Mr.

14 / Mr. 6 2019 NIEUWS Een mailtje, telefoontje of appje van een partner: of je vanavond of dit weekend even een dagvaarding wilt voor- bereiden of een contract wilt becommentariëren. Advoca- ten dienen bereikbaar te zijn. O ja? V inden advocaten het vervelend wanneer ze in hun vrije uren toch moeten werken, of zien ze het als part of the job ? PvdA- Kamerlid Gijs van Dijk ziet er in ieder geval een verhoogde kans op burn-out in, en diende het initiatiefwetsvoorstel Wet op het recht op onbereikbaarheid in. Dat gaat regelen dat werkgever en werknemer betere afspraken moeten maken over ‘onbereik- baarheid’ in de avonduren en de weekenden. “Af en toe overwerk in de avond of het weekend is inherent aan het vak van advocaat”, zegt partner Jean-Luc Coenegracht (Boels Zanders), “bijvoorbeeld als je de volgende dag een kort geding hebt. Maar bereikbaarheid buiten kantoortijden ontmoedigen we. Omdat het beroep van advocaat zwaar is, moedigen wij onze advocaten juist aan ‘s avonds rust te nemen om zich echt op te laden voor de volgende dag.” Erwin Rademakers, managing partner van AKD, vindt onbe- reikbaarheid ‘wat ver gaan’. “Het hangt heel erg af van je prak- tijk en van de afspraken die je met cliënten maakt. Als je met een cliënt samenwerkt die ‘s avonds ook niet werkt, dan is de situatie heel anders dan als je een zaak doet waaraan in meer- dere continenten wordt gewerkt.” Volgens Nana Le Brun, directeur van Ten Holter Noordam, is be- reikbaarheid afhankelijk van de cultuur van een kantoor.“Wij vinden leven naast werk belangrijk. Dat komt ook door de jonge generatie, die stelt dat zeer op prijs. Maar onze mensen willen ook op de hoogte worden gehouden van ontwikkelingen rond hun zaken. Er staat ook wat tegenover: als je thuis hebt doorgewerkt, dan kun je op een ander moment weer wat vrije tijd pakken.” Keerzijde Loyens & Loeff heeft vorig jaar onder de medewerkers een enga- gement survey gehouden, waaruit onder andere naar voren kwam dat work-life balance een belangrijk punt van aandacht is. “We zien dat flexibeler werken voor de jongere generatie belangrijk is”, aldus managing partner Bram Linnartz. Een keerzijde is er ook. “Als je voor een groot kantoor zoals Loyens & Loeff gaat wer- ken, met internationale cliënten die bezig zijn met grote, inter- nationale deals, dan weet je dat onregelmatige werktijden er soms bij horen.” Bij Rutgers & Posch is de stelregel – net als elders: het werk moet af. “Het komt wel eens voor dat een medewerker op een verjaarsfeest een dringend verzoek krijgt een stuk te beoorde- len”, zegt Lennaert Posch. “Maar dat zijn uitzonderingen.” Als de wet in werking is getreden, zegt zijn collega en managing partner Inge de Laat, “gaan we natuurlijk wel met de mensen in gesprek. Maar dan blijft de kwaliteit van het werk, en dus ook de tijdigheid, een belangrijke factor. In de praktijk zal er met deze wet niet veel veranderen.” Zo denkt ook Coenegracht erover. “Er zullen vast kantoren zijn die door de wet tot een ingrijpendere cultuuromslag worden ge- dwongen. Maar het merendeel van de kantoren zal het belang van een gezonde balans tussen work en life inmiddels wel onder- kennen.” (MK) WET ONBEREIKBAARHEID HOEFT NIET VOOR ADVOCATEN ADVOCATUUR KNB DOET ONDERZOEK NAAR BURN-OUT De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie start een na- der onderzoek naar burn-outproblematiek bij notarissen en kandidaat-notarissen. O m te zien of en hoe arbeidsongeschiktheid samenhangt met burn-out door werkdruk, hebben voortaan twee KNB-be- stuursleden burn-outpreventie in hun portefeuille. Veel notarissen en kandidaat-notarissen kampen met burn-out- klachten. In het notariaat is al eerder onderzoek gedaan naar de aantrekkelijkheid van het vak en daaraan gerelateerde burn- outsignalen. In een nieuwe enquête, die na de zomer aan de le- den zal worden voorgelegd, wil de KNB van zowel werkgevers als werknemers weten hoe zij volgens hen kan helpen bij het herkennen, voorkomen en vermin- deren van burn-outs. Nynke Jans- sen van de KNB: “We streven ernaar het onderzoek dit jaar af te ronden. Aan de hand van de resultaten zul- len we kijken wat wij als beroepsor- ganisatie kunnen doen. Het is een onderwerp dat onze voortdurende aandacht heeft.”