Mr.

Mr. 6 2019 / 49 RECHTSPRAAK Domburg naar Ikea in Breda reizen. “Maar dan ga je vrij- willig, dat is toch anders”, meent hij. Rechtbankpresident Vermolen kan zich goed inleven in de zorgen van de Zeeuwse Meesters. “Ik heb bij mijn aanstel- ling gezegd dat ik meer contact wil hebben met de samen- leving”, aldus Vermolen, die sinds 1 juli vorig jaar presi- dent van de rechtbank is. Hij heeft een rondje gemaakt langs het openbaar bestuur, wetenschappers, media en andere betrokkenen, met de vraag: “Doen wij wat de sa- menleving van ons verwacht?” Vermolen sprak onder meer met de dean van het UCR en met hoogleraar Ippel. “We hebben als rechtbank in 2016 zekerheid verschaft dat de locatie Middelburg niet geslo- ten wordt. We willen een volwaardige rechtbank opzetten die Zeeland kan bedienen.” Hij licht toe: “Zeeland heeft te maken gehad met een lange periode van verlies van werk- gelegenheid. Zeeuwen hebben vaak te horen gekregen dat de werkgelegenheid behouden zou worden, maar dat luk- te dan toch niet. Ik had daarommoeite om rechters te vinden die in Middelburg willen werken. Soms deden mensen van buitenaf het werk. Mijn streven is dat de rechtbank Middelburg op eigen benen kan staan.” Dat die koerswijziging vruchten afwerpt, blijkt wel uit de respons op een vacature op de website van de netwerk- groep De Zeeuwse Connectie. “Daar kwamen zestien seri- euze reacties op.” Twee van de kandidaten zijn benoemd tot rechter. VIDEORECHTER Maar daarmee is de rechtbank er nog niet, vindt Vermo- len. Voor mensen die aan de provinciegrens wonen in – pakweg Sluis, Brouwershaven of Tholen − is de afstand nog te groot. “Dat moeten we oppakken.” Hij denkt daar- bij aan de videorechter. “Dichter bij huis voor de justitia- bele, op een locatie die neutraliteit uitstraalt. We onder- zoeken nog of dit de oplossing van het probleem is. De videorechter leent zich niet voor alle situaties.” Vermolen ziet kansen voor laagdrempelige rechtspraak, zoals de spreekuur- en de burenrechter en verwijst naar de experimenteerbepaling die bij de formatie van dit kabi- net is afgesproken. Rechter Hopmans is het daarmee eens. “Het zou prachtig zijn als we hier ook zo’n pilot konden doen, met ervaren rechters dichtbij. Vanuit Goes wordt de reis naar Mid- delburg (26,7 kilometer) al gezien als ver.” Ook advocaat Slump consta- teert dat lange afstanden problematisch zijn voor rechtzoekenden. “Naar Bre- da ben je extra reiskosten kwijt. Mensen met schulden kunnen dat niet zomaar op- hoesten.” Uit onderzoek, on- der meer door het UCR en het WODC, blijkt dat fysieke afstand een groot negatief effect heeft op de toeganke- lijkheid van het recht. “Door bezuinigingen en bureaucra- tisering wordt het probleem van de burger eerder naar een ander loket geschoven”, zegt Slump. “Daardoor wor- den dingen groter en vervelender. Terwijl we juist zo snel mogelijk op de inhoud van de zaak moeten komen.” Ook Ippel constateert dat toegankelijke rechtshulp in de verdrukking zit. “Verder valt mij op dat instanties een enorm vertrouwen in ict hebben. Maar laaggeletterden, en ook andere burgers, kunnen daar niet mee omgaan. Vertrouw niet te veel op digitale zelfredzaamheid.” OPLOSSINGEN In zijn reflectiedocument oppert Ippel meerdere oplossin- gen voor Zeeland. Hij denkt aan een nieuwe generatie wetswinkels met inloopspreekuren, aan de zogeheten Jus-Bus (waar laaggeletterden terechtkunnen met hun juridische problemen) en vooral aan het verlagen van de drempels voor rechtzoekenden. Dus: “Burgerparticipatie in de rechtspraak, bij mensen langsgaan, zichtbaar en dichtbij zijn, gooi die kantongerechten weer open! En kijk ook naar vrederechter, de spreekuurrechter en derge- lijke. Over de Rijdende Rechter werd vroeger schamper gedaan, maar het werkt wel.” Hopmans is voorstander van het Deense systeem, waarbij rechters in kleine regio’s opereren. “Bijvoorbeeld drie rechters voor Walcheren. Dan kan de backoffice nog wel ge- centraliseerd zijn. Maar ja, dat is moeilijk met de huidige wetgeving.” Volgens Slump zit de oplossing erin dat de burger een mens te spreken krijgen die echt kan helpen, zoals de spreekuurrechter. Ippel denkt dat het mogelijk moet zijn om het recht en de Zeeuwse burger dichter bij elkaar te brengen. “We hebben nu zoveel kopstukken bij elkaar die het probleem willen aanpakken: Corien Prins, Hans Boutellier, Nol Vermolen. We hebben nu een momentum.” De Zeeuwse Meesters willen in oktober van start gaan, met een professionele projectleider en een zak geld natuurlijk. Ippel hoopt op geld uit de potjes Innovatie Rechtsbestel, Maatschappe- lijk Effectieve Rechtspraak en Experimenten Rechtsple- ging. “Ik geloof erin, men ziet dat dit nodig is. Pieter Ippel (University College Roosevelt): “Het moet mogelijk zijn het recht en de Zeeuwse burger dichter bij elkaar te brengen.” Nol Vermolen (rechtbank Zeeland- West-Brabant): “We willen een vol- waardige rechtbank die Zeeland kan bedienen.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=