Mr.

26 / Mr. 3 2019 INTERVIEW Z e had net een vergadering van de jury van de Law- yers for Lawyers award bijgewoond, toen ze via een pushbericht van de Britse krant The Guardian het nieuws over de aanslag in Utrecht hoorde. “Ik heb de be- richten van Nederlandse media uitstaan, omdat ik anders de hele tijd word gealarmeerd. Maar dit nieuws had de in- ternationale pers al bereikt. Even dacht ik: is het nu dan zover, die aanslag waar we allemaal bang voor zijn?” Nee, het nieuws raakt haar werk als mensenrechtadvo- caat niet direct. Of het moet het besef zijn dat met elke aanslag fundamentele rechten verder aan- getast kunnen worden. In een klimaat van angst kan het recht snel het slachtoffer wor- den van het verlangen naar veiligheid. Het kantoor waar Channa Samkalden werkt, Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers in Amsterdam, staat onder andere jihadver- dachten bij. Dat maakt het kantoor kwets- baar voor volkswoede. Over bedreigingen of bijzondere veiligheidsmaatregelen laat Sam- kalden zich niet uit. “Maar in algemene zin kunnen wij in Nederland ons vak nog in vrijheid en met zekerheid uitoefenen”, verzekert ze. “An- ders dan in veel andere landen hoeven wij als advocaat niet voortdurend over onze schouder te kijken.” Ze vindt het wel zorgelijk dat er in Nederland advocaten zijn die niet langer terrorismeverdachten willen bijstaan, omdat ze dan misschien niet meer vrijuit naar de Verenigde Sta- ten kunnen reizen. Ook haar kantoorgenoot Michiel Pest- man, die als strafrechtadvocaat jihadisten bijstond en sinds vorig jaar met zijn gezin in de Verenigde Staten woont, werd in eerste instantie een visum geweigerd. “Als je de advocaat met zijn cliënt gaat vereenzelvigen, bega je een fundamentele denkfout.” EIGENWIJS Samkalden studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam en in Florence. Hoewel ze uit een beroemd juristengeslacht stamt − haar vader Robert was advocaat bij Stibbe, haar grootvader Ivo was onder andere minis- ter van Justitie en werd later burgemeester van Amster- dam, en haar overgrootvader Meijers ontwierp het Nieuw Burgerlijk Wetboek – stond de keuze voor de stu- die niet bij voorbaat vast. Niets en niemand dwong haar in welke richting dan ook, zegt Samkalden. “Ik groeide op in een niet-religieus gezin waarin liefde voor taal en belangstelling voor maatschappelijke vraagstukken wel een rol speelden. Logisch redeneren en elkaar bevragen waren vanzelfsprekend bij ons thuis. Maar ik ben uitein- delijk de enige van de drie kinderen die rechten is gaan studeren. Mijn broer en zus kozen aanvankelijk voor een artistieke carrière in navolging van mijn moeder, die beeldend kunstenaar is. Dat ik bij rechten uitkwam, was voor mijzelf op dat moment een complete verrassing.” Hoewel, toegegeven, als puber kon ze zich al ergeren aan mensen die niet adequaat argumenteerden. “Mijn moeder kon heel goed iets anders zeggen dan ze bedoelde. Daar kon ik niet tegen. Ik was niet bereid om te horen wat ze dan wel bedoelde, omdat ik vond dat wat iemand zegt ge- woon moet kloppen. Dat is juristen wel eigen, vrees ik. Wie zich onzorgvuldig uitdrukt, moet daarvan de conse- quenties dragen. Dat klinkt eigenwijs, en ik hoop eigenlijk dat ik niet zo’n gesprekspartner ben. Of zo’n strikte moeder. Maar mijn jongste dochter van zeven spreekt mij ook aan als ik iets an- ders zeg dan ik bedoel of een taalfout maak. Ze corrigeerde mij al toen ze vier was als ik zei dat ik me aan de trap vasthield in plaats van aan de leuning. Dat belooft wat.” LEKKENDE PIJPLEIDINGEN Hoewel Samkalden weleens advocaat van de aarde is genoemd, is haar belangstelling niet uitsluitend op het klimaat gericht. Haar focus ligt meer op de aansprakelijkheid van bedrij- ven bij het schenden van mensenrechten. De nu al bijna tien jaar durende strijd tegen Shell, die ze namens vier Nigeriaanse boeren en Milieudefensie voert, is daar een voorbeeld van. “Shell is volgens ons aansprakelijk voor lekkende pijpleidingen in Nigeria, waardoor ernstige mi- lieuvervuiling heeft plaatsgevonden. Daarvan zijn de boe- ren de dupe geworden.” Het is een complexe zaak, geeft Samkalden toe. Dat de zaak al zo lang sleept, heeft onder andere te maken met de vele procesrechtelijke vraagstuk- ken die meespelen, zoals de vraag of de Nederlandse rech- ter wel rechtsmacht heeft, nu de milieuvervuiling in Ni- geria heeft plaatsgevonden. In december 2015 besliste het gerechtshof Den Haag positief op deze kwestie. Inmiddels hebben deskundigen een onderzoeksrapport ingeleverd over de oorzaken van de lekkages, die plaatsvonden tus- sen 2003 en 2007. Samkalden diende onlangs namens haar cliënten de grieven voor het hoger beroep in. “Het hoger beroep loopt sinds 2013, we zijn nu in de tweede fase”, verzucht ze. “Of het dit jaar lukt, betwijfel ik, want er moet natuurlijk nog op de grieven worden geantwoord, maar volgend jaar moet het toch lukken om een uitspraak in het hoger beroep te krijgen.” UITHOUDINGSVERMOGEN Een principiële zaak als deze vergt uithoudingsvermogen. “Ik weiger gewoon om op te geven”, motiveert Samkalden haar gedrevenheid. “Maar het duurt te lang, vind ik.” Probleem is vooral dat de feiten in deze zaak niet eendui- dig te onderzoeken zijn. Dat er olie is gelekt is wel duide- “IK HEB HET GEVOEL DAT POLITICI IN TOENEMENDE MATE ADVOCATEN EN RECHTERS ALS LASTIG ERVAREN”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=