‘Afschaffing verjaringstermijn is symboolpolitiek’

Delen:

Het afschaffen van de verjaringstermijn van zware delicten is volgens advocatuur en wetenschap een onpraktisch, ondoordacht en ‘illusiewekkend’ voorstel. De resultaten die hiermee kunnen worden bereikt zijn minimaal en wegen niet op tegen de rechtszekerheid. Het kabinet lijkt vooral een signaal af te willen geven aan de samenleving.

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie stelt voor de verjaringstermijn van misdrijven met een gevangenisstraf van acht jaar of meer (bijvoorbeeld zware mishandeling en diefstal met geweld), te verlengen naar twintig jaar in plaats van de huidige twaalf jaar. Vervolging van ernstige delicten zoals verkrachting, mensensmokkel en doodslag moet volgens de minister van Veiligheid en Justitie zelfs altijd mogelijk zijn. Daarom wil hij de verjaring afschaffen van misdrijven waar een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer op staat. De voorgestelde maatregelen vloeien voort uit het regeerakkoord en sluiten aan bij het streven van het kabinet om de positie van slachtoffers en nabestaanden te verbeteren.

“Dat de verjaringstermijn wordt opgerekt, kan ik mij voorstellen, maar afschaffen gaat echt te ver”, aldus Pieter van der Kruijs, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten. “Ik zie het al voor me: een katholieke dementerende priester van 90 jaar in het verdachtenbankje. Waar zijn we dan in hemelsnaam mee bezig? Niemand gelooft toch dat hij de gevangenis in zal worden gestuurd? Hooguit een voorwaardelijke straf, maar zal dat het slachtoffer meer genoegdoening geven dan een brief van de kerk en of priester zelf waarin zij hun spijt betuigen en misschien zelfs schadevergoeding aanbieden? Of in zo’n situatie het strafrecht nog een functie heeft of moet hebben, kun je je afvragen.”

Betrouwbaarheid bewijs

François Kristen, hoogleraar straf(proces)recht aan de Universiteit Utrecht, heeft ook zo zijn twijfels over het wetsvoorstel. De achterliggende gedachte van het plan is het strafrecht in te kunnen zetten om bescherming te bieden aan slachtoffers van misdrijven en hun nabestaanden door altijd repressief op te kunnen treden, ook als er tientallen jaren zijn verstreken. “Daaruit spreekt de sterke behoefte aan vergelding. Dat past bij het strafrechtelijke klimaat dat nu in de politiek heerst en door het kabinet wordt gepropageerd , dat daarin wordt gesteund door de gedoogpartij die er om bekend staat nogal ferme standpunten hierover te hebben. Een dader mag zijn straf niet kunnen ontlopen, er moet altijd kunnen worden vervolgd. Die gedachte zie je duidelijk terug in het wetsvoorstel, maar ik vraag me af of dat wel een juiste gedachte is.”
Volgens Kristen zijn de verjaringstermijnen onder meer ingevoerd, omdat op een bepaald moment de effecten van een misdrijf zijn weggeëbd. De vraag is of dan nog een zaak ge- of heropend moet worden. Als na bijvoorbeeld twintig jaar vervolgd wordt, kan dat veel emoties bij de slachtoffers oproepen, terwijl zij misschien alles al verwerkt hadden. Kristen: “Daarbij komt dat hiermee verwachtingen worden gewekt die vaak niet zijn waar te maken. Hoe kan na twintig jaar nog worden achterhaald wat er precies gebeurd is? Dat argument wordt ontkracht door het ministerie door te stellen dat we geavanceerde DNA-technieken hebben die tot betrouwbare uitkomsten moeten kunnen leiden in het strafproces. Maar dat alleen is niet voldoende. Een belangrijk onderdeel van de bewijsvoering zijn getuigenverklaringen. Oude verklaringen moeten dan in het proces worden gebruikt. Het is aan de rechter om die verklaringen te beoordelen, maar in een heel andere context en in een andere tijd. Veel getuigen zullen niet meer weten wat ze destijds verklaard hebben. Naarmate de tijd verstrijkt, zullen steeds meer vragen opkomen omtrent de betrouwbaarheid van de bewijsvoering. Het kan heel goed dat men tot een vrijspraak komt, omdat het bewijs onvoldoende (betrouwbaar) is, terwijl met dit voorstel juist de verwachting wordt gewekt dat effectief strafrechtelijk kan worden opgetreden.”
De Tilburgse hoogleraar straf(proces)recht Theo de Roos is ook geen voorstander van het voorstel. Hij noemt de afschaffing van de verjaringstermijnen op zo’n ruimhartige manier ‘illusiewekkend’. “We zetten de deur open voor een hele serie delicten, dat vind ik bezwaarlijk. Het kabinet loopt een groot risico iets voor te spiegelen dat niet waar kan worden gemaakt: zaken zouden ten eeuwigen dage strafbaar en vervolgbaar blijven. Het suggereert dat na een lange tijd nog meer feiten kunnen worden opgehelderd, maar dat zal in de praktijk enorm tegenvallen.” De Roos wijst op het gebrek aan opsporingscapaciteit en het feit dat na verloop van jaren het alleen maar moeilijker wordt om een zaak op te helderen. “Een DNA-match is natuurlijk wel een aanwijzing, maar er is veel meer voor nodig om tot een veroordeling te komen.” De verjaringstermijn bij moord en oorlogsmisdaden is al afgeschaft. De hoogleraar zegt daarmee te kunnen leven, maar de gedachte dat door afschaffing van de verjaringstermijn van een heleboel delicten opeens enorme mogelijkheden gecreëerd worden, vindt hij onzin. “Daarmee worden illusies gewekt.”

