Mr.

MR. 2 2020 / 31 advocatuur “ZODRA EEN KANTOOR MINDER VERDIENT, NEEMT DE STRESS TOE” “ZE VUURDEN TWEE JAAR LANG TORPEDO’S OP ME AF” Bart vertrok als advocaat-partner met ruzie bij zijn kantoor en begon elders op - nieuw. Hij had een externe advocaat hard nodig, want zijn oude kantoor eiste enorme conservatoire boetes wegens schending van het concurrentiebeding. Bart is ruim dertig jaar advocaat. Hij was partner en later bestuurder bij een middel - groot kantoor. “Het was lange tijd een succesvolle samenwerking, maar er waren vaak spanningen. Je hebt altijd een groep die alles bij het oude wil houden: kleinschaliger, en minder financieel gedreven. Maar op een gegeven moment kregen we erg veel ge - doe met partners, van wie een aantal het voor gezien hield.” Niet lang nadat Bart uit het bestuur ging, manifesteerden jongere partners zich op een manier waarmee hij moeite had. “Er waren discussies met oudere partners die vonden dat ze te weinig geld meekregen, en jonge partners die vonden dat ze er te lang over deden om in te klimmen. De verhoudingen werden zo onaangenaam dat ik me sociaal onveilig ging voelen. Ik had nooit gedacht dat ik weg zou gaan, maar ik verloor het plezier in mijn werk. Dus toen ik werd benaderd door een ander kantoor, ging ik daar - op in. Dat was direct het begin van een groot juridisch conflict.” Bart besloot om een externe advocaat in te schakelen. Hij koos iemand die niet in de buurt zat en die de zaak met afstand kon overzien. “Je moet niet je eigen zaak bepleiten, maar iemand hebben die met jou spart, die met kennis van zaken de strategie bespreekt.” Wegwezen ‘Wegwezen’ was de conclusie die Bart samen zijn advocaat trok. “Mijn vertrek naar een ander kantoor leidde tot een nieuw geschil, want mijn voormalige partners vonden dat ik het concurrentiebeding had geschonden.” Het oude kantoor ging er met gestrekt been in. Het zette niet door met een procedure, maar eiste enorme conservatoire boe- tes. “Ze vuurden twee jaar lang torpedo’s op me af.” Zo’n conflict is heel onprettig, zegt Bart. “Het is strijdig met je rechtvaardigheidsge - voel. Mijn gezondheid ging eronder lijden, want zo’n conflict is niet alleen een financi - ële bedreiging, het is ook ongemakkelijk tegenover je nieuwe partners.” Pas na twee jaar sloten Bart en zijn oude kantoor een vaststellingsovereenkomst. “Toen is het ge - doe opgehouden.” Het was voor Bart buitengewoon nuttig om zelf cliënt te zijn. “Ik ben me er nu veel be - ter van bewust hoe afhankelijk een klant van je is. Het is ook leerzaam om die hoge rekeningen binnen te krijgen. Goed om in de nederige positie van de klant te zitten.” Heeft Bart nog tips? “Jazeker. Je moet een advocaat hebben die kennis heeft van ar- beidsrecht en ondernemingsrecht. Arbeidsrechtadvocaten zijn gewend om rekening te houden met de belangen van beide partijen. anders dan procesadvocaten. Dat zijn niet de meest fijnbesnaarde lieden, terwijl je juist een subtiele benadering nodig hebt. Een arbeidsrechtadvocaat begrijpt dat beter dan een procesadvocaat.” De naam Bart is om privacyredenen gefingeerd. Zijn echte naam is bekend bij de redactie. kantoren zitten er snoeihard in: die ge- ven geen euro mee, en als de vertrekken- de vennoot het er niet mee eens gaat ie maar procederen.” Er zijn ook kantoren die een vergoeding aanbieden, die on- derwerp van onderhandeling kan zijn. Relatiebedingen zijn vaak papieren tij- gers, vindt Ploum. “Klanten zijn meestal verbonden aan een persoon. Denk je nou echt dat ze achterblijven bij een kantoor waar alleen de vertrokken advo- caat hen bediende? Nee, natuurlijk niet.” KRIMPENDE KANTOREN De grootste problemen zitten bij de krim- pende kantoren. Ploum kent het voor- beeld van een middelgroot kantoor waar één succesvol team de kwaliteit van ande- re compagnons niet goed genoeg vond om klanten bij hen onder te brengen. “En zodra een kantoor minder verdient, neemt de stress toe. Partners gaan zich af- vragen of ze niet beter naar een succesvol kantoor kunnen gaan waar ook de kame- raadschappelijkheid goed is.” Hij ziet met verbazing hoe grote kantoren keihard ingrijpen en zelfs oud-managing partners de wacht aanzeggen omdat ze na een bestuursperiode een praktijk hebben met minder omzet. Sommige grote spe- lers snoeien daarbij meedogenloos, waar- door het aantal partners in vijftien jaar gehalveerd werd. “Er is meer focus op de high end zaken waar de compagnons hun hoge tarieven op kwijt kunnen. De rest stoten ze af.” Ploum doelt op natte secties, familierecht, verzekeringsrecht, straf- recht, IE en arbeidsrecht, die door veel grote kantoren als minder lucratief wor- den gezien. Hendriksen en Ploum zien dat zaken zelden voor de rechter komen, omdat beide partijen liever niet de kans lopen dat de zaak in de publiciteit komt, met alle schade van dien. Hendriksen: “Za- ken worden bijna altijd geschikt. Mede- bepalend is ook hoe de advocaat van de wederpartij zich opstelt. Als die er met gestrekt been in gaat, kan ik een conflict moeilijk voorkomen. Het is daarom prettig dat een beperkt aantal advocaten dit werk doet. Je kent elkaar.” Tot slot: hoe heeft expert Rutger Ploum in 2018 afscheid genomen van twee medeoprichters? “We hebben geen ex- terne advocaat nodig gehad. Goed ver- trekken is ook voor de achterblijvers heel belangrijk.” •

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=