Mr. van de week: Bastiaan Rijpkema

Delen:

Bastiaan Rijpkema. Foto: Erik Veld

Mr. van de Week is Bastiaan Rijpkema (1987), universitair docent bij de afdeling Encyclopedie van de rechtswetenschap, Universiteit Leiden. Hij is door de jury van het populairwetenschappelijke tijdschrift New Scientist als enige jurist genomineerd als Wetenschapstalent 2017.

Rechtsfilosofen debatteren graag over de vraag of het recht een kunde, geleerdheid of wetenschap is. Is het pleit met deze nominatie definitief beslecht?
Het is juist een kenmerk van wetenschap dat vragen nooit definitief beslecht zijn.

U onderzoekt onder andere hoe democratieën werken. Hoe kan de Nederlandse democratie beter functioneren, of valt er niets meer aan te verbeteren?
De Nederlandse democratie heeft een aantal sterke punten. Denk bijvoorbeeld aan het meerpartijenstelsel zonder kiesdrempel. Het zorgt ervoor dat geluiden uit de samenleving snel doordringen in het parlement, maar het biedt ook een waarborg tegen antirechtsstatelijke en antidemocratische partijen: zonder coalitie regeren is in Nederland niet mogelijk. In een tweepartijenstelsel hebben politieke excentriekelingen meer moeite om verkozen te worden – ze worden in de regel door de partijen al in een vroeg stadium buiten de deur gehouden –, maar áls het ze lukt, zijn de gevolgen veel groter. Ik zou zeggen: geniet dus een beetje van ons formatieproces.

Wel moeten we af van onze koudwatervrees ten aanzien van minderheidskabinetten. Een minderheidskabinet biedt democratische voordelen: de oppositie staat niet vier jaar langs de zijlijn en het brengt het debat weer terug waar het hoort, in het parlement. Politicoloog Sarah de Lange heeft er namens de Raad voor het openbaar bestuur recentelijk nog een lans voor gebroken. Met 71 zetels bevinden VVD, CDA en D66 zich in de ideale positie om een écht minderheidskabinet te laten slagen.

Antidemocratische bewegingen, die zelfs de democratie om zeep willen helpen, moeten een stem krijgen in de Nederlandse democratie. Eens of oneens?
Nee, althans: het zal altijd een voorwaardelijke stem zijn. Binnen de theorie die ik in Weerbare democratie ontwikkel, ontstaat het recht om een politieke partij te verbieden op het moment dat zo’n partij zich verzet tegen het zelfcorrigerende vermogen van de democratie. Maar dát het recht om in te grijpen ontstaat, betekent niet dat ook direct moet worden ingegrepen. Een democratie moet zelf het meest opportune moment kiezen.

Wat zou het voor u betekenen als alle Nederlandse juristen op u gaan stemmen, om zo de benoeming tot Wetenschapstalent in de wacht te slepen?
Dat zou geweldig zijn!

Als u het voor het zeggen had dan…?
Zou ik aan art. 2:20 BW een specifieke, op politieke partijen toegesneden verbodsgrond toevoegen. Partijen worden in Nederland verboden op basis van de algemene bepaling voor het verbieden van verenigingen (art. 2:20 BW). Het criterium daarbij is: strijd met de ‘openbare orde’. Die verbodsgrond is te vaag en sluit niet aan bij de bijzondere functie die politieke partijen vervullen in een democratie. Met mijn collega Gelijn Molier heb ik daarom onlangs in het Nederlands Juristenblad (afl. 10) een voorstel gedaan voor een afzonderlijke wettelijke bepaling inzake partijverboden.

Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
De toekenning van de Prinsjesboekenprijs 2016, de prijs voor het beste politieke boek van het jaar, voor Weerbare democratie. En daarnaast de vele debatten, lezingen en gesprekken naar aanleiding van het boek: het is heel mooi om met zoveel mensen van gedachten te kunnen wisselen over een zo fundamenteel onderwerp als de grenzen van onze democratie.

Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
George van den Bergh. In 1936 hield hij zijn oratie als hoogleraar Staatsrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Tegen de stroom in pleitte hij, als een van de eersten, voor een weerbare democratie, een democratie die zichzelf verdedigt tegen antidemocraten. De politiek-filosofische rechtvaardiging die Van den Bergh daarvoor aandraagt (het zelfcorrigerende vermogen van de democratie) vormt de basis van de theorie in mijn boek.

Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Art. 17 EVRM, de ‘misbruik van recht’-bepaling: verdragsrechten mogen niet worden ingezet tegen de verdragsrechten zelf. Een naoorlogse codificatie van de weerbare democratie-gedachte. Terugblikkend schreef Van den Bergh in zijn afscheidsrede: “Ik mag dus niet ontevreden zijn.”

Welke juridische website raadpleegt u vaak?
www.njb.nl

Welk boek las u het laatst?
Ik lees Mogelijkheid van een eiland van Michel Houellebecq nu voor de tweede keer. Ik vind het zijn beste roman, waarmee hij eigenlijk de Prix Goncourt had moeten winnen (in plaats van met De kaart en het gebied).

Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Claude Lefort. Een cruciale Franse denker over politiek, waar net een uitstekende nieuwe Nederlandse vertaling van is verschenen. Een democratie is voor Lefort altijd onbepaald, je kunt haar niet op één verhaal vastleggen. Tegelijkertijd waarschuwt Lefort dat het totalitarisme uit de democratie kan voortkomen. Maar maakt het eerste het niet onmogelijk om je te verdedigen tegen het tweede? Ik heb daar natuurlijk wel een idee over, maar nog liever zou ik het hem zelf vragen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven