WRR-rapport over transparante rechtspraak: een gemiste kans

Delen:

In januari dit jaar bracht de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid een 500 pagina’s tellend rapport uit ‘Speelruimte voor transparantere rechtspraak’. In het hoofdartikel van het laatste nummer van Rechtstreeks (2013, nr. 1) schreef Corien Prins, die één van de opstellers was van het WRR-rapport, een samenvatting en een nadere uitwerking.

De WRR onderzocht, in samenwerking met een aantal externe deskundigen, de vraag naar transparantie in de rechtspraak. Je leest dat transparantie in deze tijd past, dat er veel van verwacht wordt, en dat het is een soort ‘hoerabegrip’, een maatschappelijke ‘multi-vitamine’ is, maar aan de andere kant dat het een onduidelijk en ongedefinieerd begrip is. Transparantie is nauw verbonden met vragen over gezag. Gezag is niet meer vanzelfsprekend. Gezag moet steeds meer ‘verdiend worden’, en dat geldt ook ten aanzien van rechtspraak. Overheidsinstellingen werden blind vertrouwd. Nu moeten zij hun betekenis voor de samenleving zichtbaar maken, hun kwaliteit aantonen en zich verbeteren. En dat proces loopt via transparantie. De vraag naar wat de rechtspraak voor de burger betekent is een legitieme vraag in een democratie. De rechtspraak moet die duidelijkheid bieden. Doet zij dit niet, dan wordt zij in een hoekje gedrukt. En dat is wat er de laatste decennia steeds meer met de rechtspraak gebeurd. In de afgelopen decennia zijn grote pakketten zaken uit handen van de rechtspraak genomen. Denk aan de fiscalisering van verkeersboetes met de Wet Mulder, de promotie van mediation, de steeds belangrijker wordende diversie in het strafrecht en het instellen van de OM-strafbeschikkingspraktijk. Het afnemen van zaken van de rechtspraak blijkt van nut te zijn voor de samenleving: Al deze operaties hebben geleid tot een betere flexibilisering en kostenbesparingen, terwijl de rechtsstaat niet in gevaar is gekomen. Vaak – denk maar aan mediation – zijn de oplossingen veel beter voor de onderlinge verhoudingen in de samenleving, dan rechtspraak. De samenleving lijkt uit te kijken naar volgende pakketten zaken die de rechtspraak afgenomen kunnen worden zonder gevaar voor de rechtsstaat. Een echtscheidingsprocedure buiten de rechter om, ligt al op de loer.

De rechtspraak voelt zich nog teveel in het heilige huisje van weleer. De samenleving gaat er nog steeds van uit dat rechtspraak een essentiële pijler is van de rechtsstaat. Maar de kracht van dat uitgangspunt neemt af, terwijl de vraag naar wat nu werkelijk de toegevoegde waarde van de rechtspraak is sterker wordt. Het antwoord daarop blijft in het vage. Maar vaagheid wordt in deze tijd niet meer gepikt. De rechtspraak moet daarom duidelijk maken hoe belangrijk zij is voor de samenleving, en waarom dit het geval is. Liefst zo exact mogelijk. Transparantie gaat over die vraag. De rechtspraak zal daarop een strategisch beleid moeten ontwikkelen. Rechtspraak is staatsmacht en er is overheidsgeld mee gemoeid. De inzet van staatsmacht en staatsgeld moet duidelijk algemeen maatschappelijk nut opleveren. In een tijd waarin gigantische bezuinigingen moeten worden doorgevoerd, is het logisch dat de rechtspraak haar nut voor de samenleving ten minste goed zichtbaar en aannemelijk maakt, en liefst nog met cijfers en meetresultaten haar toegevoegde waarde voor de samenleving bewijst. Iedereen moet in deze tijd immers zijn toegevoegde waarde bewijzen. De rechtspraak dus ook.

