Mr.
Mr. 6 2019 / 75 INTERVIEW echte verhaal. Ik wil als journalist iemand de ruimte kunnen geven om zijn verhaal te vertellen, maar sommige opdrachtgevers willen dat je volgens bepaalde formats werkt en er moet steeds meer vanuit emotie wor- den geschreven. Ik heb niets tegen emotie, maar al te eenvoudig scoren met dramati- sche verhalen staat me tegen. Er moet ruim- te voor verwarring zijn, zoals het echte le- ven ook verwarrend is. Daarom ben ik fictie gaan schrijven. Fictie is voor mij nog de enige manier om de waarheid enigszins te naderen.” LOSGEZONGEN Voor Mr. interviewde Smilde in de loop der tijd zo’n 150 ju- risten. Van Arthur Hartkamp tot Liesbeth Zegveld, van Ferdinand Grapperhaus (toen nog advocaat) tot Taru Spron- ken, van Maarten Feteris tot Maxim Februari. Ze vroeg hen naar hun studie, werk, naar actuele juridische kwesties en naar hun ideeën over het recht. Dat leidde tot uiteenlopen- de gesprekken met heel verschillende juristen. Toch waren er ook wel wat overeenkomsten. “Iedereen was op zijn ma- nier begaan met het recht”, zegt Smilde. “Of het nu over de gefinancierde rechtsbijstand ging, het politieke commen- taar op rechterlijke beslissingen, de mensenrechten, de vercommercialisering van de advocatuur of slepende asiel- procedures: met heel verschillende verhalen waarschuw- den juristen voor de sluipende uitholling van het recht.” Wat Smilde opvallend vond was dat de meeste mensen die ze sprak eigenlijk geen jurist hadden willen worden. “Slechts een enkeling had altijd al een ge- voel voor rechtvaardigheid en wilde bijvoor- beeld advocaat worden. De meesten hadden liever iets in de bètahoek gedaan, maar von- den zichzelf daar te dom voor. Of ze wilden schrijver of journalist worden, maar waren bang dat daarmee geen droog brood te ver- dienen was.” Haar interessantste gesprekspartners vond ze wetenschappers. “Omdat die toch het meest vrij in hun denken zijn.” Waar ze moeite mee had waren sommige Zuidas-advocaten. “Er zijn advocaten die de halve wereld rondvliegen om ingewikkelde juridi- sche constructies op te tuigen, ook in China of in andere landen waar de politiek wat anders denkt over the rule of law dan wij. Sommigen zijn compleet losgezongen van de werkelijkheid, maar hebben intussen wel hun mond vol over het belang van de rechtsstaat en hoe belangrijk de toegang tot het recht is. Dat vond ik soms lastig te rij- men met hun uurtarieven.” Smilde vroeg haar gesprekspartners altijd naar hun jeugd. Veel geïnterviewden waren daardoor verrast, maar de meesten vonden het leuk om over hun achtergrond te vertellen. “Je bent nooit je ouders, maar waar je vandaan komt bepaalt toch wel deels wie je later wordt. Daar wilde ik graag meer over weten. Ben je, zoals bijvoorbeeld mijn moeder, de eerste van de familie die gaat studeren? Kom je uit een eeuwenoud klassiek juristengeslacht? De waar- den en normen die je van huis uit meekrijgt neem je wel degelijk mee.” Lachend: “Daarvan ben ik zelf ook een ex- ponent. Mijn vader was psychiater, mijn moeder rechter. Bot gezegd ben ik met gekken en criminelen opgevoed. Ik kreeg de rafelranden van de samenleving mee. Daar leer je veel van.” CENTRUM VAN DE WERELD Zijn juristen in de twintig jaar dat Smilde voor Mr. werkte erg veranderd? “Ze zijn minder bescheiden geworden. Ie- dereen die zich laat interviewen en met zijn gezicht op de cover van Mr. komt is in zekere zin ijdel of heeft iets te ver- kopen, maar twintig jaar geleden was de bescheidenheid groter. Er was meer ruimte voor nuance en twijfel. De jon- gere generatie neemt duidelijker stelling, vind ik. Veel ju- risten ontlenen tegenwoordig een zekere vanzelfsprekend- heid aan hun jurist-zijn. Ze hebben de neiging zichzelf tot het centrum van de wereld te maken en alles vanuit het systeem van regelgeving te bekijken. Voor de andere kant van het verhaal, de schaduwzijde, hebben ze weinig tot geen oog. Waar is de troost, de verzoening, de mildheid? Dat laten ze weinig zien. Veel juristen lijken zichzelf wei- nig ruimte voor twijfel te gunnen. Anders dan Pieter Coorn in het boek.” “VEEL JURISTEN LIJKEN ZICH TEGENWOORDIG WEINIG RUIMTE VOOR TWIJFEL TE GUNNEN” WIE IS MIEK SMILDE? Miek Smilde (1966) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Ze ging daarna aan de slag bij het mi- nisterie van Justitie waar ze hoofdredacteur van een aantal justitiële uitgaven werd. Sinds oktober 1998 werkt ze als freelance journalist. Ze publiceerde in onder meer Vrij Nederland, Trouw, de Volkskrant, Psychologie Magazine en Mr. In 2015 schreef Smilde in opdracht van de Onder- zoeksraad voor Veiligheid het boek MH17, onderzoek, feiten, verhalen . In 2011 verscheen haar non-fictie- debuut Raarhoek , over de geschiedenis van de naoor- logse psychiatrie. In 2013 volgde de roman Gloria in excelsis Deo en in 2016 de poëziebundel De achterkant van juni . Ze is sinds april van dit jaar beleidsadviseur bij de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en stu- deert religiewetenschappen. Miek Smilde is getrouwd en heeft drie dochters.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=