Blokkering benoeming Buruma onterecht

Delen:

De bezwaren van de PVV tegen de toetreding van Ybo Buruma tot de Hoge Raad zijn onterecht. Het is juist goed dat mensen met een zeer kritische houding raadsheer worden. Dat past bij deze tijd en is van belang voor de kwaliteit van de rechtspraak. Dit blijkt uit een rondgang die Mr. deed langs een drietal wetenschappers.

Vorige week maakte de Radboud Universiteit Nijmegen bekend dat hoogleraar straf(proces)recht Ybo Buruma per september toetreedt tot de Hoge Raad (HR). Later deze maand moet de Tweede Kamer deze voordracht nog formeel goedkeuren. De PVV wil de benoeming voorkomen en heeft daarom voor vandaag een hoofdelijke stemming in de Tweede Kamer aangevraagd. Tweede Kamerlid Louis Bontes vindt de voordracht een ‘enorme schande’, omdat Buruma volgens hem ‘veel te politiek is’. Bontes heeft onder meer tegenover de media verklaard: “Hij heeft onze partijleider met de Italiaanse fascistische dictator Mussolini vergeleken. En daar wordt hij nu voor beloond, terwijl Wilders voor zijn uitspraken wordt vervolgd.”

Afbreuk rechterlijk gezag

“De bezwaren van de PVV zijn volstrekt misplaatst en niet ongevaarlijk”, zegt Hendrik Kaptein, rechtsfilosoof aan de Universiteit Leiden. “Dat kan leiden tot Amerikaanse toestanden. In Nederland kennen we een vrij apolitiek benoemingsbeleid en dat moeten we zo houden. We moeten met alle middelen zien te voorkomen dat de benoeming van de hoogste rechters een verlengstuk wordt van de politiek. Dat zou aan het rechterlijke gezag sterk afdoen. Daarbij kan de machtenscheiding in het geding komen.”

Formeel gaat de volksvertegenwoordiging over de benoeming van de raadsleden, maar dat is volgens Kaptein echt iets anders dan het voeren een politieke discussie hierover. Hij verbaast zich dan ook over de aanvraag van de PVV om een hoofdelijke stemming. “Dat is natuurlijk volstrekt krankzinnig. Het is meer voor de Bühne, want ze weten donders goed dat ze aan het kortste eind gaan trekken. De PVV lijkt overigens te beweren dat als Buruma toetreedt tot de HR er milder gestraft zal worden, hieruit blijkt dat men echt geen flauw benul heeft van wat de HR nu eigenlijk doet.”

In 2006 schreef Buruma mee aan het verkiezingsprogramma van de PvdA, maar hij is geen lid van de partij. In het NRC van zaterdag 11 maart zegt procureur-generaal Jan Watse Fokkens dat politieke voorkeuren en standpunten tot nu toe geen rol bij de benoeming van leden van de HR spelen. Iets waar de PVV op aanstuurt. Fokkens is daar fel op tegen. Volgens hem moet alleen worden gekeken naar de kwaliteiten van de betrokkene en is Buruma een van dé vooraanstaande strafrechtjuristen in Nederland.
Taru Spronken, hoogleraar straf(proces)recht aan de Universiteit Maastricht, is het volledig met Fokkens eens: “Ik vind het echt overdreven wat de PVV nu doet. Een politieke signatuur en kritische houding zijn op zichzelf geen redenen waarom iemand niet tot de HR zou mogen toetreden. Het gaat om juridische kwaliteiten en integriteit. Maar voor dit soort argumenten is de PVV kennelijk niet gevoelig. Haar handelen past in de algemene trend om het gezag van de rechterlijke macht ter discussie te stellen. Kritiek mag natuurlijk, maar het moet wel ergens op slaan”.

Spronken schaart zich daarom achter het standpunt van Fokkens: “We moeten ons gewoon niet laten gek maken.” Overigens benadrukt zij dat Buruma niet afwijkt van huidige raadsleden. “Ik vind niet dat hij een uitgesproken (ander) profiel heeft. Hij is breed georiënteerd, is een uitstekend jurist en heeft een lange staat van dienst. Ik begrijp dan ook niet zo goed wat de PVV hiermee, afgezien van een beschadigingsactie, denkt te kunnen bereiken.”

‘All in the game’

De nominatie van Buruma verbaast Eddy Bauw, hoogleraar rechtspleging aan de Universiteit van Amsterdam, allerminst. Bauw spreekt van een ‘aanwinst’ voor de HR. “Hij is vooraanstaand wetenschapper en veel raadsheren hebben een dergelijke achtergrond. Buruma kan ingewikkelde strafrechtelijke kwesties goed uitleggen aan een breed publiek. Zijn optreden getuigt van kritische zin (ook ten opzichte van de rechtspraak) en een grote maatschappelijke betrokkenheid. Beide lijken mij goede eigenschappen voor een raadsheer in de HR in deze tijd.”
Ook Kaptein kijkt uit naar de benoeming van Buruma. “Om Buruma kan de gevestigde juristenorde niet heen. Bovendien wist hij zijn kritische noten elegant te verpakken. Hij is ‘één van hen’ én kritisch over de strafrechtspleging. Critici van buiten worden ten onrechte nogal eens niet serieus genomen.”

De Radboud Universiteit Nijmegen zegt in het persbericht dat de benoeming van Buruma past in de ingezette trend van de HR om de ‘deuren naar buiten verder open te zetten’. De rechterlijke organisatie wil met een duidelijker gezicht naar buiten treden. Volgens Bauw is dit een goede ontwikkeling. “Het is tenslotte een college dat belangrijke beslissingen neemt met belangrijke gevolgen voor de samenleving, ook al hebben de meeste mensen daar maar weinig besef van. Het lijkt mij dat iemand als Buruma aan deze positieve ontwikkeling een goede bijdrage kan leveren.”

Door de ingezette trend lijkt het voor de hand liggend dat waar men zich meer wil oriënteren op de samenleving, de wat meer geprononceerde mensen eerder in aanmerking zullen komen dan vroeger. Bauw noemt dit ‘all in the game’ en ‘zeer wenselijk’. “Als er nu meteen moeilijk wordt gedaan over mensen met een wat meer uitgesproken profiel, dan wordt die positieve ontwikkeling bepaald niet gestimuleerd en dat zou ik betreuren.”

Kaptein valt Bauw bij: “‘Gekleurde’ mensen kunnen uitstekende opperrechters zijn. Grijze muizen zijn niet als zodanig voldoende feitengevoelig en kritisch. Als raadsheer moet je natuurlijk wel oppassen met wat je zegt, dus geen politieke uitspraken doen. Maar het is niet zo dat een kritische houding de kwaliteit van de rechtspraak in de weg staat. Integendeel, het ligt juist in elkaars verlengde. Zonder kritische houding is er geen fatsoenlijke rechtspraak.”

Bauw vindt overigens dat in de discussie men de invloed van een enkele raadsheer sterk overschat. Er wordt namelijk rechtgesproken in meervoudige kamers van drie tot vijf raadsheren en de belangrijkste beslissingen worden in nog breder verband besproken.

Geen ‘entre nous’

Huidige leden van de HR bepalen wie voor benoeming in aanmerking komt. Zij stellen een lijst met zes kandidaten op waarvan er drie door de Tweede Kamer worden voorgedragen en vervolgens worden benoemd bij koninklijk besluit. “Vaak gaat het om voor de hand liggende keuzes, om mensen die in de juridische wereld hun sporen ruimschoots hebben achtergelaten”, aldus Bauw. Het komt zeer zelden voor dat de Tweede Kamer zich inhoudelijk met de selectie bemoeit en afwijkt van de lijst van de HR. De HR regelt dus in feite zijn eigen opvolging. Kaptein: “De goedkeuring van de Tweede Kamer stelt eigenlijk niets voor. Er wordt wel beweerd dat daardoor het gevaar van inteeltcultuur kan rijzen, maar de voordracht van Buruma is hiervan het tegenbewijs. Dat is absoluut geen ‘entre nous’.”

De hoogleraren zijn het er over eens dat de bijdrage van Buruma aan de strafrechtswetenschap groot is geweest. Maar volgens hen zal dat door zijn vertrek niet verloren raken. Kaptein zegt dat Buruma ook rechtsvormend aan de wetenschap belangrijke bijdragen kan blijven leveren. Bauw voegt daaraan toe: “Als we daar een goed raadsheer in zo’n belangrijk college als de HR voor terugkrijgen, worden we er misschien alleen maar beter van.” Ook Spronken gelooft dat Buruma een heel waardevolle bijdrage zal leveren aan de cassatierechtspraak. “We zullen dat alleen niet duidelijk merken. We kennen immers geen systeem van ‘dissenting opinions’. Wat zijn inbreng precies zal zijn, blijft gissen.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven