Er wordt nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de Twentse advocatensoap rond Stjepan Kukolja en Mark Wullink. De beide voormalige advocaten eisen in kort geding dat de burgemeester van Borne stopt met het – samen met de deken – tegen hen samenspannen. Het kort geding dient op woensdag 8 november bij de rechtbank in Almelo.
Wegbestemmen
Het geding is de zoveelste rechtszaak in een al zes jaar durende conflict met als hoofdrolspelers de deken Carl Luttikhuis, burgemeester Welten van Borne, de advocaten Kukolja en Wullink en hun cliënt Katgert. De zaak draait om het ‘wegbestemmen’ van het huis van Katgert.
Rectificatie
Naast het stoppen van de samenspanning eisen Kukolja en Wullink dat de gemeente ophoudt met beweren dat Katgerts gebouwen illegaal zijn. Ook verlangen ze dat de gemeente de klacht bij de deken over ‘het grote aantal procedures en gebrek aan professionaliteit’ intrekt. Ten slotte vorderen de advocaten dat de gemeente een rectificatie plaatst en dat de gemeente inzage geeft in een aantal e-mails aan de deken.
Vertrouwelijke correspondentie
In een eerder kort geding, over de vraag of deken Luttikhuis vertrouwelijke correspondentie tussen cliënt en advocaten mocht opvragen in verband met ‘ontvangen signalen’ trok de deken aan het langste eind. Katgert werd toen in het ongelijk gesteld. Daarna zijn Kukolja en Wullink uitgetreden als advocaat. De familie Katgert ging tegen het vonnis in beroep.
Immateriële schade
Nu richten de advocaten zelf hun pijlen op de gemeente Borne. Die heeft volgens het duo grote immateriële schade aan hen heeft toegebracht, onder meer door een dekenklacht in te dienen en daar ruchtbaarheid aan te geven.
Hoge Raad
Kukolja en Wullink voelen zich in deze zaak gesteund door een arrest van de Hoge Raad. De gemeente heeft jarenlang volgehouden dat er geen sprake was van ‘wegbestemmen’ en kreeg daarin gelijk van de rechtbank en het gerechtshof. Maar in zijn arrest van 6 oktober 2017 oordeelde de Hoge Raad dat wel sprake was van ‘wegbestemmen’ en verwees de zaak naar het Gerechtshof Den Bosch. Volgens Kukolja en Wullink plaatst dit arrest het conflict tussen de gemeente en de advocaten in een ander daglicht: niet zij zelf zijn de querulanten, maar de gemeente, menen zij.