Mr.

Mr. 6 2019 / 67 STORYTELLING ken met dat van iemand anders. “De een noemt zich een strijder die vecht voor gerechtigheid en wetgeving daarbij als wapen ziet. Een ander ziet zichzelf meer als een puzzelaar die stukjes samenvoegt. Die visie kan van invloed zijn op hun taal en manier van werken. Zo’n ‘vechter’ zal eerder strijdtaal gebruiken. De ‘puzzelaar’ kan zich snel zo op de feiten richten dat hij zijn omgeving uit het oog verliest. In een pleidooi voor de rechter zou hij er, als dit het geval is, goed aan doen te vertellen dat zijn cliënt slapeloze nachten heeft gehad en dat diens gezin en bedrijfsvoe- ring lijden onder de situatie.” DIENSTBAAR Ook cassatieadvocaat Vivien Rorsch hecht veel waarde aan storytelling en framing. Advocaten kunnen haar hun pro- cesstukken laten (her)schrijven. Rorsch begon dit voorjaar haar eigen cassatiekantoor LaRorsch in Leiden, en de Mr S.K. Martens Academie, een specialisatieopleiding voor proces- en intellectueel eigendomsrecht. “Vaak is het voor een advocaat moeilijk om in een eigen zaak te beoordelen wat echt nodig is. Daarom bied ik de mogelijkheid om met hen mee te kijken. Als ervaren cassatieadvocaat heb ik mij geoefend om niet zozeer te denken zoals de cliënt, maar meer zoals de rechter. Advocaten vergroten zo hun proceskansen.” Aan advocaten en bedrijfsjuristen die betere processtukken en andere juridische teksten willen leren schrijven, geeft Rorsch trainingen, workshops en lezingen over storytelling in processtukken. Zo hield ze eind juni bij de Amsterdamse Jonge Balie de lezing ‘De kracht van taal in processtukken’ over framing, storytelling en overtuigingskracht. In haar trainingen geeft ze juristen adviezen voor het schrijven van een ‘cassatieproof’ processtuk, en adviseert ze hoe ze de in- houd, structuur en stijl kunnen verbeteren. “Ik adviseer met een korte, prikkelende in- leiding te beginnen. Daarna zet je de feiten uiteen, wat meestal drogere kost is.” Vooral belangrijk is dat advocaten zich dienstbaar opstel- len, benadrukt ze. “Rechters staan onder grote tijdsdruk en wor- den overladen met infor- matie. Dan is het prettig als ze snel kunnen zien wat de kern is van een betoog en wat er van hen wordt ver- wacht. Die kern zit in de ver- andering: je wilt dat de rechter iets wel of niet doet. Je begint met de onderliggende rechtsbeginse- len, de ratio achter je betoog, en zo pel je je verhaal verder af. Rechters moeten jouw verhaal als het ware copy paste in hun uitspraak kunnen overne- men.” Ongeacht het rechtsgebied waarin advocaten werken is het volgens haar dan ook essentieel dat ze zich in de lezer verplaatsen. “Dit heeft alles te maken met empathie.” Dat betekent dat advocaten zich er goed bewust van moeten zijn voor welke rechter ze hun ‘verhaal’ schrijven. “Een feitenrechter zal een snelle oplossing nastreven en daarom de feiten snel helder willen hebben. Voor de Hoge Raad, die zich richt op rechtsontwik- keling, gelden andere eisen.” SHOW, DON’T TELL Het valt Rorsch op dat advocaten in hun teksten vaak stel- lingen ontkennen. “Ze zeggen bijvoorbeeld: ‘er is geen in- breuk gemaakt op’, of ‘mijn cliënt is niet aansprakelijk voor’. In plaats van zo’n abstracte formulering zouden ze een concretere onderbouwing moeten bieden. Vergelijk dit met show, don’t tell bij storytelling. Dat spreekt de lezer meer aan en zo vergroot je de kans dat je boodschap blijft hangen en overtuigt.” Net als Noordhuis benadrukt Rorsch het belang van een heel bewuste woordkeuze. Ze wijst daarbij op het belang van ‘plakwoorden’: woorden die in iemands hoofd blijven plakken. “Denk aan woorden als ‘Dexia-affaire’ en ‘woe- kerpolis’, die meteen een negatief gevoel oproepen en daarom nuttig kunnen zijn. Als je merkt dat de ander zo’n woord kiest, is het zaak om in te grijpen en een neutraler woord te gebruiken.” Opvallend in dit verband vindt ze de woordkeuze in de pleitaantekeningen van de gemachtigde van de Stichting Urgenda, waarin het neutrale woord ‘kli- maatverandering’ veel vaker voorkomt dan het minder neutrale ‘opwarming’. Juristen kunnen hun vertel- en schrijfkunst verbeteren door veel boeken te lezen, zegt Rorsch. “Zo leer je vanuit verschillende perspectieven te kijken.” Ook Netflix-series kunnen leerzaam zijn. Zo kunnen procesadvocaten vol- gens Rorsch veel opsteken van MadMen ’s Don Draper, het creatieve talent in het fictieve reclamekantoor Sterling Cooper Draper Pryce in New York, eind jaren vijftig. “Hij kan overtuigen als de beste.” Vivien Rorsch (LaRorsch)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=