Welke belangrijke ontwikkelingen staan ons in 2014 te wachten op het terrein van het personen- en familierecht? Ik signaleer een aantal ontwikkelingen, zonder daarbij naar volledigheid te streven.
Naar verwachting wordt begin 2014 het initiatiefwetsvoorstel tot invoering van een beperkte gemeenschap van goederen ingediend bij de Raad van State. Dit door Magda Berndsen (D66), Jeroen Recourt (PvdA) en Foort van Oosten (VVD) ontwikkelde voorstel zal het huidige basishuwelijksgoederenregime van de algehele gemeenschap van goederen veranderen in een beperkte gemeenschap van goederen. Voortaan zullen – als het initiatiefwetsvoorstel wet wordt – erfenissen, giften en voorhuwelijks vermogen niet meer van rechtswege gemeenschappelijk worden als men trouwt zonder het maken van huwelijkse voorwaarden. Daarmee wordt alsnog ingevoerd wat door het amendement Anker bij de kamerbehandeling van wetsvoorstel 28 867 werd geblokkeerd. Op de politieke agenda staat nog de wijziging van ons alimentatierecht. Ard van der Steur (VVD), Jeroen Recourt (PvdA) en Magda Berndsen (D66) hebben dit onderwerp in 2012 met een initiatiefnota op de politieke agenda gezet. Inmiddels is ook een initiatiefwetsvoorstel (nr. 33 311) ingediend.
De Wet van 16 oktober 2013 tot wijziging van curatele, beschermingsbewind en mentorschap zal vermoedelijk in 2014 in werking treden. Daarin zijn meer en betere waarborgen opgenomen voor het goed functioneren van deze wettelijke vertegenwoordigers van kwetsbare volwassenen. Begin 2014 start ook het onderzoek dat de Rijksuniversiteit Groningen en de Vrije Universiteit Amsterdam uitvoeren onder de titel ‘Naar een efficiëntere rechtsbedeling’. Daarin wordt bezien op welke wijze verbetering kan worden aangebracht bij gerechtelijke procedures in het privaatrecht door inschakeling van daarop toegeruste rechtshulpverleners. De rechter kan worden ontlast als sommige taken die verder afstaan van de kernfunctie van de rechter, worden overgeheveld naar andere rechtshulpverleners die daarin wél geverseerd zijn. Onderzocht wordt voor welke processen dit geldt en hoe het dan op een andere manier beter geregeld kan worden.