Afbreuk rechtszekerheid

Van der Kruijs stelt ook dat het ministerie met dit voorstel meer belooft dan kan worden waargemaakt. “Het leeuwendeel van de zaken wordt door de politie niet vervolgd om talloze redenen. Door dit voorstel kunnen ze een zaak helemaal niet meer opzij leggen. Er wordt hiermee gesuggereerd dat de politie zich altijd actief met een zaak zal bezighouden. Dat is natuurlijk niet zo.” De advocaat vindt dat het strafrecht al heel ruimhartige verjaringstermijnen kent. “Op een gegeven moment is er vanuit het oogpunt van rechtszekerheid vastgelegd dat er een deadline is.”

Ook zijn collega Willem Jan Ausma, advocaat in Utrecht, wijst hier op. “Naar mijn idee doet dit voorstel afbreuk aan de rechtszekerheid. Als op enig moment na zoveel jaar toch een zaak opnieuw behandeld gaat worden, dan is de kans groot dat er geen getuigen (meer) zijn of dat zij zich niet of nauwelijks meer iets kunnen herinneren. Ook ander bewijs raakt in de loop der jaren verloren of wordt minder betrouwbaar. Als dat steeds minder wordt, dan wordt het toch een beetje drijfzand waarop zo’n zaak behandeld gaat worden. Dat doet onze rechtsstaat geen eer aan.” Genoegdoening van slachtoffers of nabestaanden weegt volgens Ausma niet op tegen de rechtszekerheid.

Symboolpolitiek

Kristen ziet sowieso niet in waarom aan de verjaringstermijnen getornd moet worden. “De noodzaak ontbreekt wat mij betreft. Er wordt met dit voorstel zomaar over belangrijke vragen zoals hoe met oud bewijs moet worden omgegaan heen gestapt. En uit niets blijkt dat de opsporingscapaciteit wordt uitgebreid. Iets dat dit voorstel wel vergt. Het lijkt vooral te gaan om ‘symboolpolitiek’ waarbij alleen het adagium dat een dader zijn straf niet mag ontlopen wordt gediend. Dit signaal naar de samenleving past bij het huidige politieke klimaat, maar ik maak mij daar wel zorgen over.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven