Mr.

MR. 3 2020 / 23 togaruil Tessa van Roomen (OM): “Sommige collega’s staan wantrou - wig tegenover advocaten, ik heb dat niet.” “EEN OFFICIER HEEFT ANDERE VAARDIGHEDEN NODIG DAN EEN ADVOCAAT” tief. Als advocaat sta je primair voor het belang van je cliënt, als officier moet je magistratelijk denken, en ook rekening houden met het belang van de samenle- ving en van de verdachte. Al die belan- gen verwerk je in je strafeis.” JE EIGEN WINKEL De overstap naar het OM was voor Tessa van Roomen wennen. “Binnen het OM heb je meer je eigen winkeltje: veel vrij- heid, en dat is prettig. Ik moest wel wen- nen aan het OM als organisatie. In de commerciële advocatuur zijn er bijna onbeperkte middelen om dingen uit te zoeken. Hier is dat anders.” Een inhoudelijk verschil is dat de focus volledig ligt op de waarheidsvinding, en niet meer op het partijbelang. Het groot- ste verschil is dat bij het OM alles onder een vergrootglas ligt. “Je moet in iedere zaak rekening te houden met allerlei be- langen. Er staat niet alleen heel veel op het spel voor de verdachte, je hebt te maken met gespecialiseerde advocaten en benadeelde partijen, media zitten er bovenop, er worden Kamervragen ge- steld, Wob-verzoeken ingediend, noem maar op. Dat maakt het heel uitdagend.” Van Roomen noemt het beslist een voordeel dat ze aan de andere kant heeft gestaan. Als de verdediging in de opspo- wel omdat ik uithoudingsvermogen heb, en heb geleerd om leiding te geven. Je moet blijven brainstormen, mensen mo- tiveren et cetera. En je moet strategisch inzicht hebben en je zaak zodanig in- richten dat hij overeind blijft. Een offi- cier met alleen het wetboek in de hand zal meestal een grote zaak niet tot een goed einde brengen. Bij de vastgoed- fraude begonnen we met negen man op- sporing en eindigden met 150.” Hij heeft “nergens zo hard gewerkt als bij het OM”, omdat de druk soms heel groot was. Over de Klimopzaak zei zijn baas: “Als het mislukt, is het heel erg voor het OM.” Gelukkig ging het goed. BEVRIJDING Charles van der Voort werd op 31 au- gustus 2019 beëdigd als advocaat. Hij is nu advocaat-stagiair-ondernemer bij VOI Advocaten in Breda, heeft net als alle andere advocaat-stagiairs een pa- troon (Ivo Leenders) en is lid van De Jonge Balie. En ja, hij moet ook de ver- plichte driejarige beroepsopleiding doen. “Ik ben op hetzelfde moment be- gonnen als mijn zoon die in maart is af- gestudeerd en nu bij Houthoff werkt.” Met zijn 61 jaar is Van de Voort verre- weg de oudste van zijn cohort. “Ik ben zwaar onder de indruk van die oplei- ding. De inhoud is voor mij deels nieuw, ringsfase bepaalde verzoeken doet, snapt ze eerder waar dat vandaan komt. “Dus daar heb ik voordeel bij.” Ze vervolgt: “Ik merk wel dat sommige collega’s wan- trouwig staan tegenover advocaten, ik heb dat zelf niet. We hebben als ZM, OM en advocatuur allemaal een belang- rijke rol in de rechtsstaat. Ik denk dat ik me door mijn achtergrond beter kan in- leven in opvattingen van de verdediging, en ik kan dat loskoppelen van de per- soon van de advocaat. Dat is belangrijk, want we zijn allemaal professionals, we blijven elkaar tegenkomen. Het mag er in de zittingszaal hard aan toegaan, de professionele relatie moet goed blijven.” TOTAAL ANDER VAK Robert Hein Broekhuijsen kwam in 2005 bepaald niet in een gespreid bedje bij het Openbaar Ministerie. Hij moest tien keer bellen voordat hij bij de PG op de koffie kon komen. Broekhuijsen wil- de bestuurder worden, maar dat zag het OM niet zitten. “Wij hebben zelf geleerd leiding te geven”, kreeg hij te horen. Ze boden hem een baan aan als officier bij het Functioneel Parket. Het kostte hem twee jaar om zich het vak officier van justitie eigen te maken. “Ik ben van oor- sprong geen strafrechtjurist, en straf- recht zit heel anders in elkaar dan civiel recht. Of je als advocaat officier kunt worden? Ja, maar het viel in het begin wel vies tegen. Het is een totaal ander vak. Als advocaat ben je dienstbaar aan je cliënt, je hebt geen echte eigen rol. Als officier ben je je eigen acteur in het veld. In zijn eigen zaak is de officier ongekend machtig.” Een officier heeft andere vaardigheden nodig dan een advocaat, vindt Broek- huijsen. “Je maakt een bouwwerk dat in juridische en feitelijke zin overeind moet blijven tegen aanvallen vanuit de advo- catuur. Als advocaat moet je zo’n bouw- werk juist afbreken.” Broekhuijsen rondde de grote Klimop- zaak en het Rotterdamse Havenschan- daal met succes af. “Dat is niet omdat ik een heel goede strafrechtjurist ben, maar Charles van der Voort (VOI Advocaten): “Ik vind het heerlijk om onderne - mer te zijn.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=