschiet. Ik heb zelf drie maanden vrijaf gekregen van ons bestuur, maar daarna heb ik bijna een half jaar vrijwel elke ochtend van een uur of zes tot negen thuis aan het boek geschreven, en daarnaast ook nog in de avonduren en weekenden. Om dat vol te houden moet je het wel ècht leuk vinden – en op heel veel begrip van je thuisfront kunnen rekenen. Ik ben net een heel weekend lang op bezoek geweest bij Kabouter Plop, Mega Mindy en Bumba in Plopsaland om de afgelopen anderhalf jaar een klein beetje goed te maken met mijn kinderen.

Wat vindt u van het Sociaal Akkoord?

Ik heb met verbazing kennis genomen van de wijze waarop de ontslagparagraaf uit dat akkoord in de media gepresenteerd is. De door het Regeerakkoord 2012 beoogde wijzigingen in het ontslagrecht zouden er door het sociaal akkoord wel komen, maar alleen later worden ingevoerd. Dat was de teneur van de berichtgeving. Beziet men vervolgens wat er ècht is overeengekomen voor en door de polder, dan blijkt dat die vlag de lading helemaal niet dekt. Het sociaal akkoord brengt op ontslagrechtelijk terrein een volkomen ander en heel veel werknemersvriendelijker systeem dan het regeerakkoord beoogde. De bonden hebben gewoon goed onderhandeld. Verdedigbaar is zelfs dat het sociaal akkoord de werknemersbescherming ten opzichte van het huidige systeem doet toenemen. Een voorbeeld: er komt hoger beroep en cassatie in de ontbindingsprocedure, dat lijkt me allesbehalve een versoepeling van het ontslagrecht. Een procedure die nu zo’n 2 maanden duurt, kan wel eens jaren gaan duren. Waar zich dat in gaat vertalen, laat zich raden. De werkgever zal die rechtsbescherming willen gaan afkopen. Ook de door het regeerakkoord beoogde maximering van de ontslagvergoeding op EUR 75.000 komt er helemaal niet. De rechter kan zonder enig plafond afwijken van dat maximum als het ontslag aan de werkgever te wijten is. Als de werkgevers in Nederland denken dat het ontslagrecht echt wordt versoepeld, gaan ze denk ik van een hele koude kermis thuiskomen.

Welk leerstuk binnen het arbeidsrecht moet nodig worden herzien?

De bescherming van flexwerkers, zoals mensen met oproepcontracten. Het verschil in rechtsbescherming tussen zulke werkers en mensen met een vaste arbeidsovereenkomst is hier en daar schrijnend. Het is goed dat het sociaal akkoord daarop gaat inzetten. Ik heb op dit moment een cassatie lopen over de vraag of werkgevers een goede reden moeten hebben om een oproepkracht niet langer op te roepen. Ik ben benieuwd hoe de Hoge Raad daar tegenaan kijkt.

Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?

Ik heb aan het begin van mijn boek een citaat opgenomen uit de film Philadelphia, wat mij betreft één van de mooiste rechtbankfilms en dan ook nog eens over een arbeidszaak. De film vertelt het verhaal van een veelbelovende jonge advocaat die een arbeidsconflict krijgt met zijn kantoor. In de rechtszaal wordt hem door zijn eigen advocaat de vraag gesteld wat hij het mooiste vindt aan het recht. Zijn antwoord: What I love the most about the law? It’s that every now and again – not often, but occasionally – you get to be a part of justice being done. That really is quite a thrill when that happens. Dat raakt denk ik wel de kern van hetgeen me inspireert in dit werk. Zeker niet alleen, maar vooral in de cassatiepraktijk.

Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?

Ik vind het lastig om er één zaak uit te pikken. Het leuke van de procespraktijk is nu juist, dat je iedere keer weer met je cliënt kunt meeleven in een procedure en kunt juichen bij een mooie overwinning of je een weekend lang beroerd kunt voelen, als je in het stof hebt gebeten. Er zijn heel wat hoogtepunten, maar die kunnen er alleen maar zijn door de dieptepunten. Dat gezegd zijnde, denk ik dat de kennelijk onredelijk ontslag-arresten van 27 november 2009 (Van der Grijp/Stam) en 12 februari 2010 (Rutten/Breed), waarin de Hoge Raad de verschillende door de hoven voor de berekening van kennelijk onredelijk ontslagvergoedingen ontwikkelde formules kraakte, zeker in het rijtje thuishoren, evenals een zaak als Davelaar/Allspan uit 2012, waarin de Hoge Raad besliste dat een ZZP’er ook onder de reikwijdte van de werkgeversaansprakelijkheidsregeling in het BW kan vallen. Dat zijn zaken die het arbeidsrecht echt een nieuw twist geven.

Welk wetsartikel vindt u het mooist?

Art. 7:611 BW scoort hoog, niet zo zeer vanwege de bepaling zelf – die heeft veel weg van een open deur omdat er niet meer staat dan dat werkgever en werknemer zich conform de eisen van redelijkheid en billijkheid jegens elkaar hebben te gedragen – als wel vanwege de verstrekkende rechtsontwikkelingen die op basis daarvan hebben plaatsgevonden. Van verplichtingen voor de werknemer om akkoord te gaan met voorstellen tot wijziging van de arbeidsovereenkomst, via verstrekkende informatieverplichtingen voor de werkgever bij overgang van onderneming tot een verzekeringsplicht van de werkgever voor verkeersongevallen van werknemers. Allemaal op basis van een wettelijke bepaling die niet langer is dan één zin, 18 woorden om precies te zijn.

Welk wetsartikel het slechtst?

Ik ben tegenstander van bepaalde aspecten van de ontbindingsprocedure ex art. 7:685 BW. Ik vind het niet goed uit te leggen dat een werknemer na een dienstverband van zeg 30 jaar, zijn arbeidsovereenkomst kan kwijtraken in een procedure met een zitting van een uurtje, waarin geen getuigen kunnen worden gehoord en bij een onjuiste beslissing geen hoger beroep mogelijk is. En dat terwijl je wel tot aan de Hoge Raad kunt procederen over de hoogte van de heg van je buurman, of omdat hij een deukje rijdt in je nieuwe bolide. Dat moet anders kunnen.

Welke juridische website raadpleegt u vaak?

Legal intelligence. Lekker compleet.

Welk boek las u het laatst?

De Hoge Raad en de Tweede Wereldoorlog van Corjo Jansen en Derk Venema. Een  genuanceerd boek over een fase die niet als de sterkste in de geschiedenis van de Hoge Raad heeft te gelden.

Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?

Ik heb geen ambities in de richting van het gevangeniswezen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven