Mr.

76 / Mr. 6 2019 H et was fijn haar stem weer te horen. De gearticu- leerde dictie van een vrouw die, geboren in de oorlog, was geschoold op een manier die elke ou- der tegenwoordig als ideaal voor ogen stond. Een vrouw die de emancipatiebewegingen van de jaren zestig eigen- standig was vooruitgesneld, rechten had gestudeerd in een tijd dat getrouwde vrouwen nog handelingsonbe- kwaam waren, bewust – of onbewust, dat wist Pieter eigenlijk niet eens, hij ging ervan uit dat het bewust was – had gekozen voor de rechterlijke macht, veertig jaar rechter was geweest, geen enkele andere ambitie koeste- rend, rechtlijnig en eigenzinnig – een zeldzame combina- tie. Jeanet Warmerdam was altijd alleen geweest. Geen man, geen kinderen, ‘geen poes ook’ had ze hem eens toevertrouwd. Misschien dat het haar nu opbrak, dacht Pieter toen hij met twee dampende mokken terug naar de kamer liep, dat gemis aan directe verwanten die een deel van de zorg konden dragen. Aan de andere kant kende hij genoeg mensen die hun kinderen zelden tot nooit zagen. Dat Veerle dit weekend langs was gekomen, was een klein wonder. Sinds ze een baan had als trainee bij een consul- tancybureau in De Bilt, kwam ze zelden thuis, ook al woonde ze nog steeds in de studentenflat die ze in haar tweede jaar bedrijfskunde had kunnen betrekken. Ze wil- de sparen om iets te kunnen kopen, zei ze. En sinds de crisis vroeg de bank om eigen geld. Veerle was vast van plan veel geld te verdienen. Het leek haar enige echte drijfveer te zijn. Strijden voor een recht- vaardige wereld of een eerlijke inkomensverdeling waren idealen die haar generatie volstrekt onverschillig lieten. Geboren na de val van de Berlijnse Muur, waarmee de ka- pitalistische verering van het individu het definitief ge- wonnen leek te hebben van haar oude, collectivistische vijand, was er maar één manier om je aanwezigheid op deze toch al veel te volle aarde te rechtvaardigen, en dat was geld. Veerle had een hekel aan wat ze sloebers noem- DORSMANS DOOD Dorsmans dood is de titel van de juridische roman die Mr. -medewerker Miek Smilde schreef. Hoofdpersoon is raadsheer Pieter Coorn, die na een rechterlijke dwaling in gewetensnood komt. In deze voorpublicatie van het op 10 september te verschijnen boek ontmoet Pieter Coorn zijn inmiddels gepensioneerde collega Jeanet, met wie hij destijds de zaak-Dorsman behandelde. Zij was het die in raadkamer haar twijfels uitte over het gevonden dna-profiel, dat een deskundige van het NFI toeschreef aan de verdachte, Chavdar Y. Mede op grond van deze verklaring kreeg hij van het hof veertien jaar gevangenisstraf. de. Pieter had haar verboden die kwalificatie te gebrui- ken, zij had haar schouders erover opgehaald. Opvallend genoeg kon ze het uitstekend vinden met zijn familie uit Rotterdam. Vooral Hans was erg op haar gesteld. “Ze doet niet zo moeilijk als jij”, had hij tegen zijn jongste broer gezegd. “Niks principieel, gewoon handen uit de mou- wen. Een moordwijf vind ik het, die dochter van jou.” Misschien dat het kwam omdat Hans geen dochters had. Zelf vond Pieter zijn dochter nogal oppervlakkig. (…) “Pieter? Pieter, waar ben je in hemelsnaammet je ge- dachten?” Jeanets stem drong langzaam tot hem door. “Wat zei je?” “Je had het over de telefoon over een herziening. Je noem- de de adviescommissie afgesloten strafzaken. Met welke zaak heeft dat te maken? Ik heb me suf gepiekerd.” “Dorsman.” “Dorsman? Esther Dorsman? Daarin is nooit cassatie in- gesteld. De acas heeft daar twee jaar geleden al over gead- viseerd. Negatief. Afgewezen.” “Er heeft zich een nieuwe verdachte gemeld.” “Uit zichzelf?” “Nee, dna-match. Diefstal met geweld. Het profiel popte op.” “Zo simpel.” “Zo simpel.” “Zo dom.” Jeanet Warmerdam stond op en liep naar het raam dat uitzicht bood op een klein plantsoen. Ze plukte wat dorre blaadjes van de kamerplanten in de vensterbank. Pieter volgde haar blik naar buiten. In de zeventig was ze, geen man, geen kind, geen zus meer. Een scherp verstand, een uitstekende staat van dienst en wat er restte was een oude VOORPUBLICATIE

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=