Opmerkelijke arresten

Delen:

Van de huurrechtelijke jurisprudentie over de afgelopen periode, trekken in het bijzonder twee uitspraken van Hof Den Bosch betreffende opslagruimte de aandacht.

Hof Den Bosch 20 mei 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:2000

Verhuurder exploiteert een opslagbedrijf in een pand waarin zeecontainers en houten containers worden verhuurd als opslagruimte. De zeecontainers staan op de vloer van het pand en fungeren tevens als draagvloer voor de houten containers. Alle containers zijn verplaatsbaar. Volgens het hof markeren de zeecontainers en de houten containers in feite het afgebakende deel van het onroerend goed dat door de betreffende huurders wordt gehuurd. Het hof komt op basis daarvan tot de conclusie dat de verhuur van – binnen een pand gelegen – containers kwalificeert als vrijgestelde verhuur van onroerende zaken als bedoeld in artikel 11 lid 1 onderdeel b Wet OB.

Het is opmerkelijk dat het hof niet toetst of de containers naar aard en inrichting bestemd zijn duurzaam ter plaatse te blijven (vgl. het Portacabin-arrest). Indien het oordeel van het hof (en diens argumentatie) juist zou zijn, dan heeft dit mogelijk (verstrekkende) gevolgen voor de kwalificatie van huurovereenkomsten met betrekking tot verplaatsbare objecten. Hierbij kan worden gedacht aan woonboten of containerwoningen.

Hof Den Bosch 6 september 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1947 (tussenarrest) en ECLI:NL:GHSHE:2016:4025 (eindarrest)

Wegens een huurachterstand heeft verhuurder de inhoud van een opslagunit bij opbod verkocht. Krachtens de algemene voorwaarden was verhuurder bevoegd de in de unit opgeslagen zaken te veilen indien huurder één maand in verzuim was met de betaling van de huur, ongeacht van wie de spullen waren. Het hof acht de veiling van de goederen niet onrechtmatig jegens de zoon van huurder (eiser in deze procedure en eigenaar van de goederen).

Het is opmerkelijk dat het hof een clausule in stand laat die erin voorziet dat de verhuurder bij een huurachterstand gerechtigd is binnen te treden en de aanwezige zaken te verkopen. Hiermee worden immers alle waarborgen uit het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering die gelden voor een executoriale verkoop gepasseerd. Ik kan mij niet voorstellen dat een dergelijke clausule ook stand zou houden bij de verhuur van kantoorruimte, laat staan bij woonruimte (waarbij mogelijk sprake zou zijn van huisvredebreuk).

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven