Strafrechtonderzoekers van Tilburg University willen dat de overheid onderzoek gaat bevorderen of doen naar de effecten van detentie op de psyche van de gevangene.
Dat doen zij naar aanleiding het proefschrift van neurowetenschapper Jesse Meijers. In het onderzoek, waarop Meijers in 2015 promoveerde aan de Vrije Universiteit, stelt hij dat hersenfuncties van gevangenen met betrekking tot impulsbeheersing al na drie maanden detentie achteruitgaan. Een verminderde impulsbeheersing zou een succesvolle terugkeer in de samenleving bemoeilijken.
Een mogelijke verklaring voor de achteruitgang van de hersenfuncties is de sobere omgeving in de gevangenis, waar gedetineerden weinig lichamelijke en sociale, geestelijke en sociale activiteit hebben. Ook kan de voeding die gevangenen voorgeschoteld krijgen invloed hebben op de hersenfuncties.
“Het is niet zo dat de voeding in gevangenissen per definitie slecht is,” licht Sjors Ligthart, onderzoeker aan de Tilburg University en initiatiefnemer van het pleidooi, toe. “Maar er is onderzoek dat erop wijst dat een combinatie van betere voeding, fysieke beweging en sociale interactie een positieve bijdrage kan leveren met betrekking tot het gedrag van gedetineerden. Zou zou een hogere dosis Omega 3 de agressiecontrole kunnen bevorderen.”
Volgens Ligthart zou de overheid onderzoek naar effecten van de detentieomgeving moeten bevorderen dan wel uitvoeren, daar een belangrijk wettelijk uitgangspunt voor detentie het resocialiseren van de gedetineerde is. “De verantwoordelijkheid voor een succesvolle terugkeer in de samenleving ligt uiteindelijk bij de gedetineerde zelf, maar de vraag rijst in hoeverre de gedetineerde die verantwoordelijkheid kan dragen als belangrijke hersenfuncties die daarvoor nodig zijn achteruitgaan tijdens het verblijf in de gevangenis.”
