Mr.
Mr. 3 2019 / 21 ONDERNEMINGSRECHT NIEUWE REGELING VOOR DE PERSONENVENNOOTSCHAPPEN A l bijna een halve eeuw tracht men in Nederland te ko- men tot een nieuwe wettelijke regeling voor de perso- nenvennootschap. De maatschap, vennootschap onder firma (vof) en de commanditaire vennootschap (CV) zijn nu ver- spreid geregeld in Boek 7A BW en het Wetboek van Koophandel. De regeling stamt goeddeels nog uit de Franse tijd. Zij is bijgevolg archaïsch ge- formuleerd, niet toegesneden op de hui- dige behoeften en slechts te doorgronden met gedegen kennis van de rechtspraak van de Hoge Raad. Het onlangs gepubli- ceerde voorontwerp van de Wet Moderni- sering Personenvennootschappen moet daar een einde aan maken. Wat meteen opvalt, is het heldere en beknopte taalgebruik in het voorstel. Dit is een compliment aan de Commissie-Van Olf- fen die het voorwerk verrichtte. Inhoudelijk brengt het voorstel een aantal wijzigingen ten opzichte van het huidige recht. Ik noem de belangrijkste tien punten: 1. De wettelijke aanduiding van elke personenvennootschap is ‘vennootschap’. 2. Het onderscheid tussen beroep (maatschap) of bedrijf (vof) vervalt. 3. Elke vennootschap heeft rechtspersoonlijkheid zonder nota- riële akte. 4. Boek 2 BW is niet van toepassing, behalve de artikelen 2:4 lid 2 en art. 2:5 BW. 5. Een vennoot onthoudt zich van de ‘verdachte’ handelingen genoemd in art. 3:46, lid 1 onder 3e t/m 6e BW, alsmede van corporate opportunities en concurrerende activiteiten. 6. Alle vennoten zijn naast de vennootschap verbonden voor haar verplichtingen tegenover derden, tenzij de uitvoering van de opdracht uitdrukkelijk aan een van hen is toevertrouwd. 7. De schuldeiser die een vennoot aanspreekt, moet eerst aanto- nen dat de vennootschap geen verhaal biedt. 8. Een vennoot is slechts verbonden voor verbintenissen van de vennootschap ontstaan na zijn toetreding en vóór zijn uittre- ding. 9. Bij ontbinding gaat het vermogen van de vennootschap van rechtswege en onder algemene titel over op de enig overblij- vende, voortzettende vennoot. 10.De commanditaire vennoot kan de vennootschap vertegen- woordigen krachtens volmacht. Indien zijn handelen een belangrijke oorzaak is van het faillissement is hij (intern) hoofdelijk aansprakelijk voor het boedeltekort. Bij dit voorstel zijn weliswaar kritische kanttekeningen te plaatsen, het totaalbeeld is zeker positief. Alleen vraag ik mij af of het geen aanbeveling verdient om de personenvennootschap onder het bereik van het enquêterecht te brengen. Een gemiste kans, mij dunkt. Steef Bartman is advocaat en hoogleraar Corporate Group Liabi- lity aan de Universiteit Maastricht. Juristen hebben het maar moeilijk: hoe schrijf je zo ondubbelzinnig mogelijke teksten met een dubbelzinnig instrument als ‘taal’? Taaltrainingsbureau Branch Out schreef een Legal English Blog over pogingen tot het vermijden van ambiguïteit. Ambiguïteit maakt het mogelijk om aan een tekst uiteenlo- pende betekenissen toe te kennen. En tenzij je als (bedrijfs) jurist graag dagenlang in rechtbanken zit, dient ambiguïteit in juridische teksten (wetten, contracten, testamenten et ce- tera) zo veel mogelijk te worden voorkomen. Dit geldt in het Anglo-Amerikaanse common law -systeem misschien nog wel meer dan in het Europese civil law -systeem. De ‘letter van de wet’ is in het common law -systeem een stuk belangrijker dan de ‘geest van de wet’ in het civil law -systeem. Dat hardnekkig vast- houden aan de letter van de wet vinden Engelstaligen eigen- lijk ook wel lastig. Daarom hebben ze besloten dat zelfs het woord ‘ ambigu ’ ambigu is; in de Engelstalige rechtspraak be- staan er derhalve twee soorten ambiguity : latent ambiguity en pa- tent ambiguity . Latent ambiguity is de onduidelijkheid in een contract die kan ont- staan doordat een woord meerdere betekenissen kan hebben, of als er ergens (onbedoeld) een foutje gemaakt is. Common law - rechters kunnen in dergelijke gevallen externe bewijsstukken toelaten ( extrinsic evidence ). Ook is het stempeltje latent ambiguity handig als er typfoutjes staan in contracten of testamenten. Latent ambiguity maakt het mogelijk om de context erbij te halen. Veel vervelender is het verschijnsel patent ambiguity . Dit kan een contract ongeldig maken en er kan geen extrinsic evidence worden toegelaten. Normaal gesproken oordeelt een rechter zelfs in het nadeel van degene die het contract heeft opgesteld. Opvallend genoeg gaan dergelijke rechtszaken vaak om‘juri- disch’ woordgebruik. Woorden als hereby, hereafter, herewith, herein, aforesaid, at anytime hertofore en and/or . De lijst met woorden die een contract patent ambiguous kunnen maken, en dus rijp voor een rechtszaak, is eindeloos. Veel taalkundigen menen dat taal niet anders kán zijn dan ambigu. Juristen zijn daarom niet te benij- den. ‘Rechtstaal’ valt vaak niet samen met de taal die wordt ge- bruikt in het dagelijks leven. Veel begrippen hebben in het da- gelijks spraakgebruik geen strikt afgebakende betekenis. In het technisch-juridisch taalgebruik is dat echter soms noodzake- lijk. De Zwitserse taalkundige Baldinger schreef: “ We should pity jurists, who, making use of ordinary language, have to draw precise borders. From the viewpoint of language theory, this is impossible: yet,(…) guilty-inno- cent depends on such a limiting of reality .” Meer informatie: Peter Peek, www.branch-out.eu Branch Out is een van de kennispartners van Mr. Mr.-ken- nispartners zijn bedrijven die diensten, producten en infor- matie leveren gericht op de lezers van Mr. Ze hebben elk een eigen pagina op www.mr-online.nl waar onder meer nieuws, productinformatie en blogs van deze organisaties worden geplaatst. (ON)DUBBELZINNIG
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=