Mr.

Mr. 1 2019 / 55 DE ANDERE KANT DOOR KAREN RIJLAARSDAM FOTO DANNY DE JONG BEHALVE UREN OOK BOEKEN SCHRIJVEN NAAM: ROLAND MANS • LEEFTIJD: 49 • IS: BESTUURSRECHT- ADVOCAAT BIJ CORTEN DE GEER ADVOCATEN IN AMSTERDAM • BIJZONDER: SCHRIJFT KINDERBOEKEN V ier kinderboeken heeft hij inmid- dels op zijn naam staan. En advo- caat Roland Mans is nog lang niet uitgeschreven. Een vijfde kinderboek zit in de pen, evenals een gedichtenbundel. Ook heeft hij ideeën voor een roman. “Ik hield al vanaf mijn twaalfde veel van schrijven. Korte verhalen, artikelen, ge- dichten. Ik had nooit de ambitie kinder- boeken te gaan schrijven, daar ben ik bij toeval ingerold. Mijn eerste idee voor een boek was te fantasierijk om een roman van te maken, dat merkte ik al snel toen ik ermee bezig was.” Mans benaderde een paar uitgevers, maar die wilden al- lerlei aanpassingen. “Daar had ik geen zin in. Ik heb het toen weggelegd. Een jaar of twee later werd ik door de Belgi- sche uitgeverij Lannoo benaderd. Zij wa- ren enthousiast, en hebben in 2002 Het Verdwijnboek uitgegeven.” In 2003 volgde De Gele Trui en in 2009 De Uilenvlucht. Mans’ meest recente boek, Het Sleutelgeheim , ver- scheen vorig jaar bij Leopold. Mans is autodidact. “Van kinds af aan heb ik veel gelezen − Thea Beckman, Tonke Dragt en Jan Terlouw waren toen mijn favorieten. Als ik een boek lees, of naar een film kijk, doe ik dat altijd ook met een schrijversbril op. Ik vraag me af waarom iets goed is of niet, waarom iets loopt of juist ontspoort, hoe iets is opgebouwd. John Grisham is spannend, Umberto Eco bloedsaai om te lezen, hoe komt dat?” Mans is best trots als hij zijn boeken in de kast ziet staan. “Het voelt een beetje als medailles in een prijzenkast. Ik weet wat eraan vooraf is gegaan, hoeveel werk erin zit.” Vooral zijn laatste boek was een tijdrovend project. Het Sleutelgeheim is een historisch verhaal over het Leids ont- zet. “Dat leek me een goed onderwerp, ook omdat ik als import-Leidenaar zelf graag meer wilde weten over wat we op 3 oktober vieren.” Mans deed uitvoerig on- derzoek. Hij las over de geschiedenis van Leiden, over wapens, bestudeerde her- taalde ooggetuigenverslagen en land- kaarten uit de pe- riode waarin het verhaal speelt (1573/1574). Hij was er bij elkaar een jaar of vijf mee be- zig, in het week- end, in vakanties, tijdens onbetaald verlof. “Als je het zou optellen denk ik dat er een half jaar aan veertig- urige werkweken in zit.” Het eerste exemplaar werd door de Leidse bur- gemeester in ont- vangst genomen; van de 6000 stuks zijn er inmiddels 5000 verkocht. Mans’ oudste zoon (14) las zijn boeken met plezier. De jongste (11) is niet zo’n lezer, maar hield op school wel een boekbespreking over een van zijn vaders boeken. “En toen TV West een keer belde of ik iets kon voorlezen op een school heb ik dat in zijn klas gedaan. Hij vond de opnames ge- weldig!” INNERLIJKE DRANG Fulltime schrijver zou Mans niet willen zijn. Lachend: “Van het laatste boek heb ik een mooie racefiets kunnen kopen, maar je kunt er niet van leven. Boven- dien ben ik niet het type om dag in dag uit in m’n eentje op een kamer te zitten schrijven. Ik heb de sociale omgeving van kantoor nodig, ik zou mijn collega’s en klanten niet willen missen. Het is ook goed om een balans te hebben tussen je creatieve en zakelijke kant. Hoewel de advocatuur natuurlijk zeker ook creatief is. Als ik stop met werken hoef ik in ie- der geval niet in een zwart gat te vallen – al is schrijven wel een beetje achter- haalde hobby met de ontlezing van te- genwoordig. Maar ik doe het vooral uit een soort innerlijke drang. Het is heer- lijk als je een goed idee hebt, als je fanta- sie met je op de loop gaat. Het werkt ook meditatief, ik kan er helemaal van in een flow raken. Met een processtuk heb ik dat trouwens ook wel hoor.” Er is volgens Mans niet zo veel verschil tussen schrijven aan een boek of voor zijn werk. “Als advocaat ben je ook aan het communiceren, je moet voortdurend bedenken voor wie je schrijft. Welke vorm je gebruikt, welke woorden je kiest. Een rechter kun je bekogelen met een juridisch betoog, een klant moet je dingen op een andere manier uitleggen.” Wellicht leidt de advocatuur nog eens tot een boek. “Ik kom regelmatig verhalen tegen waarvan ik denk: dit zou een mooie basis opleveren voor een roman.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=