De voorzieningenrechter als verwerker?

Sinds jaar en dag kent het Europese privacyrecht de rollen van ‘(verwerkings)verantwoordelijke’ en ‘verwerker’ en sinds jaar en dag worstelt de praktijk met de uitleg van deze begrippen. Recentelijk bleek ook de rechterlijke macht hier moeite mee te hebben.

De verwerkingsverantwoordelijke is degene die het doel en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt. Deze verwerkingsverantwoordelijkheid kan onder meer voortvloeien uit een wettelijke taak, waarvoor persoonsgegevens moeten worden verwerkt. De verwerkings-verantwoordelijke kan een gegevensverwerking geheel of gedeeltelijk uitbesteden aan een derde partij, de verwerker. De primaire opdracht van deze derde moet dan gericht zijn op het verwerken van persoonsgegevens. Vele vormen van dienstverlening leiden immers tot het in enigerlei mate verwerken van persoonsgegevens.

Met deze kennis in het achterhoofd, deed de rechtbank Noord-Nederland onlangs een merkwaardige uitspraak (ECLI:NL:RBNNE:2018:5385). In het licht van een vergunningsprocedure kwalificeerde de voorzieningenrechter zichzelf als ‘verwerker’ ten opzichte van 21 vergunningshouders. Dat hiervan geen sprake kan zijn, is evident. Van een opdrachtverlening door de vergunninghouders tot het verwerken van persoonsgegevens is geen sprake. De persoonsgegevens worden verwerkt in het kader van de uitvoering van de gerechtelijke taken. Conform artikel 3 van de Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad is in dit geval het gerechtsbestuur aan te merken als de verwerkingsverantwoordelijke.

De voorzieningenrechter besloot om de lopende procedure, in het licht van het dataminimalisatievereiste van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, in 21 afzonderlijke zaaknummers te splitsen om zo te voorkomen dat de persoonsgegevens van de vergunningshouders onderling werden uitgewisseld. Hierbij werd voorbijgegaan aan het gegeven dat bij samenhangende aanvragen het soms juist nodig kan zijn om persoonsgegevens uit te wisselen. Dit zal van geval tot geval moeten worden beoordeeld.

Deze zaak toont aan dat met de toegenomen aandacht voor privacy, een toename van privacyrechtelijke kennis bij de rechterlijke macht eveneens wenselijk is.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven