Mr.

Mr. 1 2019 / 29 INTERVIEW BLONDE KRULLEN “Ik koos na mijn studie voor de grote advocatuur, omdat ik ervan uitging dat daar de slimste mensen zaten. De ar- beidsmarkt was eind jaren negentig goed, maar Nauta had een soort UvA-stop; aan die opleiding werd een beetje lacherig gerefereerd als een ‘cursus rechten’. Ik had een goed CV − met veel werkervaring − en werd toch aangeno- men – hoewel velen op kantoor vast dachten dat het meer te maken had met mijn blonde krullen. Die geluiden ont- gingen mij natuurlijk niet. Ik heb er een geweldige tijd gehad, waaraan ik een paar echte vrienden heb overge- houden. Onder de partners liepen enkele briljante gees- ten rond, van wie ik veel leerde; met sommigen heb ik nog contact. Maar ik leerde in die tijd ook af om tegen mensen op te kijken om de functie die ze hebben, de sta- tus of het geld. Echte intelligentie heeft daar vaak niets mee te maken. Genoeg mensen die bij dit soort kantoren werken, hebben van huis uit bepaalde mores, taal en lichaamshouding meegekregen en komen om die reden al een heel eind. Er bestaan veel geschreven en ongeschre- ven regels in de grote commerciële advocatuur waarvan niemand mij het ‘waarom’ kon uitleggen; ik wilde me daaraan niet conformeren.” HERKENBARE HABITUS “In het Westen denken we vaak dat je alles kunt bereiken als je maar hard genoeg werkt. In zo’n cultuur bestaat weinig empathie voor de groep die achterblijft. Men rede- neert: als ik het kan, en jij redt het niet, dan ligt dat aan jou. Het is begrijpelijk dat mensen zo denken, want stel je eens voor dat je moet toegeven dat je (ook) succesvol bent geworden om redenen waarmee jij persoonlijk niet zoveel te maken hebt. Toch is het jammer dat mensen daarop niet echt reflecteren. Neem diversiteit. Waarom lukt het maar niet om de top van de advocatuur een betere afspiegeling van de samenleving te laten zijn? Vrouwen en mensen met een andere culturele achtergrond vallen onderweg naar boven met bosjes af. De mensen aan de top geven altijd hetzelfde antwoord: wij geven iedereen een kans, maar vrouwen gaan nou eenmaal baren en wil- len voor de kinderen zorgen. ‘Als je parttime wilt werken, ga je maar naar de rechterlijke macht’ − ik heb het vaak gehoord. Minderheden zouden geen kritiek kunnen ver- dragen, omdat die zijn opgegroeid als prinsjes en bij de minste kritiek zouden vertrekken. Dus wat je overhoudt, is the best of the best . Deze manier van denken is defaitis- tisch en negeert een andere realiteit. Als er twee student- stagiaires solliciteren en de een is blond en ziet er studen- tikoos slordig uit met een naar bier ruikend pak en de ander is van Turkse origine en ziet er onberispelijk uit, maar draagt schoenen met vierkante neuzen en witte sokken, is de kans groot dat de blonde jongen wordt geko- zen. De herkenbare habitus wint. Systemen zijn op dit soort pijlers gebouwd. Als ik dit soort dingen zeg, voelen mensen zich vaak aangevallen. Maar het gaat niet om hen persoonlijk, het gaat om het systeem. Ja, ook die blonde studentikoze man met het vieze pak kan heel leuk en intelligent zijn, dat zeg ik niet. Zet je ego aan de kant en ontleed de vraag waarom het, ondanks de diversity offi- cers en een enkele vrouwelijke partner hier en daar, toch maar niet lukt om te diversifiëren. Als je in de juridische wereld werkzaam bent, heb je de verantwoordelijkheid daarover na te denken. Dan kun je niet wegkomen met: ik werk hard, dat moet jij ook maar doen.” MAATSCHAPPELIJKE VOORHOEDE “Deze manier van redeneren is natuurlijk niet typisch voor de advocatuur. In veel omgevingen waar mensen

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=