Recordaantal vragen vreemdelingenrecht bij Hof EU

Delen:

Foto: Depositphotos

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft afgelopen jaar zeven keer prejudiciële vragen gesteld aan het Europees Hof van Justitie over vreemdelingenrecht. Dat is meer dan ooit tevoren, staat in het jaarverslag van de Raad van State.

Rechters uit alle EU-lidstaten kunnen aan het Hof vragen uitspraak te doen over de uitleg van het Europees recht en over de geldigheid en de uitleg van de handelingen van de Europese instellingen. Dat kunnen zij doen als zij antwoord nodig hebben om tot een vonnis te komen.

Van de in totaal tien keer dat de Nederlandse Afdeling bestuursrechtspraak een prejudiciële vraag stelde, gingen er zeven over vreemdelingenrecht. In vier afzonderlijke stelde de afdeling vragen over het verlies van nationaliteit. Op basis van de Rijkswet op het Nederlanderschap is het mogelijk om onder bepaalde omstandigheden van rechtswege de Nederlandse nationaliteit te verliezen. Met de gestelde prejudiciële vraag wil de Afdeling weten of deze nationale regeling in overeenstemming is het met Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). Het verlies van de Nederlandse nationaliteit betekent namelijk dat iemand geen burger van de Europese Unie meer is.

De Afdeling stelde verder onder meer de vraag of de Europese procedure- en terugkeerrichtlijn verplichten om aan het hoger beroep in asielzaken automatisch schorsende werking toe te kennen. In Nederland heeft dit beroep op dit moment geen schorsende werking. Hierdoor verblijft een vreemdeling gedurende de periode dat zijn hoger beroep in behandeling is onrechtmatig in Nederland. Op dat moment kan de vreemdeling bijvoorbeeld ook geen uitkering aanvragen. De Afdeling wil van het Hof weten of dit in overeenstemming is met voornoemde richtlijnen.

In twee zaken heeft de Afdeling een vraag gesteld over de Dublinverordening. Volgens de Afdeling heeft de Dublinverordening tot doel om te waarborgen dat slechts één lidstaat kan vaststellen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming door een vreemdeling. Door middel van de  prejudiciële vraag wil de Afdeling weten of haar uitleg van het doel van de Dublinverordening juist is.

Daarnaast stelde de Afdeling tweemaal vragen  over de toepassing van het Programma Aanpak Stikstof (PAS), en werd een vraag gesteld over de geldigheid van kentekenplaten van motorvoertuigen uit andere Europese lidstaten die zijn geproduceerd voor de datum waarop de Europese Kentekenbewijzenrichtlijn in werking is getreden

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven