Mr.

Mr. 6 2019 / 17 NIEUWS NEDERLANDS RECHT NIET KLAAR VOOR BIG DATA Terwijl steeds meer bedrijven en overheidsorganisaties gebruik maken van big data, biedt het Nederlands recht onvoldoende bescherming tegen de negatieve gevolgen daarvan. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Tilburg. D e onderzoekers concluderen dat bigdataprojecten soms wor- den gestart zonder goed plan of zonder evaluatie achteraf, dat delen van het bigdataproces ongereguleerd zijn en dat het soms onmogelijk is om belangrijke gevolgen van bigdataproces- sen aan de rechter voor te leggen. Uit het rapport blijkt dat het Nederlandse rechtsstelsel nog niet klaar is voor het bigda- tatijdperk. Daarom doen de onderzoekers in hun rapport dertien Bij de werving van rechters kijkt de Rechtspraak meer en meer naar ervaren advocaten. Zo hoopt de Rechtspraak succesvoller te zijn in het aantrekken van nieuwe rech- ters. Soms wordt specifiek naar mannen gezocht. E rvaren advocaten hebben bagage die goed van pas komt voor rechters, vertelt Marieke Koek, die naast president van het gerechtshof Den Haag ook voorzitter is van de Landelijke Selec- tiecommissie Rechtspraak (LSR).“De laatste jaren lukt het vaak ook om die groep te bereiken en daar zijn we blij mee. We kun- nen ze relatief snel opleiden voor het rechtsgebied waarin ze al thuis zijn.” Daar heeft de Rechtspraak een speciale route voor gecreëerd. Soms wordt specifiek gezocht naar mannelijke senior advocaten om een evenwichtiger samenstelling te bereiken van het Neder- landse rechtersbestand, waarin vrouwen in de meerderheid zijn. De man/vrouw-verhouding verschilt per gerecht. “Er zijn gerechten waar een tekort aan mannelijke rechters is, en dan kan het voor een gerechtsbestuur nodig zijn ommeer mannen binnen te halen”, zegt Koek. Een evenwichtige man/vrouw-ver- houding is gunstig voor de herkenbaarheid van de rechtzoeken- den. “Het maakt voor de beslissing niet uit of er een man of een vrouw achter de tafel zit, maar het gaat ook om de perceptie van de burger. Als een mannelijke verdachte terechtstaat wegens verkrachting van een vrouw, vinden we het niet heel gelukkig als er alleen vrouwen achter de tafel zitten.” Volgens Koek is er vanuit de advocatuur veel animo om over te stappen naar de rechterlijke macht. “Advocaten vinden hun werk de eerste twintig jaar van hun carrière inhoudelijk interes- RECHTSPRAAK WERFT ONDER ERVAREN ADVOCATEN sant, maar aan het eind van hun loop- baan zijn ze vaak partner en dan on- dervinden ze nogal eens nadelen van het ondernemerschap.” Twee werelden Die overweging speelde ook een rol bij de overstap van advocaat Tjarda van der Spoel naar de Rechtspraak. “Je bent als advocaat ook onderne- mer. Je moet altijd op je omzet letten, en daar begon ik steeds meer de nadelen van te zien.” Na 26 jaar strafrechtadvocaat be- gon hij in 2008 als ‘zij-instromer’ in het gerechtshof Den Haag. “Een goede advocaat hoeft geen goede rechter te zijn, en an- dersom geldt hetzelfde, al zijn sommige vereisten wel gelijk: kennis van de wet en de jurisprudentie, proceservaring. Maar als advocaat moet je ook met je cliënt kunnen omgaan en dat zien rechters soms niet. Aan de andere kant moet je als rechter heel bedachtzaam en evenwichtig zijn en niet zomaar iets roe- pen zoals sommige advocaten doen. Het zijn twee verschillende werelden. Je kunt de overstap niet zomaar maken.” Advocaten die rechter willen worden, moeten door dezelfde se- lectieprocedure als andere kandidaten: cv-check, testfase, as- sessment en selectiegesprekken. Juristen kunnen rechter wor- den als ze minimaal twee jaar juridische werkervaring elders hebben. Van de advocaten met het vereiste cv komt ongeveer tachtig procent door de sollicitatieprocedure. (PL) suggesties om de juridische randvoorwaarden voor data-gedre- ven processen te verankeren in wet- en regelgeving, zoals ‘Stel regelgeving vast waarin data, niet zijnde persoonsgegeven, worden beschermd’, ‘Reguleer het analyseren van data’ en ‘Ver- sterk het civielrechtelijk systeem door collectieve acties en alge- meen belang-acties eenvoudiger en effectiever te maken’. En: ‘Maak duidelijk in welke gevallen (indirecte) discriminatie in bigdatatoepassingen kan of moet leiden tot bewijsuitsluiting of strafvermindering’. Het onderzoek is verricht door Bart van der Sloot en Sacha Schendel van het Tilburg Institute for Law, Technology and So- ciety in opdracht van het WODC van het ministerie van Justitie. Ze keken drie jaar lang naar de ontwikkelingen van big data, onderzochten of het Nederlandse recht voldoende bescherming biedt en wat kan worden geleerd van de rechtsbescherming in andere landen. Ook hielden ze diepte-interviews met vijftien sleutelfiguren, onder wie Ybo Buruma (Hoge Raad), Aleid Wolf- sen (Autoriteit Persoonsgegevens), Reinier van Zutphen (Natio- nale Ombudsman) en Maxim Februari (schrijver/publicist). RECHTSPRAAK

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=