Je hebt best een specifieke master gekozen. Hoe ben je hierbij gekomen?
De VU is de enige in Nederland die een master aanbiedt waarin het privaatrechtelijk en het publiekrechtelijk bouwrecht integraal aan bod komt. Ik heb de bachelor rechtsgeleerdheid ook aan de VU gevolgd en ben altijd geïnteresseerd geweest in zowel het publiek als privaatrecht en deze unieke combinatie trok mij daarom ontzettend aan. Tijdens deze master verdiep ik mij namelijk niet alleen in het (bouw)contracten- en aanbestedingsrecht, maar ook in aanverwante rechtsgebieden zoals het notariële grondgebruikrecht en het omgevingsrecht. Dit is waardevol omdat bij een bouwproject verschillende stakeholders betrokken zijn met private en publieke belangen en zij moeten tijdens de voorbereiding en uitvoering van bouwprojecten rekening houden met regels van zowel privaat- als publiekrecht. Daarnaast geldt dat er een groeiende markt bestaat in de commerciële advocatuur voor bouwjuristen.
Wat maakt de master bouwrecht verder bijzonder?
De master is relatief nieuw en bestaat uit een groep van minder dan 25 gedreven studenten. Sommige van hen werken al in de praktijk als architect of ingenieur. Verder maakt de koppeling met de praktijk deze studie bijzonder. Voor een bouwrechtjurist is het belangrijk om het een en ander te (willen) weten over de bouw. Al in de eerste week van de studie namen wij het rapport over de instorting van het parkeergebouw Eindhoven Airport onder de loep en in de master wordt de nodige aandacht besteed aan actualiteiten zoals de prijsstijgingen, kwaliteitsborging, verduurzaming en andere recentelijke ontwikkelingen in de bouwsector. Hoewel het natuurlijk geen studie bouwkunde is pik je zo af en toe wat op over de bouw en dat is onwijs leuk! Onlangs hebben wij ook een bezoek gebracht aan de Raad van Arbitrage voor de Bouw en door de directeur van het Instituut voor Bouwrecht is een gastcollege verzorgd. Ook waren wij aanwezig bij de inaugurele rede van een professor aan de TU Delft om te luisteren over de juridische implicaties van data-uitwisseling in de gebouwde omgeving.
Je hebt meerdere stages gelopen. Hoe is deze praktijkervaring jou bevallen?
De stages zijn mij uitstekend bevallen. Op de Zuidas kom je met mijn afstudeerrichting doorgaans onder de paraplu van de bredere (civiele)vastgoedpraktijk waar men zich voornamelijk bezighoudt met de aan- en verkoop van vastgoedobjecten, project- en gebiedsontwikkeling, bouw- en aanbestedingsgeschillen, onteigening en commerciële (ver)huur. De vastgoedafdeling is dus niet enkel en alleen bezig met het bouwrecht en het was voor mij ontzettend leerzaam en uitdagend bezig te zijn met vastgoed gerelateerde vraagstukken.
Wat is je tip voor medestudenten?
Ik zou mijn medestudent willen meegeven dat je niet vroeg genoeg kunt beginnen met het opdoen van praktijkervaring. Als rechtenstudent besteed je veel tijd in de boeken en dan kan het soms lastig zijn om de rechtstheorie te vertalen naar de rechtspraktijk. Op de universiteit ben je bezig met het opdoen van analytische en onderzoeksvaardigheden en het contrast met de praktijk is groot. Het overgrote gedeelte van de rechtenstudenten wordt bedrijf/overheidsjurist of advocaat. Vooral binnen de commerciële sector wordt meer van je verwacht. Naast sterke sociale vaardigheden, omgaan met harde deadlines, het vertonen van veerkracht en commercieel bewustzijn dien je oplossingsgericht te kunnen handelen met het belang van de cliënt in het achterhoofd en dat leer je alleen door in de praktijk werkzaam te zijn.
Daarnaast ontdek je door het lopen van een stage of werkstudentschap eerder wat bij je past en waar je passie ligt. Er lopen veel kundige vakmensen rond waarmee je onder het genot van een kopje koffie in gesprek kunt treden en aan wie je om feedback en advies kunt vragen. Dus maak gebruik van alle kansen!