Mr.
Mr. 8 2019 / 59 lijke en het zakelijke.” Chedra, opgegroeid in Brabant, kwam naar Utrecht voor een hbo-opleiding sociaal-juridi- sche dienstverlening. “Hoewel ik een vwo-advies had, ben ik havo gaan doen, want ik twijfelde over het vwo. Ik kom niet uit een familie waar mensen gingen studeren. Een- maal op die opleiding sprak het recht mij erg aan. Ik heb mijn propedeuse het eerste jaar gehaald en ben toen rech- ten gaan studeren aan de Universiteit Utrecht.” Tijdens de studie ontstond haar belangstelling voor het familierecht. Maar ze was ook breder geïnteresseerd. “Ik houd van puz- zelen, ook op andere rechtsgebieden. Daarom heb ik op verschillende kantoren student-stages gelopen voordat ik een baan in het familierecht zocht.” CREATIEF REKENWERK Ook Paul Sliepenbeek is geboren en getogen in Brabant. Hij studeerde in Tilburg, waarna hij in 1983 advocaat werd bij een voorloper van AKD in Rotterdam. Sliepenbeek bleef bij dit kantoor tot 2013. Toen splitste de familierechtsectie zich af. “In de jaren tachtig van de vorige eeuw hoorden wij met tien advocaten tot de middelgrote kantoren in Rotterdam. Ik deed de algemene praktijk, dat deed toen iedereen. Hooguit had je een aandachtsgebied. Dat werd bij mij fa- milierecht. Ik werk graag met mensen, ben nieuwsgierig en houd wel van creatief rekenwerk. Dat vind je allemaal terug in dit vak. Elk gesprek met een nieuwe cliënt is een verrassing. Je gaat zitten met je blocnote en je hebt geen idee wat er gaat komen. Iedere cliënt heeft zijn of haar hoogstpersoonlijke verhaal en emotie.” Chedra herkent dat: “Soms ben ik verbaasd wat mensen mij allemaal vertel- len. In vijf minuten ligt er een heel leven op tafel.” Sliepen- beek: “Je moet een compleet beeld van de situatie hebben. Om dat te krijgen moet je natuurlijk wel een sfeer creëren waarin mensen zich op hun gemak voelen en makkelijk praten. Ik probeer mijn cliënten mee terug te nemen naar de tijd dat ze het nog goed met elkaar hadden. Dat werkt constructief.” Chedra: “Ik heb dat geleerd van mijn patroon Geeske van Campen bij Holla Advocaten.” CONVENANT Het zijn niet alleen advocaten die scheidingsmediator zijn. Allerlei ongeschoolde ‘scheidingsex- perts, knutselen convenanten in elkaar. Sliepenbeek: “Ik zie er nogal wat met fou- ten, ook als raadsheer-plaatsvervanger. Dat varieert van slordigheden en inconsequen- ties tot volledige miskenning van het recht. Helaas zijn er advocaten die als doorgeefluik fungeren voor dat soort convenanten.” “Het is in strijd met de gedragsregels”, zegt Chedra. “Want als advocaat ben je altijd ver- antwoordelijk voor wat je indient.” SENIOR/JUNIOR Om tot een goed convenant te komen heb je kennis van zaken nodig. Een scheidingsmediator doet wat anders dan een advocaat. Van de Nederlandse Orde van Advocaten mag een advocaat sinds de jaren negentig voor twee partij- en optreden, mits die geen tegenstrijdige belangen heb- ben. Sliepenbeek: “Het is verstandig om de twee rollen te scheiden. Als ik voor twee partijen optreed, doe ik dat als mediator, met een mediation-overeenkomst. Niet als ad- vocaat. Ligt het convenant er, dan kun je als advocaat- scheidingsmediator voor beide partijen het gemeenschap- pelijk verzoekschrift indienen. Partijen zijn het onder mijn begeleiding als mediator eens geworden over wat er in het convenant is vastgelegd, dan weet ik dat het goed zit.” VREEMDE OGEN De vlucht die mediation heeft genomen, heeft ook effect in de zittingszaal. Chedra:”Ik ben vaak onder de indruk van hoe het op een zitting gaat. Het lijkt meer op een goed gesprek. Men neemt de tijd. “JE MOET EEN SFEER CREËREN WAARIN MENSEN ZICH OP HUN GEMAK VOELEN EN GAAN PRATEN”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=