Mr.
MR. 3 2020 / 9 nieuws Wie dacht dat de eerste vrouwelijke rechter in het Koninkrijk der Nederlanden haar entree pas na de Tweede Wereldoorlog maakte, vergist zich. Al in 1921 trad in Neder - lands-Indië een vrouw op als rechter. Tijdens archiefonderzoek in Jakarta stuitte promovendus Rowin Jansen (Radboud Universiteit Nijmegen) bij toeval op een uitgebreid dossier over de ‘Padangsche revisie - zaak’. In 1921 bleek een vrouwelijke griffier, Anna Lange, te zijn ingevallen voor een man - nelijke rechter. Ze trad op als volwaardig lid van de meervoudige kamer van de Raad van Justitie in Padang en wees als rechter vonnis. De advocaat in deze zaak vond dat maar niks en maakte bezwaar; uiteindelijk kwam het Hooggerechtshof van Nederlands- Indië eraan te pas. Dit hof oordeelde dat “in verband met gewijzigde behoeften en in - zichten moet worden aangenomen, dat de vrouw als zoodanig niet is uitgesloten van de Rechterlijke Macht”. Dat was een heel ander geluid dan in Nederland te beluisteren viel. Daar laaide naar aanleiding van deze zaak een principiële discussie op over de komst van ‘dames-rech - ters’; verschillende juristen betoogden dat het Nederlands-Indische recht op dit punt moest worden nagevolgd door het moederland. Maar de algemene mening bleef toch dat ‘de staatsmacht wordt uitgeoefend door mannen’. Het zou nog jaren duren voor in Ne- derland de eerste vrouwelijke rechter op het toneel verscheen: in 1947 werd Johanna Hudig geïnstalleerd bij de Rotterdamse rechtbank. Zelfs na haar aantreden werd bij de Hoge Raad nog getwist over het fenomeen ‘vrouwen in juridische functies’. (KR) De vier kamers voor het notariaat, waar men over (kandidaat-)notarissen kan klagen, kre- gen in 2018 en 2019 beduidend minder zaken binnen dan in de jaren daarvoor. Afgelopen jaar kregen de kamers 371 zaken bin- nen, in 2018 waren dat er 374. Dat is een stuk minder dan in de jaren daarvoor: zo stond in 2017 de teller bijvoorbeeld nog op 485 zaken. Een mogelijke verklaring voor de daling is de in - voering van het griffierecht (50 euro) in 2018 en een grotere schikkingsbereidheid bij notarissen om een mogelijke kostenveroordeling te voorko - men, schrijft voorzitter mr. O.J. van Leeuwen van de Commissie Notariaat in het Jaarverslag 2019 van de kamers van het notariaat. Andere mogelijke oorzaken zijn een grotere activiteit van en het meer zelf afdoen door het Bureau Financieel Toezicht en de invloed van kwaliteits- bevorderende maatregelen binnen de beroeps- groep, zoals audits. Het aantal ontzettingen uit het ambt daalde in 2019 ten opzichte van 2018: van twee naar één. Daarnaast legden de kamers vorig jaar 29 waar- schuwingen, 26 berispingen en negen schorsin- gen op. Het aantal waarschuwingen en schorsin- gen verschilt nauwelijks met 2018, maar het aantal berispingen is bijna verdubbeld. HELP, EEN ‘DAMES-RECHTER’! MINDER KLACHTEN OVER NOTARISSEN WEBINARS DOOR EN VOOR ADVOCATEN: EEN BLIJVERTJE ven bestaan. Ze beperken zich tot korte actu- ele onderwerpen. De verdiepende online webinars kosten veel meer tijd en professio - nele onderwijskundige kennis. Dat is niet de core business van advocatenkantoren. Overi- gens zijn er ook advocatenkantoren die juist gebruik maken van onze kennis van het orga- niseren van webinars.” Sinds kort geeft OSR naast online ook weer klassikaal onderwijs. “Dat kan bij ons op een veilige manier.” (MK) Videomeetings, lifeline webinars, e-cursus - sen of online leergangen. Advocatenkanto - ren, vooral in het middensegment, bieden ze volop aan. Gaan we niet meer naar fysieke seminars? Advocaten zijn creatief met corona. Nu fysie - ke bijeenkomsten tijdelijk niet mogelijk zijn, zoeken ze andere manieren om in contact te blijven met cliënten. Vóór de lockdown ‘deed’ je het eigenlijk niet, zo’n webinar – dat was iets voor techkantoren of early adopters . ‘Normale’ kantoren nodigden cliënten uit voor de drie P’s: praatje, powerpoint, pilsje. Maar webinars voor en door advocaten lijken het nieuwe normaal. En de meesten zijn het erover eens: dit kon wel eens een blijvertje worden. “Deelnemers die vaak thuiswerken lieten weten dit een fijne onderbreking van de werkdag te vinden”, zegt Jaap IJdema van het Middelburgse kantoor Adriaanse Van der Weel, die regelmatig videomeetings organi- seert. “Het heeft ook een sociale functie, even praten met anderen. En je hoeft er niet voor te reizen.” Jessica de Roos (Nysingh) vindt het wel ‘veel informatie zenden’. “Je weet niet goed of het aankomt.” Desondanks verwacht ze dat haar kantoor in de toekomst vaker webinars gaat houden. Dat denkt ook Koen Christianen, die begin mei het eerste webinar van zijn kan - toor (Dirkzwager Legal & Tax) organiseerde. Ze waren ‘overweldigd’ door het aantal aan- meldingen: binnen een week meer dan 250. “We kunnen zo makkelijker veel meer men - sen bereiken dan bij een fysieke bijeenkomst, zeker met de anderhalvemetermaatregel.” In de gratis webinars ziet Michiel van Berckel Smit, directeur van OSR Juridische Opleidin- gen geen concurrentie. “Die zullen altijd blij -
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=