Bedrijfsjuristen vallen niet onder de reikwijdte van de Wet ter voorkoming witwassen en financiering van terrorisme (wwft). Dat blijkt uit de (concept) memorie van toelichting bij de voorgestelde implementatiewet van de gewijzigde vierde antiwitwasrichtlijn. Daarin staat: “Personen die voor een cliënt zelf werkzaam zijn, zoals bedrijfsjuristen of bedrijfsfiscalisten, zijn niet onafhankelijk en vallen daardoor niet onder de reikwijdte van de Wwft.”
Onduidelijkheid
Daarmee is de status van bedrijfsjuristen in de Wwft vastgesteld na een periode van onduidelijkheid, stellen de advocaten Nellemarie Staal en Danielle Martens-Schutten (Van Benthem en Keulen) in een blog. “Noch door de wetgever noch door de toezichthouder werd een duidelijk standpunt geformuleerd over de reikwijdte van de Wwft met betrekking tot bedrijfsjuristen. Hierin is inmiddels verandering gekomen.”
Onafhankelijke advisering
De wet is op grond van artikel 1a lid 4 Wwft van toepassing op (rechts)personen die een gelijksoortig juridisch beroep uitoefenen als dat van een advocaat of (kandidaat-)notaris. Zij vallen onder de reikwijdte van de Wwft als zij bepaalde werkzaamheden verrichten. Te denken valt aan de onafhankelijke advisering over het aan- of verkopen van registergoederen, het oprichten of beheren van vennootschappen of rechtspersonen of het aan- of verkopen van aandelen of ondernemingen. Omdat bedrijfsjuristen hun werkzaamheden niet onafhankelijk uitoefenen, vallen ze niet onder Wwft.