Uit onderzoek onder rechters blijkt dat er onder hen een levendige behoefte aan transparantie bestaat, speciaal om met visie en strategie te laten zien waar rechtspraak voor staat. Rechters willen dat het instituut rechtspraak beter bij het publiek overkomt. De rechtspraak heeft te veel en te lang met zich laten sollen. Transparantie moet daar een eind aan maken. Ook mag het debat met de samenleving worden aangaan. Rechters zien transparantie graag als een strategisch instrument. Dit alles valt uit het WRR-rapport te lezen.

Het kan niet anders dan dat het WRR-rapport voor rechters een forse koude douche moet opleveren. Ondanks de toegenomen transparantie in de afgelopen jaren is de rechtspraak er in de media steeds slechter voor komen te staan. En de tendens is nog verder verslechterend, zelfs negativistisch, zo concluderen Van Spanje en De Vreese in hun advies aan de WRR. De rechtspraak moet er terdege rekening mee houden dat verdergaande transparantie tot nog meer kritiek zal leiden, en zeker niet tot verbetering van het vertrouwen in de rechtspraak. Meer transparantie zal bij voorbeeld ten koste kunnen gaan van het imago van onbesproken gedrag, goed functioneren en eenheid van de rechtspraak. Toch blijkt uit het rapport dat de rechtspraak moet voortgaan op de weg van transparantie. Dat is nodig om geloofwaardig te blijven.

Politicoloog en rechtssocioloog Petra Jonkers, één van de geraadpleegde externe adviseurs, oppert de mogelijkheid dat vertrouwen pas zal toenemen als mensen goede resultaten kunnen zien. Ook kan informatie vertrouwen opwekken als mensen niet goed weten wat zij mogen verwachten. Maar als mensen al duidelijke verwachtingen koesteren, gaat die vlieger niet op. Dan mist de informatie een vertrouwen stimulerend effect. En precies dit probleem doet zich bij de rechtspraak voor. De burger staat bol van eisen jegens de rechtspraak, stellige, hardnekkige en onrealistische verwachtingen. Het gevolg is dat meer transparantie ertoe leidt dat mensen in die verwachtingen worden teleurgesteld. Daarom neemt hun vertrouwen af. Jonkers haalt Van Koppen aan, die stelt dat de overheid debet is aan de hoge verwachtingen die de burger over het strafrechtssysteem koestert: het strafrecht wordt ten onrechte voorgesteld als ‘het centrale instrument voor de misdaadbestrijding’, terwijl het niet meer is dan het sluitstuk daarvan. Zo moet het strafrecht er bij voorbeeld voor zorgen dat slachtoffers genoegdoening krijgen en gevoelens van onveiligheid van de burger worden weggenomen. Het strafrechtsysteem is daar helemaal niet voor geëquipeerd. Meer transparantie zal volgens Jonkers niet leiden tot meer vertrouwen; het zal eerder averechts uitpakken. Zij vindt dat de rechtspraak te sterk gericht is op het veroveren van een positief imago. De rechtspraak zou zich gemakkelijker moeten laten onderzoeken en zich meer moet openstellen voor kritiek. De rechtspraak zal daardoor misschien enige controle verliezen, maar kan aan kwaliteit en geloofwaardigheid winnen. Transparantie, zo stelt zij, kan beter worden ingezet om de bekritiseerbaarheid te verbeteren dan om vertrouwen te winnen. Dit is de strekking van het rapport. De rechtspraak moet het daar maar mee doen.

Het lijkt mij overigens een fout dat de WRR Stephan Grimmelikhuijsen niet bij het rapport heeft betrokken. Hij promoveerde op een onderzoek dat nota bene precies gaat over transparantie en vertrouwen, exact het kernprobleem waar de rechtspraak mee worstelt. Belangwekkende gedachten van de geraadpleegde externe adviseurs, steunen op publicaties van Grimmelikhuijsen.

