Mr.

Mr. 6 2019 / 65 STORYTELLER BIJ HET OPENBAAR MINISTERIE Daan Langkamp is sinds vorig najaar storyteller bij het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie, een baan die volgens hem vergelijkbaar is met die van be- drijfsjournalist. “Ik probeer goede verhalen binnen het OM te vinden”, zegt Langkamp, die na zijn opleiding aan de Hogeschool voor Journalistiek als redacteur bij RTL Nieuws en als verslaggever bij Omroep Gelderland werkte. Deze verhalen maakt hij voor een ieder die ge- ïnteresseerd is in het werk van het OM, maar vooral ook voor collega‘s, voor op het intranet. “Het OM is een grote organisatie met verschillende parketten. Medewerkers zitten op verschillende locaties in het hele land en zien elkaar niet dagelijks. Door de interne verha- len weten ze toch waarmee collega’s zich bezighouden en of er nieuwe ontwikkelingen zijn.” Vooral aan het maken van de in september ge- lanceerde podcasts, die sinds juni ook via Spoti- fy te beluisteren zijn, beleeft hij veel plezier. In deze podcasts, die hij met een collega maakt, staat elke keer een ander thema centraal, zoals mensenhandel, het afpakken van crimineel vermogen en cybercrime. “Ook bespraken we in een podcast met de twee officieren van justitie het onderzoek-Vandros, beter bekend als de zaak-Holleeder. We blikken met hen terug op hoe zij het proces ervaren hebben.” En in de podcast ‘PGP-telefoons’ ging Langkamp in gesprek met een officier van justitie over dit onder criminelen populaire communicatiemiddel, dat heel moeilijk uit te lezen is. “Zo’n onderwerp, waarbij we onderzoeken waarom het zo lastig en belangrijk is om deze telefoons te ontsleutelen, is interessant voor mensen van buiten het OM én collega’s. Zij worden geïnformeerd over be- haalde successen en recente en verwachte ontwikkelin- gen. Hun onderzoeken kunnen daarmee geholpen zijn.” Langkamp schrijft ook voor het e-magazine InZicht van het Landelijk Parket, dat lezers een beeld geeft van hoe het OM georganiseerde en grensoverschrijdende crimi- naliteit bestrijdt. “Hierin lees je succesverhalen, maar ook over wat bij het OM beter kan.” Dat Langkamp geen jurist is, ziet hij als een voordeel. “Daardoor ge- bruik ik weinig jargon en dat maakt mijn verhalen lek- ker leesbaar.” “RECHTERS MOETEN JOUW VERHAAL ALS HET WARE COPY PASTE IN HUN UITSPRAAK KUNNEN OVERNEMEN” zich bewuster moeten zijn van het gevoel dat hun woorden bij anderen oproept. Dat vereist dat zij zich verplaatsen in degene die hun verhaal leest of aanhoort. “Het is voor juristen de kunst om woorden te kiezen die beklijven en die overtuigen.” Framing kan daarbij goed werken. Een ge- slaagd voorbeeld vindt Noordhuis de term ‘plofkip’, die Stichting Wakker Dier be- dacht voor een campagne om het leed dat kippen wordt toegebracht te stoppen. De bedenkers wis- ten met één woord het verhaal van de dierenmishande- ling bij de pluimveeteelt over te brengen. Een misser was de verwijzing van voormalig premier Balkenende in 2006 naar de Nederlandse ‘VOC-mentaliteit’. Hij doelde hier- mee op de economische groei in de Gouden Eeuw en de ondernemerskwaliteiten van een klein land. Anderen as- socieerden het met een gewelddadige handelwijze, met slavenhandel en uitbuiting, en kolonisatie. Noordhuis: “Daarmee ging Balkenendes boodschap verloren. Zijn frame richting Wouter Bos ‘U draait en u bent niet eer- lijk’ was juist wel effectief. De PvdA ging tevergeefs in de tegenaanval.” ANGSTHAAS De kunst van reframing is om een sterker ander verhaal tegenover het eerdere ongun- stige frame te zetten. Reframing is daarom volgens Noordhuis een belangrijke vaardig- heid voor juristen. “Wetgevingsjuristen worden door beleidsmakers vaak gezien als een beroepsgroep die overal moeilijkheden ziet en een drempel die genomen moet wor- den om een doel te bereiken. Om te voorko- men dat ze vooral als lastig worden gezien, is het voor deze juristen belangrijk om in gesprekken de juiste woorden te kiezen. Dit geldt ook voor juristen in het bedrijfsleven. Als een jurist tegen een manager zegt dat iets juridisch pro- blematisch is, bestaat de kans dat die manager zegt dat het ‘een kwestie van durven’ is, en dat dit ‘inherent is aan ondernemerschap’. Als de jurist niet oplet, wordt hij ge- zien als angsthaas. Hij moet duidelijk maken dat het zijn taak is om te waarschuwen voor risico’s. Hij moet de an- der zo weten te overtuigen dat hij zijn boodschap niet kan negeren.” Soms laat Noordhuis juristen in een oefening hun werk vergelij- Daan Langkamp (Openbaar Ministerie) FOTO: LOES VAN DER MEER STORYTELLING

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=