‘Stoornis zegt weinig over crimineel gedrag’

Delen:

Foto Pexels.com

Een stoornis zegt onvoldoende over delinquent gedrag. Dat stelt jurist Maarten Beukers in zijn proefschrift ‘Over de grenzen van de stoornis’. Toch gaat het strafrechtsysteem ten onrechte nog steeds uit van een causaal verband tussen een stoornis en crimineel gedrag, aldus Beukers die vrijdag 1 december 2017 promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Toerekeningsvatbaar

Een psychische stoornis wordt vaak aangevoerd als een argument voor toerekeningsvatbaarheid en oplegging van tbs. Maar volgens Beukers is het stoornisconcept sec in deze situaties onvoldoende bruikbaar. “Delinquent gedrag laat zich verklaren vanuit een complex van psychische functies en omgevingsfactoren. De stoornis zegt onvoldoende,” stelt hij. “Ook blijkt het stoornisconcept moeilijk te definiëren. De grens tussen psychisch ziek en gezond is niet scherp. In de zorg zijn het ‘lijden, de beperkingen of het disfunctioneren’ van betrokkene richtinggevend. In het strafrecht is dit geen bruikbaar criterium. Bij oplegging van de tbs speelt bijvoorbeeld niet primair de zorgvraag, maar het beheersen van gevaar.”

Smalle basis

Beukers oppert om het stoornisconcept in het strafrecht los te laten. “Bij de koppeling van de ontoerekeningsvatbaarheid aan de stoornis zijn vraagtekens te plaatsen.” Dat geldt volgens hem ook voor de betekenis van de stoornis bij het voorspellen van crimineel gedrag. “In de zogenoemde ‘risicotaxatieinstrumenten’ – lijsten van delictvoorspellende factoren – is de psychische stoornis vaak al geschrapt. De tbs heeft, vanuit dat perspectief – het ontbreken van de voorspellende kracht van de stoornis – , een smalle basis.”

Competentie

Beukers onderzocht welke functie de stoornis vervult in het strafrecht. Bij de toerekening gaat het om het brede begrip ‘competentie’: het inschattingsvermogen (weet je wat je doet en, als je dat weet, dat het niet mag?) en het sturingsvermogen (kun je, met dat inzicht, je gedrag sturen?). Dit criterium vindt volgens Beukers in het recht) al brede toepassing. De rechtvaardiging voor het niet toerekenen ligt volgens hem in het onvermogen van de verdachte, ongeacht de oorzaak daarvan, en niet in de stoornis. Uitwerking van de gedachte om de toerekening, zonder stoornis, opnieuw vorm te geven vraagt volgens hem om nader onderzoek.

De zaak-Anne Faber

Beukers vraagt zich af of er een tbs-variant mogelijk is, waarbij de legitimatie niet ligt in de stoornis maar in het gevaar dat de verdachte oplevert. Een weigering tot medewerking aan een gedragsdeskundig onderzoek levert dan geen belemmering meer op voor toepassing van de tbs: een actueel onderwerp in verband met de zaak-Anne Faber.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven