Advocaat in dienstbetrekking: alleen verschoningsrecht bij professioneel statuut

Komen buitenlandse advocaten in dienstbetrekking die werkzaamheden verrichten voor een Nederlands bedrijf het verschoningsrecht toe? De rechtbank Rotterdam kwam over die kwestie met een belangrijke uitspraak.

Delen:

Advocaat in dienstbetrekking- alleen verschoningsrecht bij professioneel statuut
Foto: Marc Rentschler/Unsplash

Als de verdenkingen van corruptie door Shell in Nigeria zich opstapelen, vindt in 2016 een doorzoeking plaats op het kantoor in Den Haag. Daarbij worden onder andere documenten in beslag genomen. Deze zijn verzonden of ontvangen door de in-house counsels die (in die tijd) in dienst waren van Shell of bij een dochtermaatschappij. Vervolgens beroepen deze (vijftien) buitenlandse advocaten zich op hun verschoningsrecht, en eisen ze teruggave van deze stukken omdat deze onrechtmatig in beslag zijn genomen.

Geheimhoudingsplicht

Zij zijn van mening dat de vraag over het toekomen van het verschoningsrecht moet worden beantwoord naar Nederlands recht. Op grond van de ‘most protective privilege rule’ kan het recht van de buitenlandse jurisdictie van de betrokken advocaten worden toegepast voor zover dat meer bescherming biedt. Voor deze advocaten geldt verder de geheimhoudingsplicht en daarmee zou hen ook het verschoningsrecht toekomen. Ook vinden zij dat de professionele onafhankelijkheid van de advocaat uitstekend kan samengaan met een positie als werknemer.

Professioneel statuut

Een ‘professioneel statuut’ is dan niet nodig: volgens de advocaten en Shell staat nergens in de wet dat het verschoningsrecht van een advocaat in dienstbetrekking afhankelijk zou zijn van een professioneel statuut. Dat statuut is bovendien expliciet geschreven voor advocaten die lid zijn van de Nederlandse Orde van Advocaten en kan dus niet worden nageleefd door buitenlandse niet-ingeschreven advocaten. De vijftien advocaten werden bijgestaan door een team van drie advocaten van Van Doorne, Shell door Daan Doorenbos van Stibbe.

Onderscheid

De rechtbank Rotterdam, die 28 januari over deze kwestie uitspraak deed, maakt nadrukkelijk een onderscheid tussen een ‘externe’ advocaat en een advocaat in dienstbetrekking. Volgens de rechtbank is de eis van onafhankelijkheid een bepalend element bij beantwoording van de vraag of een advocaat in dienstbetrekking kan worden aangemerkt als een verschoningsgerechtigde (artikel 218 Sv). Het antwoord op die vraag is ja, wanneer tussen de advocaat en zijn werkgever het professioneel statuut is ondertekend.

Onafhankelijkheid

Op grond van het Nederlands recht moet, naast de inschrijving van de balie, tussen de advocaat in dienstbetrekking en zijn werkgever een professioneel statuut zijn ondertekend. De wijze waarop hiermee de onafhankelijkheid van de advocaat in dienstbetrekking in Nederland wordt geborgd, acht de rechtbank wezenlijk voor de praktijkuitoefening van de advocaat in dienstbetrekking. Alleen dán komt hem de positie van geheimhouder toe en daarmee het verschoningsrecht. Diezelfde eis geldt ook voor de bij een buitenlandse balie ingeschreven advocaat, die in Nederland voor een bedrijf werkt. Overigens, voor de buitenlandse advocaat in dienstbetrekking die geen werkzaamheden in Nederland verricht, geldt die verplichting niet. Het enkele feit dat hij in dienst is van een in Nederland gevestigd bedrijf is daarvoor onvoldoende. Hij behoudt een verschoningsrecht, indien en voor zover hij dat in dat land heeft. Voor een van de in-house advocaten van Shell, een Zwitser gold dat niet: in Zwitserland hebben advocaten in dienstbetrekking geen verschoningsrecht, voor zijn werk bij Shell kwam de Zwitserse advocaat daarom ook geen verschoningsrecht toe.

Klik hier voor uit uitspraak.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven