Mr.

Mr. 6 2019 / 73 “D orsmans dood, het zou zomaar een titel van een thriller kunnen zijn”, staat op pagina 188 van het nieuwste boek van Miek Smilde. “Maar dat is het dus niet”, vertelt de auteur. “Het is geen whodunnit . Het gaat wel over de verkrachting en moord op een jonge vrouw, Esther Dorsman, maar dan vooral over de rechtszaak en wat die met de rechter doet.” De rechtbank heeft in deze zaak een verdachte tot twaalf jaar gevangenisstraf veroordeeld – op grond van een on- volledig dna-profiel. Het gerechtshof Den Bosch legt veer- tien jaar op, ondanks de twijfel van een van de raadshe- ren. Vier jaar later duikt een andere potentiële dader op; zijn dna blijkt volledig overeen te komen met dat uit de zaak-Dorsman. De voorzitter van de strafkamer die de zaak in hoger beroep behandelde, Pieter Coorn, begint te twijfelen. Heeft iemand bewust bewijsmateriaal achter- gehouden? Heeft hij zich emotioneel te veel laten meesle- pen in deze publicitair gevoelige zaak? Wie is hij nog als er geen waarheid bestaat? FICTIEF “Als je over dwalingszaken leest worden meestal de ver- dachten besproken, of je leest over de betrokken advoca- ten. Het leek mij interessant om te kijken hoe een rechter zo’n zaak emotioneel ervaart.” Dus kroop Smilde in het hoofd van de 59-jarige Pieter Coorn. “Hij is, net als de rechtszaak, helemaal fictief”, haast ze zich te zeggen. Coorn komt uit een Rotterdams fietsenmakersgezin, en is de enige die gaat studeren. Hij begint als sociaal advocaat in Arnhem, wordt na tien jaar rechter in Assen, is tijde- lijk gedetacheerd in Den Haag tijdens de parlementaire enquête opsporingsmethoden om vervolgens raadsheer te worden. Zijn stijging op de maatschappelijke ladder leidt ertoe dat hij van zijn familie vervreemdt. “Zo’n emanci- patieachtergrond vond ik interessanter om over te schrij- ven dan over een Minerva-jurist met dubbele achternaam – waardoor Pieter Coorn trouwens wel is gefascineerd”, zegt Smilde. Behalve de wederwaardigheden van de hoofdpersoon, passeren in het boek meer of minder expli- ciet ook tal van ontwikkelingen op strafrechtelijk gebied de revue. Smilde: “We zijn de afgelopen decennia funda- menteel anders over strafrecht gaan denken. In de jaren zeventig was het strafrecht het vieze broertje van het ci- viel recht; het was een marginaal rechtsgebied. Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig kwam het strafrecht steeds meer in de belangstelling te staan, zowel van juris- ten als van media en publiek. De zaak-Octopus met Charles Z. was volgens mij een kantelpunt. Vanaf dat mo- ment werd het strafrecht hip and happening . Sinds de jaren negentig werden de straffen hoger; je had de IRT-affaire; na 9/11 kreeg je een enorme veiligheidscultus; er was een aantal rechterlijke dwalingen; slachtofferrechten kwa- men op. Die veranderingen fascineren me en liggen aan Dorsmans dood ten grondslag.” WAARHEID Zelf kreeg Smilde al jong verhalen te horen over de straf- zaken die haar moeder als rechter behandelde. Ze leerde twee dingen van haar. Les 1: wantrouw ieder verhaal, hoe zielig ook; blijf twijfelen. Les 2: de waarheid bestaat niet. “Het recht is een manier om op een gegeven moment een beslissing te nemen, maar het is geen wiskundige rede- nering met twee premissen die tot een conclusie leidt. Daaraan staat de rechterlijke overtuiging in de weg. Het recht is een constructie, een verhaal. Eigenlijk is dat ver- gelijkbaar met hoe je als journalist te werk gaat. Zowel rechters als journalisten proberen verhalen te maken van een werkelijkheid; dé waarheid kennen we niet.” Smilde − sinds kort werkzaam bij de NVvR − werkte bijna 25 jaar als journalist. Ze schreef onder andere voor Trouw, NRC Handelsblad, Vrij Nederland en verschillende vakbladen. De journalistiek ging haar de laatste jaren meer en meer tegenstaan. “Freelancers hebben het steeds moeilijker ge- kregen. Bovendien is er steeds minder ruimte voor het Vrijwel vanaf het begin schreef Miek Smilde voor Mr. In de loop der tijd interviewde ze als freelancemedewerker meer dan 150 juristen. Half september verschijnt Smildes tweede roman, Dorsmans dood (zie pagina 76). Daarmee neemt zij afscheid van de journalistiek. “Fictie is voor mij nog de enige manier om de waarheid enigszins te naderen.” DOOR KAREN RIJLAARSDAM FOTO CHANTAL ARIËNS HET RECHT IS EEN VERHAAL INTERVIEW

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=