Rechtspraak-IT: het moet, het kan, maar het is niet makkelijk

Delen:

Beste collega,

Lang heb ik geaarzeld of ik met je in discussie zou gaan over je togacolumn in NRC met de dreigende kop ‘ICT-leveranciers hebben de Rechtspraak klemvast’. Maar toen las ik je Mr. van de week-interview in Mr. van januari 2017. Je bepleit daar afschaffing van de Herindeling van de Gerechtelijke Kaart en van de Raad voor de Rechtspraak. We hebben als rechters gelukkig vrijheid van meningsuiting. Ik ga jouw meningen niet bestrijden. Ik had al besloten dit blog niet te publiceren, totdat mijn IT-team me vroeg om het toch asjeblieft wel te doen. Zij voelen zich door alle publiciteit ernstig tekort gedaan. Daarom grijp ik, bij nader inzien, de gelegenheid toch maar aan om wat feiten op een rijtje te zetten.

Uit de verhoren van de commissie-Elias komt naar voren dat een IT-project als mislukt kan worden beschouwd wanneer de ontwikkelde software niet in gebruik wordt genomen. Vertraging of kostenstijging zijn op zichzelf genomen geen reden om een project als mislukt te beschouwen.

De eerste KEI-systemen zijn in 2015 in gebruik genomen. Er zijn sinds april 2015 meer dan 20.000 asiel- en bewaringszaken gedaan met het KEI-systeem. De gebruikers in de gerechten zijn daar nu heel tevreden over. Zittingsplanning is nu een kwestie van uren, en niet langer van weken. Sinds september 2016 zijn er iets meer dan 650 handelsvorderingen ingediend. Een deel daarvan is ook al afgehandeld, waaronder eentje met een doorlooptijd van 7 weken. Bij de handelsvorderingen zijn ze nog niet zo tevreden, en daarom is het systeem ook nog niet landelijk uitgerold. Dat komt in de loop van 2018. Faillissementscuratoren kunnen sinds november 2015 digitaal informatie uitwisselen met de rechtbank in alle soorten faillissementszaken. Ruim 80 % van alle lopende faillissementszaken wordt nu digitaal gedaan. In die zaken verloopt de interactie tussen de curator en rechter digitaal. Professionele bewindvoerders communiceren vanaf 6 november 2017 digitaal met alle rechtbanken. De software, voor KEI Toezicht, en KEI Bestuur en Civiel, is dus al een paar jaar in gebruik.

De Raad van State heeft, in het advies van 2014 over de KEI-wetgeving, gewezen op het risico van procesvernieuwing en digitalisering in één operatie. De Raad van State wees er ook op dat eerdere adviezen om het onderscheid tussen vorderingen en verzoeken te laten vervallen en alle procedures op basis van een verzoek te behandelen niet gevolgd waren, en dat dit de complexiteit van de digitalisering verhoogde. De wetgever heeft deze adviezen van de Raad van State niet gevolgd. Daardoor werd het ontwerpen en bouwen van KEI Civiel ingewikkelder, en dus duurder, dan eerst gedacht. En zo waren er nog een paar dingen die in 2014 niet voorzien konden worden. Ik noem artikel 113 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dat in een later wetsontwerp opdook. Kort gezegd: eerst betekenen en dan pas indienen, terwijl artikel 112 uitging van eerst indienen en dan oproepen, met of zonder betekening. Artikel 113 had ook tot gevolg dat het, bij nader inzien dus, niet mogelijk bleek anderen dan advocaten toegang te geven.

Je moet digitalisering simpel houden, en dat is trouwens helemaal geen nieuw inzicht. De Algemene Rekenkamer deed op verzoek van de Tweede kamer onderzoek naar IT-projecten bij de overheid, en rapporteerde uitvoerig in 2007. De dynamiek van de politiek maakt overheids-IT-projecten ingewikkeld. Maar ook organisatorische en technische factoren maken overheidsinformatisering complex. Kijk maar naar de Belastingdienst. Dat ging ook niet meteen goed, en toch doen wij nu al jaren digitaal aangifte.

Stel: je weet dat het simpel moet, maar de onderzoeken van de Rekenkamer maken ook duidelijk dat er complicaties zullen gaan komen. Dat is de vraag: wat doe je dan? Dan maar niet digitaliseren? Ik kan niet voor de wetgever of de Raad voor de Rechtspraak spreken, maar wel voor mezelf, als product owner van KEI civiel. Ik vond dat we het toch maar wel moesten doen, want dit was een kans die anders misschien de eerste tien jaar niet weer zou komen. Bij elke beslissing moet je dan wel goed de regel van de eenvoud toepassen: kan het eenvoudiger, is het überhaupt nodig? Dat bleek niet altijd mogelijk als gevolg van de wetgeving, de omgeving van deurwaarders en advocatuur, de eisen en wensen van de gebruikers binnen de rechtspraak, de technologie, veiligheidseisen en nog zo een paar factoren. Maar zoals hierboven blijkt, er zijn een aantal dingen gedigitaliseerd, en die werken. De handelsvordering is nog niet landelijk uitgerold. Dat komt ook omdat de wet dermate ingrijpend is gewijzigd dat ook de gerechten er veel werk aan hebben om op de nieuwe manier te gaan werken.

Beste collega, wij rechters zijn de hoeders van de bestaande rechtsorde. Ons werk bestaat uit terugkijken en beslissen wie de schuld moet krijgen van wat er fout is gegaan. Daar is niks mis mee. Maar vooruit kijken en bedenken hoe het anders kan is niet onze natuurlijke habitus. Innoveren in de rechtspraak is dus moeilijk. Wie bij voorbaat bang is om de schuld te krijgen durft niet te innoveren. Achteraf met de vinger wijzen helpt ons niet vooruit. Maar innoveren moet wel, want we verliezen marktaandeel aan dingen als e-court, en we doen niet genoeg om gewone mensen toegang tot de rechter te geven.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven