Onschuldige verdachten: zelden geloofwaardig alibi

Delen:

Ricardo Nieuwkamp

Slechts twee procent van alle onschuldige verdachten blijkt in staat een geloofwaardig alibi te leveren. Dat blijkt uit onderzoek van rechtspsycholoog Ricardo Nieuwkamp, die hierop 7 maart aan de Universiteit Maastricht promoveert. Zijn proefschrift is getiteld Where I was and how I will prove it; on the believability of alibis.

Rechercheurs vinden een alibi pas geloofwaardig als het ongewijzigd blijft en wordt ondersteund door sterk bewijs, zoals camerabeelden. Onschuldigen hebben echter vaak zwakker bewijs voor hun alibi, bijvoorbeeld een familielid als getuige. Daarnaast kunnen mensen zich ook simpelweg vergissen in data of locaties, of in eerste instantie hebben gelogen, bijvoorbeeld om te verdoezelen dat ze bij een minnaar of minnares waren.

Volgens Nieuwkamp kan, als tenminste de geloofwaardigheid van een alibi correct wordt beoordeeld, er al meteen aan het begin van een politieonderzoek een onderscheid worden gemaakt tussen onschuldigen en mogelijke verdachten. Maar die beoordeling is niet altijd correct, zoals blijkt uit de zaken waarin zich een rechterlijke dwaling voordoet. Het komt vaker voor dat een alibi moet worden aangepast vanwege bijvoorbeeld geheugenfouten of om een geheime relatie te verbergen, stelt Nieuwkamp. Vreemd genoeg blijkt de latere aanpassing van een alibi vanwege seksuele escapades de geloofwaardigheid ervan zelfs te versterken.

Nieuwkamp toont in zijn proefschrift aan dat zowel het verstrekken van een geloofwaardig alibi als het beoordelen daarvan in de praktijk geen sinecure is. Louter uitgaan van de sterkte van het ondersteunend bewijs lijkt onvoldoende om een alibi te beoordelen. Nieuwkamp is één van de eerste onderzoekers die politierechercheurs bij onderzoek naar de geloofwaardigheid van alibi’s heeft betrokken. Hij concludeert in zijn dissertatieonderzoek dat rechercheurs bij het beoordelen van een alibi rekening zouden moeten houden met de inhoud van het alibi, de haalbaarheid van (sterk) bewijs en de feilbaarheid van het geheugen. Hij vindt dat wetenschap en praktijk elkaar door kruisbestuiving in de beoordeling van alibi’s kunnen versterken. Toekomstig onderzoek op basis van deze samenwerking kan ervoor zorgen dat alibi’s beter naar waarde worden geschat, zodat onterechte veroordelingen en vrijlatingen kunnen worden voorkomen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven