Advocaten met een ranking van Chambers and Partners of The Legal 500 behoren tot de top van de beroepsgroep. Vinden deze platforms en vinden ook de advocaten met zo’n ranking. Toch zien anderen dat anders, hoewel de betekenis van zo’n ranking hoog blijft.
Tijdens een conferentie van de International Bar Association in Rome werd over deze kwestie een paper gelanceerd. Belangrijke vragen die werden gesteld: in hoeverre gebruiken cliënten deze rankings? En vinden general counsel net zo vaak een Chambers- of Legal 500-advocaat als de platforms zelf claimen?
Uit het paper blijkt dat 56 procent van de advocaten niet blij is met de positie die ze van Chambers of de Legal 500 hebben gekregen. Dat kan worden verklaard omdat ze zichzelf overschatten of omdat hun cliënten iets minder tevreden zijn over de advocaat dan de advocaat denkt. Bijna twee derde vindt het proces van het toekennen van een ranking ondoorzichtig. Desondanks ziet 70 procent de waarde in van dergelijke rankings. Die betekenis ligt vooral in grensoverschrijdend werk: drie kwart van de advocaten vindt dat een ranking hun internationale positie onderstreept of verbetert en 80 procent gebruikt de rankings om een advocaat in een ander land te zoeken.
Cliënten zelf maken minder gebruik van de rankings: 45 procent raadpleegt ze om een advocaat te zoeken – vorig jaar was dat nog 60 procent. Een vijfde van de cliënten stelt een hoge ranking als voorwaarde om mee te dingen in een aanbesteding voor een grote juridische klus. Desondanks kennen advocaten aan de rankings een grote betekenis toe.
Advocaten hebben ook kritiek op Chambers and Partners en The Legal 500: ze stellen aan advocaten de verkeerde vragen, zodat je als cliënt nog weinig over die advocaat weet. Ze vindt twee derde het lastig te achterhalen of een kantoor innovatief is omdat de platforms daar onvoldoende naar vragen.
In het onderzoek reageren Chambers and Partners, The Legal 500, Who’s Who Legal en IFLR1000 op de onderzoeksresultaten.
