Als een niet-beëdigde rechter heeft meebeslist over een zaak, levert dat een nietig besluit op en moet de procedure in hoger beroep opnieuw worden gevoerd. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld over een zaak bij het Gerechtshof Amsterdam, waarbij een niet-beëdigde raadsheer betrokken was.
Het ging in deze kwestie om een beschikking over een ondertoezichtstelling van een minderjarige. De zaak werd in hoger beroep op 25 oktober 2016 afgehandeld door de meervoudige kamer van Gerechtshof, waarvan één rechter-plaatsvervanger bij vergissing nog niet was beëdigd. Die beëdiging heeft zes dagen later alsnog plaatsgevonden.
De president van het Gerechtshof heeft dit laten weten aan de partijen en voegde daaraan toe: “Dit zou de uitspraak vernietigbaar kunnen maken.” Een correcte voorspelling, zo bleek bij de behandeling door de Hoge Raad. Het Hof Den Haag moet zich nu over de zaak buigen.