Mr.

MR. 1 2020 / 59 senior/junior DOPING Van de Beek doet veel dopingzaken. De afge- lopen jaren werkte zij met haar patroon on- der andere aan zaken van twee topsporters die van doping werden verdacht. “Bij zwem- ster Kira Toussaint zou een verboden stof in het bloed zijn aangetroffen. Uiteindelijk bleek sprake te zijn van een vals-positieve test. Bij shorttrackster Yara van Kerkhof was sprake van afwijkingen in haar biomedisch paspoort. Bij haar bleek hier een medische verklaring voor te zijn. Van doping was geen sprake. Beiden waren ten onrechte beschul- digd. Heel schadelijk voor sporters. Publiek en pers denken al snel dat het wel zal klop- pen, want het bewijs lijkt er te zijn. Het kost veel tijd en geld de beschuldigingen te weer- leggen. Als sporter moet je een advocaat inschakelen, er wordt onderzoek gedaan door artsen en chemici. Inmiddels is er een fonds in het leven geroepen waarop topspor- ters een beroep kunnen doen voor hun ver- dediging.” Het is van belang zaken buiten de pers te houden, vindt Van Beek. “Zeker bij bekende sporters kan exposure veel schade geven.” Dat geldt ook voor seksuele-intimidatieza- ken, vult Delissen aan. “Die zaken liggen voor alle betrokkenen zeer gevoelig.” KLIK Topsporters verdienen meestal geen topinko- men. A-sporters, echte topsporters die zich kwalificeren voor de Olympische Spelen, krijgen een zogenoemd stipendium van NOC*NSF, de overkoepelende sportorganisa- tie. Geen vetpot. Dat is een van de redenen dat het voor advocaten moeilijk is een volledi- MARC DELISSEN (55) studeerde rechten in Leiden nadat hij de Haagse Acade - mie voor Lichamelijke Opvoe - ding had voltooid. Hij is part - ner bij Delissen Martens in Den Haag. Toen hij in 1996 advocaat werd, had hij een carrière als topsporter ach - ter de rug. Van 1984 tot 1996 speelde hij hockey in het Ne - derlands elftal, waarvan hij in 1988 aanvoerder werd. In 1996 won het team goud op de Olympische Spelen in de Verenigde Staten. Delissen treedt naast zijn werk als advocaat ook op als trainer en coach voor profes - sionals en voor teams (zoals directies) en hij is mediator. Sr. ge en rendabele sport-en-rechtpraktijk op te bouwen. Een andere reden is dat het aantal zaken beperkt is. Delissen houdt zich naast de sportzaken bezig met algemeen contracten- recht, onder meer op het gebied van huur en vastgoed. Ook treedt hij regelmatig als media- tor op. Van de Beek doet behalve sportzaken veel arbeidsrecht. Delissen en Van de Beek zijn gek op sport en vinden het leuk om met sporters om te gaan. “Met mensen uit de sportwereld heb ik snel een klik”, zegt Delissen. “Je spreekt elkaars taal. De bereidheid om samen tot een ge- meenschappelijke oplossing te komen, is er vaak. Ik procedeer niet veel. Veel sportbonden zijn aangesloten bij het Instituut Sportrecht- spraak. Daar zit veel expertise. Geschillenbe- slechting gebeurt er door mediation, bindend advies of arbitrage.” “MEER REGELS, STEEDS MEER REGELS. ALLES WORDT ZAKELIJKER. DAT ZIE JE ZOWEL IN DE SPORT ALS IN HET RECHT”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=