Het WRR-rapport stelt dat de uitdaging van transparantie voor de rechtspraak ligt op de kernpunten doorzichtigheid, begrijpelijkheid en bekritiseerbaarheid. Aan de hand van de transparantiebehoefte van stakeholders (belanghebbenden in procedures, de wetenschap, de politiek, de media en burgers in het algemeen) verkent de WRR grenzen en mogelijkheden tot het bieden van meer transparantie, mede in verband met bescherming van privacy-rechten. Zo komt de WRR tot een oriëntatie op de speelruimte die de rechtspraak heeft voor een ‘transparantie-aanbod’. Prins werkt in haar hoofdartikel in Rechtstreeks deze mogelijkheden verder uit. Het gaat om het publiceren van dissenting opinions, camera’s in de rechtszaal, openbaarmaking van informatie over rechters, deelname van de rechtspraak aan het maatschappelijk debat, strategische mediacommunicatie en het publiceren van kengetallen. Zowel in haar inleiding als in haar conclusie blijft Prins vaag en beschrijvend. Zij gebruikt veel omhaal van woorden. Concrete voorstellen of aanbevelingen ontbreken. Het onderzoek dat onder rechters gedaan is, is op zichzelf wel interessant. Maar transparantie blijft, ook met haar artikel in Rechtstreeks, een weg die geplaveid is met voetangels en klemmen. Iedere rechter of rechtbank moet dus maar zien wat hij of zij ermee aan moet.

Jammer dat de WRR en Prins niet over de grens hebben gekeken naar de Verenigde Staten of Australië. In die landen heeft de rechtspraak zeer effectieve en strategische vormen van transparantie ontwikkeld, speciaal om innovatieve vormen van rechtspraak een stabiele plek te kunnen geven in het rechtspraaksysteem. Dit is bij voorbeeld gebeurd ten aanzien van het Drug-Court systeem, het Community Court systeem en het Integrated Family Court system in de Verenigde Staten. Australië heeft dit transparantiebeleid uit de Verenigde Staten overgenomen voor onder meer de Drug Courts en de Indigenous Sentencing Courts. In al deze gevallen is de transparantie opgezet op basis van speerpunten en wetenschappelijk onderzoek op die speerpunten. Zo levert wetenschappelijk onderzoek keihard bewijs van de effectiviteit van Drug Courts, rechtbanken waarin verslaafde draaideurcriminelen onder supervisie van de Drug Court rechter een behandel- en reintegratietraject doorlopen. Drug Courts leveren kostenbesparingen op; ze verminderen recidive en maken de samenleving veiliger. Als klap op de vuurpijl scoort bovendien de arbeidsbevrediging onder Drug-Court rechters aanzienlijk hoger dan die onder rechters in traditionele rechtbanken. Het bewijs daarvan is zo hard en overtuigend, dat het ieder wantrouwen tegen deze innovatieve rechtspraak, zowel vanuit de samenleving als vanuit de eigen gelederen, is uitgebannen. Dat Community Courts onveilige buurten veilig kunnen maken, staat door onderzoek onomstotelijk vast. Dat Integrated Family Courts leiden tot veel betere hanteerbaarheid van onderlinge verhoudingen binnen families en ex-echtgenoten, is volkomen bewezen. Drug-Courts, Community Courts en Integrated Family Courts hebben zich daardoor een niet meer weg te denken positie binnen de Amerikaanse rechtspraak verworven. Alles dankzij goed opgezette, consequente, strategische transparantie.

Dit is de transparantie waar ik Nederlandse rechters naar zie verlangen. Daartoe moet de rechtspraak speerpunten ontwikkelen: Wat is de kracht van de rechtspraak? Wat is de betekenis van de rechtspraak voor de samenleving? Hoe duurzaam is die betekenis, voor de betrokken partijen, en voor de samenleving als geheel? Het denken in dit soort speerpunten leidt onvermijdelijk tot gedachten over verbetering en innovatie in het rechtspraaksysteem. En dat is waar zowel de samenleving als de rechtspraak zelf, in deze tijd behoefte aan hebben. Het WRR-rapport, met in aansluiting daarop het artikel van Prins in Rechtstreeks, komen aan deze essentie niet toe. Ze missen de boot: een gemiste kans!

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven